Ziel: verschil tussen versies

51 bytes toegevoegd ,  8 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Adam werd bij zijn schepping een 'levende ziel'. Lichaam + levensadem (adem van de levensgeest, levensgeest) = levende ziel.  
 
<blockquote>''Ge 2:7 En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een <u>levende ziel</u>.''<br> (SV)<br>''1Co 15:45 Zo staat er ook geschreven: ‘De eerste mens, Adam, werd tot een <u>levende ziel</u>’; de laatste Adam tot een levendmakende geest.''<br> (TELOS)</blockquote>
 
'''Leven'''.- Opvallend is dat 'ziel' dikwijls in verband met leven staat. De uitdrukking 'levende ziel(en)' komt vaak voor in de Schrift, met betrekking beide tot mensen en dieren. 
Regel 43:
Dieren hebben een levensgeest, een beginsel van leven. Deze levensgeest komt van God, die is “de God der geesten van alle vlees” (Num. 16:22). Van de mensen en dieren die door de zondvloed omkwamen, zegt de Schrift
 
<blockquote>''Ge 6:17 Want Ik, zie, Ik breng een watervloed over de aarde, om alle vlees, waarin een geest des levens [is], van onder den hemel te verderven; al wat op de aarde [is], zal den geest geven.'' (SV)<br>''Ge 7:22 Al wat een adem des geestes des levens in zijn neusgaten [had], van alles wat op het droge was, is gestorven.'' (SV)</blockquote>
 
Lichaam + levensadem (adem van de levensgeest, levensgeest) = levende ziel.
Regel 51:
Doordat niet alleen de mens, maar ook het dier een lichaam met een levensadem heeft, zijn dieren ook levende zielen.
 
<blockquote>''Ge 1:20  En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende <u>zielen</u>; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!'''</blockquote>
<blockquote>''Ge 1:20  En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende <u>zielen</u>; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!''''Ge 1:21 En God schiep de grote walvissen, en alle levende wremelende <u>ziel</u>, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed [was].''<br>''Ge 1:24 En God zeide: De aarde brenge levende <u>zielen</u> voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo.''<br>''Ge 2:19 Want als de HEERE God uit de aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zo als Adam alle levende <u>ziel</u> noemen zoude, dat [zou] haar naam [zijn].<br>Ge 9:10 En met alle levende <u>ziel</u>, die met u [is], van het gevogelte, van het vee, en van alle gedierte der aarde met u; van allen, die uit de ark gegaan zijn, tot al het gedierte der aarde toe.<br>Ge 9:12 En God zeide: Dit [is] het teken des verbonds, dat Ik geef tussen Mij en tussen ulieden, en tussen alle levende <u>ziel</u>, die met u [is], tot eeuwige geslachten.<br>Ge 9:15 Dan zal Ik gedenken Mijn verbond, hetwelk is tussen Mij en tussen u, en tussen alle levende <u>ziel</u> van alle vlees; en de wateren zullen niet meer wezen tot een vloed, om alle vlees te verderven.<br>Ge 9:16 Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende <u>ziel</u>, van alle vlees, dat op de aarde is.<br>Le 11:10 Maar al wat in de zeeen en in de rivieren, van alle gewemel der wateren, en van alle levende <u>ziel</u>, die in de wateren is, geen vinnen of schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.''<br>''Le 11:46 Dit is de wet van de beesten, en van het gevogelte, en van alle levende <u>ziel</u>, die zich roert in de wateren, en van alle <u>ziel</u>, die kruipt op de aarde;<br>Eze 47:9 Ja, het zal geschieden, [dat] alle levende <u>ziel</u>, die er wemelt, overal, waarhenen een der twee beken zal komen, leven zal, en daar zal zeer veel vis zijn, omdat deze wateren daarhenen zullen gekomen zijn, en zij zullen gezond worden, en het zal leven, alles, waarhenen deze beek zal komen.''<br>(SV)</blockquote>
 
<blockquote>''Ge 1:20  En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende <u>zielen</u>; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!''''Ge 1:21 En God schiep de grote walvissen, en alle levende wremelende <u>ziel</u>, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed [was].''<br>''Ge 1:24 En God zeide: De aarde brenge levende <u>zielen</u> voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo.''<br>''Ge 2:19 Want als de HEERE God uit de aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zo als Adam alle levende <u>ziel</u> noemen zoude, dat [zou] haar naam [zijn].<br>Ge 9:10 En met alle levende <u>ziel</u>, die met u [is], van het gevogelte, van het vee, en van alle gedierte der aarde met u; van allen, die uit de ark gegaan zijn, tot al het gedierte der aarde toe.<br>Ge 9:12 En God zeide: Dit [is] het teken des verbonds, dat Ik geef tussen Mij en tussen ulieden, en tussen alle levende <u>ziel</u>, die met u [is], tot eeuwige geslachten.<br>Ge 9:15 Dan zal Ik gedenken Mijn verbond, hetwelk is tussen Mij en tussen u, en tussen alle levende <u>ziel</u> van alle vlees; en de wateren zullen niet meer wezen tot een vloed, om alle vlees te verderven.<br>Ge 9:16 Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende <u>ziel</u>, van alle vlees, dat op de aarde is.<br>Le 11:10 Maar al wat in de zeeen en in de rivieren, van alle gewemel der wateren, en van alle levende <u>ziel</u>, die in de wateren is, geen vinnen of schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.''<br>''Le 11:46 Dit is de wet van de beesten, en van het gevogelte, en van alle levende <u>ziel</u>, die zich roert in de wateren, en van alle <u>ziel</u>, die kruipt op de aarde;<br>Eze 47:9 Ja, het zal geschieden, [dat] alle levende <u>ziel</u>, die er wemelt, overal, waarhenen een der twee beken zal komen, leven zal, en daar zal zeer veel vis zijn, omdat deze wateren daarhenen zullen gekomen zijn, en zij zullen gezond worden, en het zal leven, alles, waarhenen deze beek zal komen.''<br>(SV)</blockquote>
 
In Opb. 16:3 lezen we van ‘elke levende ziel, alles wat in de zee is’.
Regel 59 ⟶ 61:
Dieren zijn zielen en zij hébben een ziel.
 
<blockquote>''Ge 1:30 Maar aan al het gedierte der aarde, en aan al het gevogelte des hemels, en aan al het kruipende gedierte op de aarde, waarin een levende <u>ziel</u> [is], [heb] [Ik] al het groene kruid tot spijze [gegeven]. En het was alzo.''''Job 12:10 In Wiens hand de <u>ziel</u> is van al wat leeft, en de geest van alle vlees des mensen.''<br>(SV)</blockquote>
 
<blockquote>''Job 12:10 In Wiens hand de <u>ziel</u> is van al wat leeft, en de geest van alle vlees des mensen.'''''<br>'''(SV)</blockquote>
 
Opb. 8:9 zegt van de zeedieren: ‘de schepselen in de zee, die zielen hadden’.