Bijbel:Kolossenzen 2

Uit Christipedia
De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'hetwelk' → 'dat'; sommige woorden zijn anders vertaald.
Genesis (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 24 · 25
Exodus (inleiding), hoofdstuk: 19
Leviticus (inleiding), hoofdstuk: 21
Numeri (inleiding), hoofdstuk: 10 · 28 · 31 · 32 · 33
Deuteronomium (inleiding), hoofdstuk: 30
Richteren (inleiding), hoofdstuk: 5
1 Samuël (inleiding), hoofdstuk: 1 · 20 · 29
Job (inleiding), hoofdstuk: 7
Psalmen (inleiding), hoofdstuk: 8 · 14 · 144
Spreuken (inleiding), hoofdstuk: 3
Jesaja (inleiding), hoofdstuk: 53 · 59
Ezechiël (inleiding), hoofdstuk: 31 · 32 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38
Daniël (inleiding), hoofdstuk: 7
Haggaï (inleiding), hoofdstuk: 2
Mattheüs (inleiding), hoofdstuk: 5 · 6 · 12 · 16 · 17 · 18 · 24 · 25 · 26
Markus (inleiding), hoofdstuk: 8 · 12 · 14 · 15
Lukas (inleiding), hoofdstuk: 9 · 19 · 20 · 22 · 23
Johannes (inleiding), hoofdstuk: 2 · 7 · 8 · 11 · 12 · 13 · 19
Handelingen (inleiding), hoofdstuk: 7 · 16 · 17
Romeinen (inleiding), hoofdstuk: 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15
1 Korinthiërs (inleiding), hoofdstuk: 3 · 13 · 14
Galaten (inleiding), hoofdstuk: 3
Efeziërs (inleiding), hoofdstuk: 4
Filippenzen (inleiding), hoofdstuk: 3
Kolossenzen (inleiding), hoofdstuk: 2 · 3
1 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 5
2 Thessalonicenzen (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2
1 Timotheüs (inleiding), hoofdstuk: 2
Filemon (inleiding), hoofdstuk: tekst (er is geen hoofdstuk)
Hebreeën (inleiding), hoofdstuk: 1 · 2 · 10 · 11 · 13
Jakobus (inleiding), hoofdstuk: 2
1 Petrus (inleiding), hoofdstuk: 1
1 Johannes (inleiding), hoofdstuk: 1 · 3
Openbaring (inleiding), hoofdstuk: 3 · 5 · 6 · 7 · 12 · 13 · 19 · 21 · 22
Uit de Bijbelboeken, door de tabs aangegeven, worden elders op Christipedia geautomatiseerd citaten ontleend. De Bijbelboeken en hun hoofdstukken zijn hier nog niet alle opgenomen. De verzen zijn ontleend aan de Statenvertaling (Oude Testament) of de Telos-vertaling (Nieuwe Testament). De verzen uit de Statenvertaling zijn deels 'hertaald'; voorbeelden: 'Hij zeide' → 'Hij zei'; 'op denzelven' → 'daarop'; 'op den zevenden dag' → 'op de zevende dag'; enz.

Kolossenzen 2: 1 Want ik wil dat u weet, wat een strijd ik heb voor u en voor hen in Laodicea, en voor allen die mijn aangezicht in het vlees niet hebben gezien;

2 opdat hun harten vertroost worden en zij samengevoegd zijn in liefde en tot alle rijkdom van de volle zekerheid van het inzicht, tot kennis van de verborgenheid van God de Vader, Christus,

3 in Wie al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn.

4 Dit zeg ik, opdat niemand u met overredende taal misleidt.

5 Want al ben ik ook naar het lichaam afwezig, toch ben ik in de geest bij u en verblijd mij bij het zien van uw orde en de vastheid van uw geloof in Christus.

6 Zoals u dan Christus Jezus, de Heer, ontvangen hebt, wandelt in Hem,

7 terwijl u geworteld bent en opgebouwd wordt in Hem en bevestigd wordt in het geloof, zoals u is geleerd, daarin overvloeiend met dankzegging.

8 Kijkt u uit, dat er niemand is die u tot prooi maakt door de wijsbegeerte en door ijdel bedrog volgens de overlevering van de mensen, volgens de elementen van de wereld, en niet volgens Christus.

9 Want in Hem woont de hele volheid van de Godheid lichamelijk,

10 en u bent voleindigd in Hem, die het hoofd is van alle overheid en gezag.

11 In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis, niet met handen verricht, in het uittrekken van het lichaam van het vlees, in de besnijdenis van Christus,

12 met Hem begraven in de doop. In Hem bent u ook mee opgewekt door het geloof in de werking van God, die Hem uit de doden heeft opgewekt.

13 En u, toen u dood was in de overtredingen en in de onbesnedenheid van uw vlees, u heeft Hij mee levend gemaakt met Hem, terwijl Hij ons alle overtredingen vergeven heeft;

14 de schuldbrief die tegen ons getuigde door zijn inzettingen en die onze tegenstander was, heeft Hij uitgewist en die uit de weg geruimd door deze aan het kruis te nagelen.

15 En Hij heeft de overheden en de machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en door het kruis over hen getriomfeerd.

16 Laat dan niemand u oordelen inzake eten en drinken of op het punt van een feest of nieuwe maan of sabbatten,

17 die een schaduw zijn van wat zou komen, maar het lichaam is van Christus.

18 Laat niemand u de prijs ontzeggen, doordat hij behagen schept in nederigheid en engelenverering, ingewijd in wat hij gezien heeft, zonder reden opgeblazen door het denken van zijn vlees,

19 terwijl hij niet vasthoudt aan het hoofd, uit Wie het hele lichaam, door zijn gewrichten en banden ondersteund en verbonden, opgroeit met de groei van God.

20 Als u met Christus aan de elementen van de wereld bent afgestorven, waarom onderwerpt u zich, alsof u in de wereld leeft, aan inzettingen:

21 raak niet en smaak niet en roer niet aan?

22 (dingen die alle door het gebruik te niet gaan), naar de geboden en leringen van de mensen,

23 (dingen die wel een schijn van wijsheid hebben in eigenwillige verering en nederigheid en gestrengheid tegen het lichaam, daaraan geen enkele eer bewijzend) tot bevrediging van het vlees.