Zekerheid van het geloof: verschil tussen versies

2.667 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 87:
 
''Efe 2:18  Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de <u>toegang</u> tot de Vader. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Efe 3:12  In Denwelken wij hebben de vrijmoedigheid, en den <u>toegang</u> met vertrouwen, door het geloof aan Hem. (SV)''</blockquote><blockquote>''Efe 3:12  In Hem hebben wij de vrijmoedigheid en de <u>toegang</u> met vertrouwen, door het geloof in Hem. (HSV)''</blockquote>
 
== Behoudenis: Gods werk en ons aandeel ==
Wij worden uit genade behouden, niet op grond van werken of verdienste. Maar behouden worden heeft wel twee kanten: Gods kant en onze kant. God doet iets en wij doen iets. Stel, wij zijn drenkelingen in de zee. Gelukkig nadert de redding in de vorm van een man in een boot. Wij zijn moe, maar zijn er met ons verstand en onze wil en onze handen bij, wij zullen niet bewusteloos in de boot komen. In de boot staat een man. Als hij roept "grijp dat touw" of "houd je hieraan vast" of een andere aanwijzing geeft, dan moeten wij er, ter wille van ons behoud, gevolg aan geven. Er wordt van ons ''enige'' activiteit gevraagd. Wij kunnen onszelf alleen niet redden. Maar we moeten wel <u>iets</u> doen. Als we zodoende gered worden, zullen wij niet roemen in onszelf, maar in de redder. Hij zal niet ons bedanken, maar wel blij zijn met onze redding.
 
Lot en de zijnen werden door twee engelen meegetrokken uit Sodom. De engelen moesten hen echt bij de hand grijpen en meetrekken.<blockquote>''Ge 19:16  Maar hij vertoefde; zo grepen dan die mannen zijn hand, en de hand zijner vrouw, en de hand zijner twee dochteren, om de verschoning des HEEREN over hem; en zij brachten hem uit, en stelden hem buiten de stad.'' (SV)</blockquote>De mede-werking van Lot en de zijnen bestond in mee-gaan, mee-lopen. Zonder het werk van de beide reddende engelen waren zij verloren gegaan. Eenmaal buiten gebracht ontmoetten zij de HEERE, die hen iets gebiedt.<blockquote>''Ge 19:17  En het geschiedde als zij hen uitgebracht hadden naar buiten, zo zeide Hij: <u>behoud u om uws levens wil</u>; zie niet achter u om, en sta niet op deze ganse vlakte; <u>behoud u</u> naar het gebergte heen, opdat gij niet omkomt.'' (SV)</blockquote>"Behoud u ... behoud u". Dat droeg God hen op. Ze moesten iets ''doen.'' Lot vlucht dan, met Gods goedvinden, naar Zoar.
 
Het werk dat God van ons vraagt is bekering en geloof. God trekt aan ons, trekt ons mee, maar wij moeten meewerken. God keert ons om, wij moeten meedraaien. Wij moeten iets ''doen:'' ons omkeren (''bekeren'') en ''geloven''.
 
Wat moeten wij ''doen'' om de werken van God te werken? vroegen mensen aan Jezus. Zijn antwoord: geloven in Mij. <blockquote>''Joh 6:27  Werkt niet om het voedsel dat vergaat, maar om het voedsel dat blijft tot in het eeuwige leven, dat de Zoon des mensen u zal geven, want Hem heeft de Vader, God, verzegeld. Joh 6:28  Zij zeiden dan tot Hem: Wat moeten wij <u>doen</u>, opdat wij de werken van God werken?  Joh 6:29  Jezus antwoordde en zei tot hen: Dit is het werk van God, dat <u>u gelooft</u> in Hem die Hij heeft gezonden.'' (Telos)</blockquote>
 
== Vastheid en bevestiging ==