Zekerheid van het geloof: verschil tussen versies

279 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 29:
 
De grond van mijn subjectieve zekerheid moet het woord van God zijn. Zij die de uitspraken, in Gods woord gegeven, onvoorwaardelijk aanvaarden en dus van harte in de de Heer Jezus geloven als hun Zaligmaker, hebben reeds op aarde grote zekerheid betreffende hun behoudenis.
Lukas verhaalt 'de zaken die zich onder ons voltrokken hebben', zoals de geboorte van Jezus, zijn woorden en daden, zijn verwerping, sterven, opstanding en hemelvaart. Velen (!) hebben ondernomen een verhaal daarvan op te stellen. Hun bronnen waren ooggetuigen. Ook Lucas heeft een verhaal opgesteld, één van de vier evangeliën, nadat hij 'alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht' had. Hij schrijft zijn verhaal aan ene Theofilus, 'opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u bent onderwezen'. <blockquote>''Lu 1:1  Aangezien velen ondernomen hebben een verhaal op te stellen over de zaken die zich onder ons voltrokken hebben,  Lu 1:2  zoals zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest, ons hebben overgeleverd, Lu 1:3  heeft het ook mij goed gedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het in geregelde orde aan u te schrijven, hoogedele Theofilus,  Lu 1:4  <u>opdat u de zekerheid kent</u> van de dingen waarin u bent onderwezen. (Telos)''</blockquote>
 
[[Bestand:Woman standing on a rock near Villa de Leyva, Colombia (Unsplash).jpg|miniatuur|392x392px]]
 
<blockquote>''Lu 1:1  Aangezien velen ondernomen hebben een verhaal op te stellen over de zaken die zich onder ons voltrokken hebben,  Lu 1:2  zoals zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest, ons hebben overgeleverd, Lu 1:3  heeft het ook mij goed gedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het in geregelde orde aan u te schrijven, hoogedele Theofilus,  Lu 1:4  <u>opdat u de zekerheid kent</u> van de dingen waarin u bent onderwezen. (Telos)''</blockquote>
 
Het is vast en zeker dat de zaken die Lukas beschrijft, zich in die tijd voltrokken hadden. Wanneer Theofilus gelooft aan het verslag van Lukas, gelooft hij aan zaken die zeker zijn. Zijn subjectieve zekerheid is gegrond op de objectieve zekerheid van zaken waar Lucas en hij niet omheen kunnen. Lucas schreef Theofilus 'opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u bent onderwezen' (Luc. 1:4).
 
De subjectieve zekerheid van mijn geloof is gegrond op de objectieve zekerheid van het heil. En dit heil is zeker, omdat we een betrouwbare overlevering hebben van 'zaken die zich onder ons voltrokken hebben' (Lucas), en omdat God getrouw is en zijn beloften zal vervullen, en omdat de Heilige Geest ons geloof bevestigt. Mijn verzekerd-zijn is gebaseerd op een zekerheid buiten mij: zaken die zich buiten mij hebben voltrokken, beloften van God die tot mij komen. Stel, ik sta op een vaste rots. Mijn inwendige zekerheid en de zekerheid van mijn staan, mijn bestaan, is gegrond op de zekerheid van de rots. Mijn gevoelens en gedachten kunnen onvast zijn, heen en weer geslingerd worden, de grond onder mij is vast. Deze vastheid moet mij gerust stellen in mijn staan en bestaan.
 
<Youtube width="768" height="432">JcUzHyOhIdw</youtube><BR>''My Hope is Built on Nothing Less | Fountainview Academy | The Great Controversy''. Fountainview Academy, 16 mrt. 2018. Duur: 2 min. 39 sec. Mijn hoop is op Jezus, de Rots, en op Zijn voor mij vergoten bloed.
Jezus is de rots. Al is Hij geslagen, Hij is de steenrots gebleven. Hij, de Geslagene, geeft ons geestelijk voedsel en geestelijke drank. Lezen van Gods Woord versterkt en verkwikt ons en geeft ons zekerheid. <blockquote>''1Co 10:3  allen hetzelfde geestelijke voedsel aten 1Co 10:4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken. (Want zij dronken uit een geestelijke steenrots die volgde; de steenrots nu was Christus.) (Telos)''</blockquote>Paulus was eens een vervolger van de gemeente. Jezus was voor hem "een rots der ergernis". Maar hij kon niet om de objectieve zekerheid van de opgestane Heer heen. Hij verkreeg de overtuiging dat Jezus de heiland van de wereld is, ook zijn heiland. Paulus haalt de Schrift aan die zegt: 'wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden'. <blockquote>''Ro 9:33  zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. (Telos)''</blockquote>Petrus, een ooggetuige van Jezus, schreef: <blockquote>''1Pe 2:7  Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’. (Telos)''</blockquote>Nicolaas Beets (1814-1903) schreef: "Zolang wij geloven in de leugen van onze harten, die de zaligheid enigszins als een loon van onze strijd, of loop, of lijden, of dood doet voorkomen, is daar geen plaats voor het geloof in Hem. Zolang wij iets hopen van onze goede werken, hebben wij alles te vrezen van onze zonden; zo blijven wij geslingerd tussen hoop en vrees. Pas als wij ons geheel vertrouwen alleen stellen op het werk van Christus, hebben wij niets meer te duchten; onze zaligheid is dan zo zeker als Zijn volmaaktheid. Verstaat u dat? Ach, dat u het leerde verstaan. (...) Uit genade wordt men zalig, door het geloof niet uit de werken; de zaligheid, zij is Gods gave, Gods gave in Christus. Die de genade als genade, de gave als gave aanneemt wordt zalig. Die gelooft is van zijn zaligheid zeker, want het geloof is het aannemen van de zaligheid. Niet: hoe heet u? of wat heeft u verricht? is de vraag; naar: Gelooft u? Wilt u al uw werken vergeten en uit genade zalig worden? Wilt u uw onkunde belijden en op de liefdemacht van Christus rekenen? Zo ja! dan is de zaligheid en zekerheid aan u. De zaligheid is de gelovige zeker, niet omdat hij degene is, die gelooft, maar omdat Christus Die is, die alle geloof waardig is." (...) De verzekering van de zaligheid is een deel, waartoe alle oprechte belijders van Christus geroepen zijn. Wij zagen haar door de leer van de dwalenden als een schadelijke en gruwelijke hoogmoed afgewezen; en op die grond moet haar afwijzen een ieder, die onbekend is met de aard van deze verzekering en de grond waarop zij, die niet voelt hoe het denkbeeld van geloof in niets dan enkel genade, alle denkbeeld van hoogmoed voor ‘s hands uitsluit.<ref name=":0">Aangehaald in: Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 2 Tim. 4:8.</ref>
 
Jezus is de rots. Al is Hij geslagen, Hij is de steenrots gebleven. Hij, de Geslagene, geeft ons geestelijk voedsel en geestelijke drank. Lezen van Gods Woord versterkt en verkwikt ons en geeft ons zekerheid.
 
<blockquote>''1Co 10:3  allen hetzelfde geestelijke voedsel aten 1Co 10:4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken. (Want zij dronken uit een geestelijke steenrots die volgde; de steenrots nu was Christus.) (Telos)''</blockquote>
 
Paulus was eens een vervolger van de gemeente. Jezus was voor hem "een rots der ergernis". Maar hij kon niet om de objectieve zekerheid van de opgestane Heer heen. Hij verkreeg de overtuiging dat Jezus de heiland van de wereld is, ook zijn heiland. Paulus haalt de Schrift aan die zegt: 'wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden'.
 
<blockquote>''Ro 9:33  zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. (Telos)''</blockquote>
 
Petrus, een ooggetuige van Jezus, schreef:
 
<blockquote>''1Pe 2:7  Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’. (Telos)''</blockquote>
 
Jezus is de rots. Al is Hij geslagen, Hij is de steenrots gebleven. Hij, de Geslagene, geeft ons geestelijk voedsel en geestelijke drank. Lezen van Gods Woord versterkt en verkwikt ons en geeft ons zekerheid. <blockquote>''1Co 10:3  allen hetzelfde geestelijke voedsel aten 1Co 10:4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken. (Want zij dronken uit een geestelijke steenrots die volgde; de steenrots nu was Christus.) (Telos)''</blockquote>Paulus was eens een vervolger van de gemeente. Jezus was voor hem "een rots der ergernis". Maar hij kon niet om de objectieve zekerheid van de opgestane Heer heen. Hij verkreeg de overtuiging dat Jezus de heiland van de wereld is, ook zijn heiland. Paulus haalt de Schrift aan die zegt: 'wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden'. <blockquote>''Ro 9:33  zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. (Telos)''</blockquote>Petrus, een ooggetuige van Jezus, schreef: <blockquote>''1Pe 2:7  Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’. (Telos)''</blockquote>Nicolaas Beets (1814-1903) schreef: "Zolang wij geloven in de leugen van onze harten, die de zaligheid enigszins als een loon van onze strijd, of loop, of lijden, of dood doet voorkomen, is daar geen plaats voor het geloof in Hem. Zolang wij iets hopen van onze goede werken, hebben wij alles te vrezen van onze zonden; zo blijven wij geslingerd tussen hoop en vrees. Pas als wij ons geheel vertrouwen alleen stellen op het werk van Christus, hebben wij niets meer te duchten; onze zaligheid is dan zo zeker als Zijn volmaaktheid. Verstaat u dat? Ach, dat u het leerde verstaan. (...) Uit genade wordt men zalig, door het geloof niet uit de werken; de zaligheid, zij is Gods gave, Gods gave in Christus. Die de genade als genade, de gave als gave aanneemt wordt zalig. Die gelooft is van zijn zaligheid zeker, want het geloof is het aannemen van de zaligheid. Niet: hoe heet u? of wat heeft u verricht? is de vraag; naar: Gelooft u? Wilt u al uw werken vergeten en uit genade zalig worden? Wilt u uw onkunde belijden en op de liefdemacht van Christus rekenen? Zo ja! dan is de zaligheid en zekerheid aan u. De zaligheid is de gelovige zeker, niet omdat hij degene is, die gelooft, maar omdat Christus Die is, die alle geloof waardig is." (...) De verzekering van de zaligheid is een deel, waartoe alle oprechte belijders van Christus geroepen zijn. Wij zagen haar door de leer van de dwalenden als een schadelijke en gruwelijke hoogmoed afgewezen; en op die grond moet haar afwijzen een ieder, die onbekend is met de aard van deze verzekering en de grond waarop zij, die niet voelt hoe het denkbeeld van geloof in niets dan enkel genade, alle denkbeeld van hoogmoed voor ‘s hands uitsluit.<ref name=":0">Aangehaald in: Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 2 Tim. 4:8.</ref>
 
== De grond van onze zekerheid ==