Bijbel:Filippenzen 3

Uit Christipedia
De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; sommige woorden zijn anders vertaald. Voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'hetwelk' → 'dat'.
Genesis (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 24 · 25
Exodus (inleiding), hoofdstuk: 19
Leviticus (inleiding), hoofdstuk: 21
Numeri (inleiding), hoofdstuk: 10 · 28 · 31 · 32 · 33
Deuteronomium (inleiding), hoofdstuk: 30
Richteren (inleiding), hoofdstuk: 5
1 Samuël (inleiding), hoofdstuk: 1 · 20 · 29
Job (inleiding), hoofdstuk: 7
Psalmen (inleiding), hoofdstuk: 8 · 14 · 144
Spreuken (inleiding), hoofdstuk: 3
Jesaja (inleiding), hoofdstuk: 53 · 59
Ezechiël (inleiding), hoofdstuk: 31 · 32 · 34 · 35 · 36
Daniël (inleiding), hoofdstuk: 7
Haggaï (inleiding), hoofdstuk: 2
Mattheüs (inleiding), hoofdstuk: 5 · 6 · 12 · 16 · 17 · 18 · 24 · 25 · 26
Markus (inleiding), hoofdstuk: 8 · 12 · 14 · 15
Lukas (inleiding), hoofdstuk: 9 · 19 · 20 · 22 · 23
Johannes (inleiding), hoofdstuk: · 2 11 · 12 · 13
Handelingen (inleiding), hoofdstuk: 7 · 16 · 17
Romeinen (inleiding), hoofdstuk: 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 12 · 13 · 14
1 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 3 · 13 · 14
Galaten (inleiding), hoofdstuk: 3
Efeziërs (inleiding), hoofdstuk: 4
Filippenzen (inleiding), hoofdstuk: 3
Kolossenzen (inleiding), hoofdstuk: 2 · 3
1 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 5
2 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2
1 Timotheüs (inleiding), hoofdstuk: 2
Filemon (inleiding), hoofdstuk: tekst (er is geen hoofdstuk)
Hebreeën (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 10 · 11 · 13
1 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1
1 Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
Openbaring (inleiding), hoofdstuk: 3 · 5 · 6 · 7 · 12 · 13 · 19 · 21 · 22
Uit de Bijbelboeken, door de tabs aangegeven, worden elders op Christipedia geautomatiseerd citaten ontleend. De Bijbelboeken en hun hoofdstukken zijn hier nog niet alle opgenomen. De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'op den zevenden dag' → 'op de zevende dag'; enz.

Filippenzen 3: 1 Overigens, mijn broeders, verblijdt u in de Heer. Dezelfde dingen aan u te schrijven is voor mij niet vervelend en u geeft het zekerheid.

2 Kijkt uit voor de honden, kijkt uit voor de boze arbeiders, kijkt uit voor de versnijdenis.

3 Want wij zijn de besnijdenis, wij die God dienen door de Geest van God, en in Christus Jezus roemen en niet op vlees vertrouwen;

4 hoewel ik reden heb op vlees te vertrouwen. Als iemand anders meent op vlees te kunnen vertrouwen, ik nog meer:

5 besneden op de achtste dag, uit het geslacht van Israel, van de stam van Benjamin,

6 een Hebreeer uit de Hebreeen; wat de wet betreft een farizeeer; wat de ijver betreft een vervolger van de gemeente; wat de gerechtigheid betreft die in de wet is, onberispelijk.

7 Maar wat winst voor mij was, heb ik om Christus’ wil schade geacht.

8 Jazeker, ik acht ook alles schade te zijn om de uitnemendheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heer, om Wie ik de schade van alles heb geleden en het als vuilnis acht, opdat ik Christus mag winnen

9 en in Hem bevonden word, niet in het bezit van mijn gerechtigheid die uit de wet is, maar van die welke door het geloof in Christus is, de gerechtigheid die uit God is, gegrond op het geloof;

10 om Hem te kennen en de kracht van zijn opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, terwijl ik aan zijn dood gelijkvormig word,

11 om hoe dan ook te komen tot de opstanding uit de doden.

12 Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben; maar ik jaag ernaar, of ik het ook mocht grijpen, omdat ik door Christus Jezus ook begrepen ben.

13 Broeders, ik houd het er niet voor, het zelf gegrepen te hebben,

14 maar een ding doe ik: terwijl ik vergeet wat achter is en mij uitstrek naar wat voor is, jaag ik in de richting van het doel naar de prijs van de hemelse roeping van God in Christus Jezus.

15 Voor zover wij dan volmaakt zijn, laten wij zo gezind zijn; en als u anders gezind bent, God zal u ook dat openbaren.

16 Waartoe wij echter gekomen zijn, laten wij in hetzelfde spoor verder wandelen.

17 Weest samen mijn navolgers, broeders, en ziet op hen die zo wandelen als u ons tot voorbeeld hebt.

18 Want velen wandelen, van wie ik u dikwijls heb gezegd en nu ook wenend zeg, dat zij de vijanden van het kruis van Christus zijn;

19 hun einde is het verderf, hun God is de buik en hun heerlijkheid is in hun schande; zij bedenken de aardse dingen.

20 Want ons burgerschap is in de hemelen, waaruit wij ook de Heer Jezus Christus als Heiland verwachten,

21 die het lichaam van onze vernedering zal veranderen tot gelijkvormigheid aan het lichaam van zijn heerlijkheid, naar de werking van de macht die Hij heeft om ook alles aan Zich te onderwerpen.