Zondvloed: verschil tussen versies

48 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 158:
 
Bij de '''Chinezen''' is het Confucius die het eerst van de zondvloed gewag maakt. We vinden de overlevering dat - naar onze tijdrekening 2297 v. Chr. - de vloed tot aan de hemel steeg, de bergen bedekte, en het gehele Rijk overstroomde. Naderhand was alles in een woestijn herschapen en de wilde dieren namen de woonplaatsen van de mensen in bezit. In het lenigen van dit ontzettend onheil, maakte zich de rechtschapen, brave Jao (die met Noach te vergelijken is), hoogst verdienstelijk. De ellende was verschrikkelijk. Hij zond zijn beroemden zoon Schim (Schem) uit om de hossen af te branden en de moerassen droog te maken; terwijl Ju na veeljarige en ongehoorde moeite eindelijk gelukkig genoeg was, door kanalen en het openen van de monden der rivieren, het water wederom af te leiden en de aarde bewoonhaar te maken. Knen (Ham) was niet in staat dit ten uitvoer te brengen, maar zijn zoon Ju slaagde daarin zo goed dat hij het land oorbaar maakte; hij verdeelde het later in verschillende distrikten, en legde de provincies schattingen overeenkomstig hun producten op<ref>Bron: Karl Friedrich August Gutzlaff, ''Geschiedenis van het chinesche rijk'' (1852), [http://books.google.nl/books?dq=zondvloed+date:1850-1938&lr=&pg=PA27&id=axAqAAAAYAAJ&as_brr=3#PPA26,M1 p.26]</ref>.
 
== Zie ook ==
[[Zondvloed en gebergtevorming]]
 
== Meer informatie ==