Zekerheid van het geloof: verschil tussen versies

3.812 bytes toegevoegd ,  2 maanden geleden
k
 
(13 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
De '''zekerheid van het geloof''' is de zekerheid van een mens omtrent de vervulling van Gods woord en Zijn beloften, zoals de behoudenis van de gelovige. Een gelovige kan zeker zijn omtrent zijn ''eigen heil'' (heilszekerheid).
 
Zekerheid is een normaal kenmerk van het geloof.
 
<blockquote>''Heb 11:1  Het geloof nu is <u>de zekerheid</u> van wat men hoopt, <u>de overtuiging</u> van wat men niet ziet. (Telos)''</blockquote>
Regel 28:
De zekerheid van het geloof heeft een subjectieve en een objectieve zijde. De ''objectieve'' zijde is de zekerheid die er buiten mij is. Gods woord is buiten mij. Het was er eerder dan ik. De waarheid ervan wordt niet aangetast door mijn twijfel of onzekerheid. Wankele benen maken een rots niet broos. De ''subjectieve'' zijde is de zekerheid in mijn hart en gevoelen. De subjectieve zekerheid moet rusten op de objectieve zekerheid van Gods woord, van Zijn toezeggingen, van Zijn verzekering en geruststelling gericht op ons.
 
De grond van mijn subjectieve zekerheid moet het woord van God zijn. Zij die de uitspraken, in Gods woord gegeven, onvoorwaardelijk aanvaarden en dus van harte in de de Heer Jezus geloven als hun Zaligmaker, hebben reeds op aarde grote zekerheid betreffende hun behoudenis.
 
Lukas verhaalt 'de zaken die zich onder ons voltrokken hebben', zoals de geboorte van Jezus, zijn woorden en daden, zijn verwerping, sterven, opstanding en hemelvaart. Velen (!) hebben ondernomen een verhaal daarvan op te stellen. Hun bronnen waren ooggetuigen. Ook Lucas heeft een verhaal opgesteld, één van de vier evangeliën, nadat hij 'alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht' had. Hij schrijft zijn verhaal aan ene Theofilus, 'opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u bent onderwezen'. <blockquote>''Lu 1:1  Aangezien velen ondernomen hebben een verhaal op te stellen over de zaken die zich onder ons voltrokken hebben,  Lu 1:2  zoals zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest, ons hebben overgeleverd, Lu 1:3  heeft het ook mij goed gedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het in geregelde orde aan u te schrijven, hoogedele Theofilus,  Lu 1:4  <u>opdat u de zekerheid kent</u> van de dingen waarin u bent onderwezen. (Telos)''</blockquote>
 
Lukas verhaalt 'de zaken die zich onder ons voltrokken hebben', zoals de geboorte van Jezus, zijn woorden en daden, zijn verwerping, sterven, opstanding en hemelvaart. Velen (!) hebben ondernomen een verhaal daarvan op te stellen. Hun bronnen waren ooggetuigen. Ook Lucas heeft een verhaal opgesteld, één van de vier evangeliën, nadat hij 'alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht' had. Hij schrijft zijn verhaal aan ene Theofilus, 'opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u bent onderwezen'. <blockquote>''Lu 1:1  Aangezien velen ondernomen hebben een verhaal op te stellen over de zaken die zich onder ons voltrokken hebben,  Lu 1:2  zoals zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest, ons hebben overgeleverd, Lu 1:3  heeft het ook mij goed gedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het in geregelde orde aan u te schrijven, hoogedele Theofilus,  Lu 1:4  <u>opdat u de zekerheid kent</u> van de dingen waarin u bent onderwezen. (Telos)''</blockquote>
[[Bestand:Woman standing on a rock near Villa de Leyva, Colombia (Unsplash).jpg|miniatuur|392x392px]]
 
<blockquote>''Lu 1:1  Aangezien velen ondernomen hebben een verhaal op te stellen over de zaken die zich onder ons voltrokken hebben,  Lu 1:2  zoals zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest, ons hebben overgeleverd, Lu 1:3  heeft het ook mij goed gedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het in geregelde orde aan u te schrijven, hoogedele Theofilus,  Lu 1:4  <u>opdat u de zekerheid kent</u> van de dingen waarin u bent onderwezen. (Telos)''</blockquote>
 
Het is vast en zeker dat de zaken die Lukas beschrijft, zich in die tijd voltrokken hadden. Wanneer Theofilus gelooft aan het verslag van Lukas, gelooft hij aan zaken die zeker zijn. Zijn subjectieve zekerheid is gegrond op de objectieve zekerheid van zaken waar Lucas en hij niet omheen kunnen. Lucas schreef Theofilus 'opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u bent onderwezen' (Luc. 1:4).
 
De subjectieve zekerheid van mijn geloof is gegrond op de objectieve zekerheid van het heil. En dit heil is zeker, omdat we een betrouwbare overlevering hebben van 'zaken die zich onder ons voltrokken hebben' (Lucas), en omdat God getrouw is en zijn beloften zal vervullen, en omdat de Heilige Geest ons geloof bevestigt. Mijn verzekerd-zijn is gebaseerd op een zekerheid buiten mij: zaken die zich buiten mij hebben voltrokken, beloften van God die tot mij komen. Stel, ik sta op een vaste rots. Mijn inwendige zekerheid en de zekerheid van mijn staan, mijn bestaan, is gegrond op de zekerheid van de rots. Mijn gevoelens en gedachten kunnen onvast zijn, heen en weer geslingerd worden, de grond onder mij is vast. Deze vastheid moet mij gerust stellen in mijn staan en bestaan.
 
<Youtube width="768" height="432">JcUzHyOhIdw</youtube><BR>''My Hope is Built on Nothing Less | Fountainview Academy | The Great Controversy''. Fountainview Academy, 16 mrt. 2018. Duur: 2 min. 39 sec. Mijn hoop is op Jezus, de Rots, en op Zijn voor mij vergoten bloed.
Jezus is de rots. Al is Hij geslagen, Hij is de steenrots gebleven. Hij, de Geslagene, geeft ons geestelijk voedsel en geestelijke drank. Lezen van Gods Woord versterkt en verkwikt ons en geeft ons zekerheid. <blockquote>''1Co 10:3  allen hetzelfde geestelijke voedsel aten 1Co 10:4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken. (Want zij dronken uit een geestelijke steenrots die volgde; de steenrots nu was Christus.) (Telos)''</blockquote>Paulus was eens een vervolger van de gemeente. Jezus was voor hem "een rots der ergernis". Maar hij kon niet om de objectieve zekerheid van de opgestane Heer heen. Hij verkreeg de overtuiging dat Jezus de heiland van de wereld is, ook zijn heiland. Paulus haalt de Schrift aan die zegt: 'wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden'. <blockquote>''Ro 9:33  zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. (Telos)''</blockquote>Petrus, een ooggetuige van Jezus, schreef: <blockquote>''1Pe 2:7  Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’. (Telos)''</blockquote>Nicolaas Beets (1814-1903) schreef: "Zolang wij geloven in de leugen van onze harten, die de zaligheid enigszins als een loon van onze strijd, of loop, of lijden, of dood doet voorkomen, is daar geen plaats voor het geloof in Hem. Zolang wij iets hopen van onze goede werken, hebben wij alles te vrezen van onze zonden; zo blijven wij geslingerd tussen hoop en vrees. Pas als wij ons geheel vertrouwen alleen stellen op het werk van Christus, hebben wij niets meer te duchten; onze zaligheid is dan zo zeker als Zijn volmaaktheid. Verstaat u dat? Ach, dat u het leerde verstaan. (...) Uit genade wordt men zalig, door het geloof niet uit de werken; de zaligheid, zij is Gods gave, Gods gave in Christus. Die de genade als genade, de gave als gave aanneemt wordt zalig. Die gelooft is van zijn zaligheid zeker, want het geloof is het aannemen van de zaligheid. Niet: hoe heet u? of wat heeft u verricht? is de vraag; naar: Gelooft u? Wilt u al uw werken vergeten en uit genade zalig worden? Wilt u uw onkunde belijden en op de liefdemacht van Christus rekenen? Zo ja! dan is de zaligheid en zekerheid aan u. De zaligheid is de gelovige zeker, niet omdat hij degene is, die gelooft, maar omdat Christus Die is, die alle geloof waardig is." (...) De verzekering van de zaligheid is een deel, waartoe alle oprechte belijders van Christus geroepen zijn. Wij zagen haar door de leer van de dwalenden als een schadelijke en gruwelijke hoogmoed afgewezen; en op die grond moet haar afwijzen een ieder, die onbekend is met de aard van deze verzekering en de grond waarop zij, die niet voelt hoe het denkbeeld van geloof in niets dan enkel genade, alle denkbeeld van hoogmoed voor ‘s hands uitsluit.<ref name=":0">Aangehaald in: Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 2 Tim. 4:8.</ref>
 
Jezus is de rots. Al is Hij geslagen, Hij is de steenrots gebleven. Hij, de Geslagene, geeft ons geestelijk voedsel en geestelijke drank. Lezen van Gods Woord versterkt en verkwikt ons en geeft ons zekerheid.
 
<blockquote>''1Co 10:3  allen hetzelfde geestelijke voedsel aten 1Co 10:4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken. (Want zij dronken uit een geestelijke steenrots die volgde; de steenrots nu was Christus.) (Telos)''</blockquote>
 
Paulus was eens een vervolger van de gemeente. Jezus was voor hem "een rots der ergernis". Maar hij kon niet om de objectieve zekerheid van de opgestane Heer heen. Hij verkreeg de overtuiging dat Jezus de heiland van de wereld is, ook zijn heiland. Paulus haalt de Schrift aan die zegt: 'wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden'.
 
<blockquote>''[[Romeinen 9]]:33  zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, <u>zal niet beschaamd worden</u>’. (Telos)''</blockquote>Even later herhaalt Paulus:<blockquote>''[[Romeinen 10]]:11 Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, <u>zal niet beschaamd worden</u>’. (Telos)''</blockquote>Petrus, een ooggetuige van Jezus, schreef:
 
<blockquote>''1Pe 2:7  Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’. (Telos)''</blockquote>
 
Jezus is de rots. Al is Hij geslagen, Hij is de steenrots gebleven. Hij, de Geslagene, geeft ons geestelijk voedsel en geestelijke drank. Lezen van Gods Woord versterkt en verkwikt ons en geeft ons zekerheid. <blockquote>''1Co 10:3  allen hetzelfde geestelijke voedsel aten 1Co 10:4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken. (Want zij dronken uit een geestelijke steenrots die volgde; de steenrots nu was Christus.) (Telos)''</blockquote>Paulus was eens een vervolger van de gemeente. Jezus was voor hem "een rots der ergernis". Maar hij kon niet om de objectieve zekerheid van de opgestane Heer heen. Hij verkreeg de overtuiging dat Jezus de heiland van de wereld is, ook zijn heiland. Paulus haalt de Schrift aan die zegt: 'wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden'. <blockquote>''Ro 9:33  zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. (Telos)''</blockquote>Petrus, een ooggetuige van Jezus, schreef: <blockquote>''1Pe 2:7  Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’. (Telos)''</blockquote>Nicolaas Beets (1814-1903) schreef: "Zolang wij geloven in de leugen van onze harten, die de zaligheid enigszins als een loon van onze strijd, of loop, of lijden, of dood doet voorkomen, is daar geen plaats voor het geloof in Hem. Zolang wij iets hopen van onze goede werken, hebben wij alles te vrezen van onze zonden; zo blijven wij geslingerd tussen hoop en vrees. Pas als wij ons geheel vertrouwen alleen stellen op het werk van Christus, hebben wij niets meer te duchten; onze zaligheid is dan zo zeker als Zijn volmaaktheid. Verstaat u dat? Ach, dat u het leerde verstaan. (...) Uit genade wordt men zalig, door het geloof niet uit de werken; de zaligheid, zij is Gods gave, Gods gave in Christus. Die de genade als genade, de gave als gave aanneemt wordt zalig. Die gelooft is van zijn zaligheid zeker, want het geloof is het aannemen van de zaligheid. Niet: hoe heet u? of wat heeft u verricht? is de vraag; naar: Gelooft u? Wilt u al uw werken vergeten en uit genade zalig worden? Wilt u uw onkunde belijden en op de liefdemacht van Christus rekenen? Zo ja! dan is de zaligheid en zekerheid aan u. De zaligheid is de gelovige zeker, niet omdat hij degene is, die gelooft, maar omdat Christus Die is, die alle geloof waardig is." (...) De verzekering van de zaligheid is een deel, waartoe alle oprechte belijders van Christus geroepen zijn. Wij zagen haar door de leer van de dwalenden als een schadelijke en gruwelijke hoogmoed afgewezen; en op die grond moet haar afwijzen een ieder, die onbekend is met de aard van deze verzekering en de grond waarop zij, die niet voelt hoe het denkbeeld van geloof in niets dan enkel genade, alle denkbeeld van hoogmoed voor ‘s hands uitsluit.<ref name=":0">Aangehaald in: Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 2 Tim. 4:8.</ref>
 
== De grond van onze zekerheid ==
'''Gods Woord en getrouwheid.''' De grond van onze subjectieve zekerheid is het woord van God en daarmee van God Zelf.
De grond van onze subjectieve zekerheid is het woord van God en daarmee van God Zelf. De apostel Paulus heeft bijzondere 'religieuze ervaringen' gehad, maar ook hij beroept zich op het woord van God, 'want de Schrift zegt'.<blockquote>''Ro 10:8 ... Dit is het woord van het geloof dat wij prediken: Ro 10:9 dat, als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, <u>u behouden zult worden</u>. Ro 10:10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Ro 10:11 Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, <u>zal niet beschaamd worden</u>’. Ro 10:12 Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek, want dezelfde Heer van allen is rijk jegens allen die Hem aanroepen: Ro 10:13 ‘want ieder die de naam van de Heer zal aanroepen, <u>zal behouden worden</u>’. (TELOS)''</blockquote>Paulus haalt Gods woorden aan in de verzen 11 en 13. Ook hij grondde zijn zekerheid op het woord van God.
 
DeNiet ons gevoel in de eerste plaats, maar ''de belofte'' ''van God'' is zeker, zal zeker door Hem gestand worden gedaan, vervuld worden.<blockquote>''Rom. 4:16 Daarom is het op grond van onzegeloof, subjectieveopdat zekerheidhet naar genade zou zijn, zodat <u>de belofte zeker</u> zou zijn voor het hele nageslacht, niet alleen dat wat uit de wet is, maar ook dat wat uit het woordgeloof van GodAbraham enis, daarmeedie een vader is van Godons Zelf.allen'' (Telos)</blockquote>De apostel Paulus heeft bijzondere 'religieuze ervaringen' gehad, maar ook hij beroept zich op het woord van God, 'want de Schrift zegt'.<blockquote>''Ro 10:8 ... Dit is het woord van het geloof dat wij prediken: Ro 10:9 dat, als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, <u>u behouden zult worden</u>. Ro 10:10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Ro 10:11 Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, <u>zal niet beschaamd worden</u>’. Ro 10:12 Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek, want dezelfde Heer van allen is rijk jegens allen die Hem aanroepen: Ro 10:13 ‘want ieder die de naam van de Heer zal aanroepen, <u>zal behouden worden</u>’. (TELOS)''</blockquote>Paulus haalt Gods woorden aan in de verzen 11 en 13. ''Ook hij'' grondde zijn zekerheid op het woord van God.
 
De predikant Octavius Winslow (1808-1878) zei treffend: ''“Wie de zekerheid van de zaligheid zoekt in het werk van de Heilige Geest in het hart, is als iemand die het anker van een schip in de lading gooit. Maar dat geeft een schip nooit houvast. Het schip ligt alleen vast als het anker naar buiten geworpen wordt.”''
Regel 47 ⟶ 64:
 
Er waren eens twee armen<ref>Illustratie ontleend aan Nicolaas Beets, die haar geeft in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 2 Tim. 4:8. </ref>. Aan beiden was een maaltijd beloofd in de keuken van een rijke. De een geloofde dat hij die avond eten zou; de andere schudde bedenkelijk het hoofd en zei, "dat hij het wel hoopte, maar nog zo zeker niet durfde zeggen." De eerste had de rijke op zijn woord vertrouwd. Is dat hoogmoed? Nee. De laatste wantrouwde hem. Is dat nederigheid? Nee.
 
'''Harde feiten.''' Verder, God geeft zekerheid door harde feiten, inzonderheid het harde feit van Jezus' opstanding. De christenvervolger Saulus werd met dat harde feit geconfronteerd. Hij kon niet om de opstanding van Jezus van Nazareth heen. Later zal hij er de mensen in Athene op wijzen. <blockquote>''Hnd 17:30 Met voorbijzien dan van de tijden der onwetendheid beveelt God nu aan de mensen, dat zij zich allen overal moeten bekeren, Hnd 17:31  omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij het aardrijk in gerechtigheid zal oordelen door een man die Hij daartoe heeft bestemd, <u>waarvan Hij aan allen zekerheid heeft gegeven door Hem uit de doden op te wekken</u>.'' (Telos)</blockquote>De zekerheid van Jezus' opstanding was zo groot dat de apostelen van de Heer bereid waren hun leven voor Hem op te offeren, de marteldood te sterven.
 
== Abraham ons voorbeeld ==
Abraham is onze 'vader' in het geloof. Hij is ook ons ''voorbeeld, ons'' voorbeeld van verzekerd-zijn. Abraham, ongeveer honderd jaar oud, terwijl zijn lichaam en de moederschoot van Sarah afgestorven waren (Rom. 4:19, was 'ten volle verzekerd' dat God zijn belofte gestandvan een talrijk nageslacht zou doennakomen. <blockquote>''Ro 4:18  die tegen hoop op hoop heeft geloofd, opdat hij een vader van vele volken zou worden, volgens wat gezegd was: ‘Zo zal uw nageslacht zijn’. Ro 4:19  En niet zwak in het geloof lette hij niet op zijn eigen al afgestorven lichaam, daar hij ongeveer honderd jaar oud was, en niet op het afgestorven zijn van de moederschoot van Sara;   Ro 4:20  en hij twijfelde niet aan de belofte van God door het ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God heerlijkheid gaf Ro 4:21 en <u>ten volle verzekerd</u> was, dat wat Hij beloofd heeft, Hij ook machtig is te doen. (TELOS)''</blockquote>Hij was er zeker van dat hij een kind zou krijgen, hoewel hij, gezien zijn en Sara's leeftijd en lichaam, geen kind zou kunnen krijgen. Zijn zekerheid berustte dus niet op zijn kennis van het menselijk lichaam en van de natuurlijke loop der dingen, maar op vertrouwen op God en Diens belofte en almacht. God zegt het, God kan het en God zal het doen. Evenals Abraham mogen wij verzekerd zijn, zekerheid van het geloof hebben, doordat we van God zeker kunnen zijn. God is het voorwerp van ons geloof en daarmee de grond van onze zekerheid. Hij zal ons geloof niet beschamen.
 
== Rechthebbende ==
Regel 122 ⟶ 141:
Wij worden uit genade behouden, niet op grond van werken of verdienste. Maar behouden worden heeft wel twee kanten: Gods kant en onze kant. God doet iets en wij doen iets. Stel, wij zijn drenkelingen in de zee. Gelukkig nadert de redding in de vorm van een man in een boot. Wij zijn moe, maar zijn er met ons verstand en onze wil en onze handen bij, wij zullen niet bewusteloos in de boot komen. In de boot staat een man. Als hij roept "grijp dat touw" of "houd je hieraan vast" of een andere aanwijzing geeft, dan moeten wij er, ter wille van ons behoud, gevolg aan geven. Er wordt van ons ''enige'' activiteit gevraagd. Wij kunnen onszelf alleen niet redden. Maar we moeten wel <u>iets</u> doen. Als we zodoende gered worden, zullen wij niet roemen in onszelf, maar in de redder. Hij zal niet ons bedanken, maar wel blij zijn met onze redding.
 
Lot en de zijnen werden door twee engelen meegetrokken uit Sodom. De engelen moesten hen echt bij de hand grijpen en meetrekken.<blockquote>''Ge 19:16  Maar hij vertoefde; zo grepen dan die mannen zijn hand, en de hand zijner vrouw, en de hand zijner twee dochteren, om de verschoning des HEEREN over hem; en zij brachten hem uit, en stelden hem buiten de stad.'' (SV)</blockquote>De mede-werking van Lot en de zijnen bestond in mee-gaan, mee-lopen, zelf een stap zetten, de een na de andere stap. Zonder het werk van de beide reddende engelen waren zij verloren gegaan. Eenmaal buiten gebracht ontmoetten zij de HEERE, die hen iets gebiedt.<blockquote>''Ge 19:17  En het geschiedde als zij hen uitgebracht hadden naar buiten, zo zeide Hij: <u>behoud u om uws levens wil</u>; zie niet achter u om, en sta niet op deze ganse vlakte; <u>behoud u</u> naar het gebergte heen, opdat gij niet omkomt. (...) Ge 19:22 Haast, behoud u ...'' (SV)</blockquote>
 
"Behoud u ... behoud u ... haast u, behoud u". Dat droeg God Lot op. Hij moest iets ''doen.'' Lot vlucht dan, met Gods goedvinden, naar Zoar. Voordat Lot zijn vlucht vervolgt, erkent hij dat God zijn ziel behoudt bij het leven. <blockquote>''Ge 19:19  Zie toch, Uw knecht heeft genade gevonden in Uw ogen, en Gij hebt Uw weldadigheid groot gemaakt, <u>die Gij aan mij gedaan hebt, om mijn ziel te behouden bij het leven</u>; ...'' (SV) </blockquote><blockquote>''Ge 19:29  En het geschiedde, toen God de steden dezer vlakte verdierf, dat God aan Abraham gedacht, en Hij leidde Lot uit het midden dezer omkering, in het omkeren dier steden, in welke Lot gewoond had.'' (SV) </blockquote>Het was dankzij Abraham. En het was Gods uitleiding.
 
God roept de goddeloze op zich te bekeren. <blockquote>''Ezechiël 33:11  Zeg tot hen: [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen! maar daarin [heb] [Ik] [lust], dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls?'' (SV) </blockquote>Het tweemaal "Bekeert u, bekeert u!" heeft geen zin als de goddeloze zich niet kan bekeren. God vraagt niet het onmogelijke van ons.
 
Het is dankzij Jezus, en het is Gods uitleiding, als wij behouden worden. Het werk dat God van ons vraagt is: bekering en geloof. God trekt aan ons, trekt ons mee, maar wij moeten meegaan, zódoende meewerken. God keert ons om, wij moeten meedraaien. Wij moeten iets ''doen:'' ons omkeren (''bekeren'') en ''geloven''.
Regel 140 ⟶ 161:
== Gevolg van geloofszekerheid ==
"Meent u niet, dat er ook in deze tijd meer kan worden uitgericht voor het koninkrijk van God, meer geijverd voor het heil van de zielen, meer overvloedige vrucht van de Christelijke liefde en zelfverloochening zou worden gezien, als er wat meer belijders van Christus gevonden werden in het volle, heldere bezit van een blijdschap, die niemand van hen zou kunnen wegnemen? Zou niet de verwachting van de toekomst van de Heere een zichtbare invloed hebben op het heilig leven en de waakzaamheid van de gemeente, als die gemeente meer uit degenen bestond, die haar met een gans rustig, gans verzekerd hart tegemoet zagen?" (Nicolaas Beets)<ref name=":0" />.
 
== Bron ==
H. Moll, ''Wat zegt Gods Woord over ...?; enige belangrijke onderwerpen door Gods Woord belicht,'' deel II (Dordrecht, H. Moll, z.j.), blz. 59-60. Tekst hiervan is, onder toestemming, op 7 feb. 2018 verwerkt.
 
== Meer weten ==
Regel 157 ⟶ 175:
==== Video ====
Jacques Brunt, [https://www.youtube.com/watch?v=fttYzSJlfQw Geloofszekerheid]. Video geüpload op 25 april 2013 door CIP.nl op Youtube.com. Speelduur: 7 min 34 sec.
 
'''Muziekvideo.''' Ter bevordering van geloofszekerheid:
 
[https://www.youtube.com/watch?v=ZONqYAYjSNk Op het Godslam rust mijn ziele - Nederland Zingt]. Youtube.com: Nederland Zingt, 5 dec. 2018. Duur: 3 min. 27 sec.
 
=== Engels ===
John Ankerberg & John Weldon, ''How to Know with Absolute Certainty That You're Going to Heaven''. Uitgever: Atri, 2013. Pagina's: 166.
 
[http://www.viewpure.com/e4OSxmaJLNg Once Saved, Always Saved — Truth or Delusion]? Youtube.com: Soothkeep,26 sept. 2022. Duur: 26 min. 54 sec. Bijbelonderzoeker Lee Brainard geeft negen argumenten voor de stelling 'Eens behouden, altijd behouden'. Hij gaat in op Schriftpassages betreffende geloofsafval.
 
'''Engelse muziekvideo'''
 
[https://www.youtube.com/watch?v=AHe_qmo3gX4 It Is Well With My Soul]. Youtube.com: katiekatew, 28 jan. 2010. Duur: 5 min. 8 sec. De Engelse liedtekst is mee te lezen.
 
== Bron ==
H. Moll, ''Wat zegt Gods Woord over ...?; enige belangrijke onderwerpen door Gods Woord belicht,'' deel II (Dordrecht, H. Moll, z.j.), blz. 59-60. Tekst hiervan is, onder toestemming, op 7 feb. 2018 verwerkt.
 
== Voetnoten ==