Zondvloed en gebergtevorming: verschil tussen versies

k
kleine aanvulling op de tekst
k (bron toegevoegd)
k (kleine aanvulling op de tekst)
Regel 27:
Het proces werd echter versterkt doordat Afrika richting Europa opschoof. Afrika kwam niet zomaar uit zichzelf in beweging. De aanzet tot het onrustig bewegen van de aardmantel zijn waarschijnlijk enkele grote meteorietinslagen geweest. Men denkt dan onder andere aan de Chicxulub-inslag op Yucatan in Mexico. Het kan zijn dat door de nadering van Afrika bij herhaling zoveel druk werd opgebouwd dat het proces schoksgewijs plaats vond. De Thetyszee werd dan in feite samengedrukt, waardoor het pakket sediment met geweld omhoog werd gestuwd. Waar eerst de zee was, ontstonden nu de hiervoor genoemde hoge collisiegebergten (Eng.: collision = botsing). Dat is geen proces van miljoenen jaren geweest. Misschien gebeurde het wel in opeenvolgende stappen, maar in ieder geval binnen een korte periode. Bij een proces van miljoenen jaren zouden de bergen volledig geërodeerd zijn en afgevlakt. Het tegendeel is het geval. De alpiene gebergten zijn jong, hoog en tekenen zich scherp af. De gebeurtenis moet gewelddadig van karakter zijn geweest en aan de bevolking niet voorbij zijn gegaan. Toen zich de eerste symptomen van gebergtevorming (tweede fase) voordeden, is men uit de meest onrustige gebieden vertrokken en vond men aan de noord- en oostrand van de Arabische Plaat (vlakte van Sinear) een geologisch rustiger gebied.  
 
De gevolgen waren groot. Bij iedere schok stroomden ontstellende massa's water in de vorm van tsunami's (gelukkig vooral, omdat het noorden waarschijnlijk vrijwel niet bevolkt zal zijn geweest) naar het noorden weg. Algemeen is het zo, dat wanneer land zich verheft, het aangrenzende land daalt. Er ontstaat dan een extensiebekken. De Noordzee is hiervan een voorbeeld. Het werd dalend land dat zich vulde met water. Het wegstromende water vormde in het noorden van Europa in het laagland omvangrijke continentale zeeën (bekend als de ''Paratethys''). Maar ook tussen de gebergten-in-wording zal veel water een uitweg gezocht hebben, mogelijk ook via bestaande slenken of rivierdalen. Ook de ''Midden Donauvlakte (Pannoonse Bekken)'', westelijk van de Karpaten met de Transsylvanische Alpen, vulde zich met water. De daling van het zeeniveau van ongeveer 60 meter, de sterke klimaatveranderingen, nieuwe continentale waterverplaatsingen en vulkanische uitbarstingen waren het gevolg. De bevolking was hierdoor op drift geraakt.
 
De Bijbel vertelt ons dat men elkaar gevonden heeft in de vlakte van Sinear (Gen. 11:2). Sinear strekte zich uit van het noorden tot het oosten van de Arabische Plaat. Noordelijk van Sinear lag het water van de Tethys, waarin de jonge gebergten zich vormden. Geologisch was dit dus een zeer onrustig gebied. De Ararat lag in dit onrustige gebied. Het Vanmeer en het Oermia-meer, met de Kaspische Zee moeten gezien worden als restanten van de Tethys. De Arabische Plaat was daarentegen redelijk stabiel.