Zerubbabel: verschil tussen versies

Geen verandering in de grootte ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 10:
|}
 
Hij was de zoon van Pedaja en waarschijnlijk op grond van leviraats- en erfrecht de zoon van de Seálthiël (Neh. 12:1; Hag. 1:14; 2;2), de zoon van Assir (1 Kron. 3:17), de zoon van koning Jechonia. Sealthiël stierf waarschijnlijk zonder mannelijke nakomelingen, met achterlating van zijn vrouw als weduwe. Na Sealthiël’s dood had zijn broeder Pedaja de leviraatsplicht vervuld en in de echt met zijn schoonzuster Zerubbabel verwekt. Volgens het erfrecht gold Zerubbabel als zoon van Sealthiël gold en plantte als hij diens erfgenaam zijndiens geslacht voort. Volgens dit erfrecht is in de Schriftplaatsen bij Haggaï en Ezra, zowel als in het geslachtregister bij Mattheüs Zerubbabel als zoon van Sealthiël genoemd<ref>Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting)'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 1 Kron. 3:17 door Keil. Tekst hiervan is verwerkt.</ref>.
 
Zerubbabel kreeg acht kinderen: zeven zonen en een dochter. <blockquote>''1Kr 3:19 De zonen van Pedaja waren Zerubbabel en Simeï. De zonen van Zerubbabel waren Mesullam en Hananja, en Selomith was hun zuster. 1Kr 3:20 En vervolgens Hasuba, Ohel, Berechja, Hasadja, Jusabhesed, vijf zonen. (HSV)''</blockquote>Zerubbabel was derhalve een achterkleinkind van koning Jechonia van Juda en daarmee een afstammeling van David. Hij heette wegens zijn koninklijke afkomst ‘vorst van Juda’ (Hag. 1:14, 2:2, 22).