Zondaar: verschil tussen versies

275 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
 
Regel 46:
Hoewel een gelovige niet langer een zondaar is, d.w.z. niet langer in de zonde leeft, is de gelovige nog altijd behept met een zondige geaardheid. Hij kan hierdoor tot zonde komen, soms (of dikwijls) zondigt hij en daardoor is hij praktisch niet volmaakt. Hij hoeft echter niet in de macht van de zonde te leven en een zondig leven te leiden.
 
Terwijl Paulus schrijft dat wij, gelovigen, zondaars ''waren'', is hij zich bewust van de tegenwoordigheid der zonde in zijn vlees, van de zondige neigingen van het vlees en van zijn vroegere zondige gedrag. Daarom kan hij ook schrijven dat hij de voornaamste van de zondaren ''is'' (tegenwoordige tijd) niet ''was'' of ''is geweest.'' <blockquote>''1Ti 1:12  Ik dank Christus Jezus, onze Heer, die mij kracht gegeven heeft, dat Hij mij trouw heeft geacht, daar Hij mij in de bediening gesteld heeft,  1Ti 1:13  mij die vroeger een lasteraar, een vervolger en een smader was; maar mij is barmhartigheid bewezen, omdat ik het onwetend heb gedaan, in ongeloof;  1Ti 1:14  en de genade van onze Heer is meer dan overvloedig geweest met geloof en liefde, die in Christus Jezus is. 1Ti 1:15  Het woord is betrouwbaar en alle aanneming waard, dat Christus Jezus in de wereld is gekomen om <u>zondaars</u> te behouden, <u>van wie ik de voornaamste ben</u>.  1Ti 1:16  Maar mij is daarom barmhartigheid bewezen, opdat Christus Jezus aan mij, de voornaamste, al zijn lankmoedigheid bewees tot een voorbeeld voor hen die in Hem zouden geloven tot het eeuwige leven.'' ''1Ti 1:16  Maar mij is daarom barmhartigheid bewezen, opdat Christus Jezus aan <u>mij, de voornaamste</u>, al zijn lankmoedigheid bewees tot een voorbeeld voor hen die in Hem zouden geloven tot het eeuwige leven''. (Telos)</blockquote>
 
Hoewel hij een heilig leven leidde, maakte hij zich één met zondaars, "van wie ik de voornaamste ben", "mij, de voornaamste". Die tegenwoordige vereenzelviging doet denken aan de Heer Jezus, die, hoewel Hij (alleen Hij als mens) zondeloos en volstrekt heilig was, zich door een verbaasde Johannes liet dopen, die tot dan toe berouw hebbende zondaars dooptehad gedoopt.
 
Soms moet een gelovige als zondaar worden aangesproken of worden behandeld, als hij op een bepaald punt blijft zondigen.<blockquote>''Jak 4:4 Overspeligen, weet u niet dat de vriendschap jegens de wereld vijandschap is jegens God? Wie dus een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God. (...) Jak 4:8 Nadert tot God en Hij zal tot u naderen. Reinigt de handen, <u>zondaars</u>, en zuivert de harten, wankelmoedigen. (Telos)''</blockquote><blockquote>''Jak 5:20 laat hij dan weten dat wie een <u>zondaar</u> van zijn dwaalweg terugbrengt, zijn ziel van de dood redden en een menigte van zonden bedekken zal. (Telos)''</blockquote>