144.000 Israëlieten: verschil tussen versies

2 bytes verwijderd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
== Schriftgedeelten ==
 
Over hemhen wordt geschreven in de volgende gedeelten van het boek Openbaring van Johannes. <blockquote>''Opb 7:2  En Ik zag een andere engel opkomen van de opgang van de zon, die het zegel van de levende God had; en hij riep met luider stem tot de vier engelen wie gegeven was aan de aarde en de zee schade toe te brengen, Opb 7:3  en hij zei: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofden hebben verzegeld. Opb 7:4  En ik hoorde het getal van de verzegelden: honderdvierenveertigduizend verzegelden uit elke stam van de zonen van Israel - Opb 7:5  uit de stam Juda twaalfduizend verzegelden, uit de stam Ruben twaalfduizend, uit de stam Gad twaalfduizend,  Opb 7:6  uit de stam Aser twaalfduizend, uit de stam Nafthali twaalfduizend, uit de stam Manasse twaalfduizend, Opb 7:7  uit de stam Simeon twaalfduizend, uit de stam Levi twaalfduizend, uit de stam Issaschar twaalfduizend, Opb 7:8  uit de stam Zebulon twaalfduizend, uit de stam Jozef twaalfduizend, uit de stam Benjamin twaalfduizend verzegelden. Opb 7:9  Daarna zag ik en zie, een grote menigte die niemand kon tellen, uit elke natie en alle geslachten en volken en talen, stond voor de troon en voor het Lam, bekleed met lange witte kleren en met palmtakken in hun handen.'' (Telos)</blockquote>Er wordt op hen gezinspeeld in Opb. 9:4.<blockquote>''Opb 9:4  En hun werd gezegd dat zij geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, noch aan enig groen, noch aan enige boom, behalve aan de mensen die het zegel van God niet aan hun voorhoofden hebben.'' (Telos)</blockquote>In Opb. 14 zien we een vooruitblik op de tijd dat de Heer Jezus is teruggekomen. <blockquote>''Opb 14:1  En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met hem honderdvierenveertigduizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden. Opb 14:2  En ik hoorde een stem uit de hemel als een stem van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En de stem die ik hoorde, was als van harpspelers die op hun harpen spelen. Opb 14:3  En zij zingen als een nieuw lied voor de troon en voor de vier levende wezens en de oudsten; en niemand kon het lied leren dan de honderdvierenveertigduizend die van de aarde gekocht waren. Opb 14:4  Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het die het Lam volgen waar het ook heengaat. Dezen zijn uit de mensen gekocht als eerstelingen voor God en het Lam. Opb 14:5  En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn onberispelijk.'' (Telos)</blockquote>
 
Over hem wordt geschreven in de volgende gedeelten van het boek Openbaring van Johannes. <blockquote>''Opb 7:2  En Ik zag een andere engel opkomen van de opgang van de zon, die het zegel van de levende God had; en hij riep met luider stem tot de vier engelen wie gegeven was aan de aarde en de zee schade toe te brengen, Opb 7:3  en hij zei: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofden hebben verzegeld. Opb 7:4  En ik hoorde het getal van de verzegelden: honderdvierenveertigduizend verzegelden uit elke stam van de zonen van Israel - Opb 7:5  uit de stam Juda twaalfduizend verzegelden, uit de stam Ruben twaalfduizend, uit de stam Gad twaalfduizend,  Opb 7:6  uit de stam Aser twaalfduizend, uit de stam Nafthali twaalfduizend, uit de stam Manasse twaalfduizend, Opb 7:7  uit de stam Simeon twaalfduizend, uit de stam Levi twaalfduizend, uit de stam Issaschar twaalfduizend, Opb 7:8  uit de stam Zebulon twaalfduizend, uit de stam Jozef twaalfduizend, uit de stam Benjamin twaalfduizend verzegelden. Opb 7:9  Daarna zag ik en zie, een grote menigte die niemand kon tellen, uit elke natie en alle geslachten en volken en talen, stond voor de troon en voor het Lam, bekleed met lange witte kleren en met palmtakken in hun handen.'' (Telos)</blockquote>Er wordt op hen gezinspeeld in Opb. 9:4.<blockquote>''Opb 9:4  En hun werd gezegd dat zij geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, noch aan enig groen, noch aan enige boom, behalve aan de mensen die het zegel van God niet aan hun voorhoofden hebben.'' (Telos)</blockquote>In Opb. 14 zien we een vooruitblik op de tijd dat de Heer Jezus is teruggekomen. <blockquote>''Opb 14:1  En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met hem honderdvierenveertigduizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden. Opb 14:2  En ik hoorde een stem uit de hemel als een stem van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En de stem die ik hoorde, was als van harpspelers die op hun harpen spelen. Opb 14:3  En zij zingen als een nieuw lied voor de troon en voor de vier levende wezens en de oudsten; en niemand kon het lied leren dan de honderdvierenveertigduizend die van de aarde gekocht waren. Opb 14:4  Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het die het Lam volgen waar het ook heengaat. Dezen zijn uit de mensen gekocht als eerstelingen voor God en het Lam. Opb 14:5  En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn onberispelijk.'' (Telos)</blockquote>
 
== Letterlijk of symbolisch? ==