k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 35:
<blockquote>''Ro 5:20 Maar de wet is daarbij gekomen, opdat de overtreding zou toenemen; maar waar de zonde toenam, is de genade veel overvloediger geworden; (TELOS)''</blockquote>
We mogen ons verwonderen over de woorden van de genade die uit de mond van Jezus komen. <blockquote>''Lu 4:22 En allen gaven Hem getuigenis en verwonderden zich over de woorden van de genade die uit zijn mond kwamen, ... (Telos)''</blockquote>'''Verzoend, nieuwe schepsel, rechtvaardig'''. Het helpt om tot geloofszekerheid te komen, wanneer wij afzien van onze twijfel, onze innerlijke onrust, ons gevoel van onzekerheid, en zien, staren op zaken buiten ons, die het fundament van onze zekerheid vormen. Niet zien of staren op onze voeten, maar zien op de rots waarop onze voeten staan. ("de steenrots nu was Christus", 1 Cor. 10:4).
De gelovige is met God verzoend, door iets ''buiten'' hemzelf: de dood van iemand anders, namelijk Jezus. <blockquote>''Ro 5:10 Want als wij, toen wij vijanden waren, <u>met God verzoend zijn door de dood van zijn Zoon</u>, veel meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door zijn leven. (TELOS)''</blockquote>De gelovige is geen doemwaardige, maar een rechtvaardige, en dit niet door eigen gehoorzaamheid, maar door de gehoorzaamheid van ''iemand anders'', namelijk de Heer Jezus.<blockquote>''Ro 5:19 Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens de velen tot zondaars zijn gesteld, zo zullen ook <u>door de gehoorzaamheid van de Ene de velen tot rechtvaardigen gesteld worden</u>. (TELOS)''</blockquote>De gelovige is voor God een nieuw schepsel, niet uit of in zichzelf, maar in verbinding met Christus, "in Christus ... en dit alles is uit God". <blockquote>"''Zo is dan wie <u>in Christus is een nieuwe schepping</u>: het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. En dit alles is uit God, die door Christus ons met zlch verzoend heeft''." (2 Cor. 5:17-18).</blockquote>'''Beloofd is beloofd'''. Dat kunnen mensen zeggen. Maar als God iets belooft, kunnen wij er zeker van zijn. De Heer Jezus geeft de gelovigen eeuwig leven en, zegt Hij, "''zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit mijn hand raven, niemand kan iets roven uit de hand van mijn Vader. Ik en de Vader zijn één''." (Joh. 10:28)
| |||