144.000 Israëlieten

Uit Christipedia

144.000 Israëlieten, 12.000 mannen uit elk van de 12 stammen uit Israël, zullen volgens de Openbaring van Johannes in de eindtijd een rol spelen.

Schriftgedeelten

Over hen wordt geschreven in de volgende gedeelten van het boek Openbaring van Johannes.

Opb 7:2  En Ik zag een andere engel opkomen van de opgang van de zon, die het zegel van de levende God had; en hij riep met luider stem tot de vier engelen wie gegeven was aan de aarde en de zee schade toe te brengen, Opb 7:3  en hij zei: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofden hebben verzegeld. Opb 7:4  En ik hoorde het getal van de verzegelden: honderdvierenveertigduizend verzegelden uit elke stam van de zonen van Israel - Opb 7:5  uit de stam Juda twaalfduizend verzegelden, uit de stam Ruben twaalfduizend, uit de stam Gad twaalfduizend,  Opb 7:6  uit de stam Aser twaalfduizend, uit de stam Nafthali twaalfduizend, uit de stam Manasse twaalfduizend, Opb 7:7  uit de stam Simeon twaalfduizend, uit de stam Levi twaalfduizend, uit de stam Issaschar twaalfduizend, Opb 7:8  uit de stam Zebulon twaalfduizend, uit de stam Jozef twaalfduizend, uit de stam Benjamin twaalfduizend verzegelden. Opb 7:9  Daarna zag ik en zie, een grote menigte die niemand kon tellen, uit elke natie en alle geslachten en volken en talen, stond voor de troon en voor het Lam, bekleed met lange witte kleren en met palmtakken in hun handen. (Telos)

Er wordt op hen gezinspeeld in Opb. 9:4.

Opb 9:4  En hun werd gezegd dat zij geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, noch aan enig groen, noch aan enige boom, behalve aan de mensen die het zegel van God niet aan hun voorhoofden hebben. (Telos)

In Opb. 14 zien we een vooruitblik op de tijd dat de Heer Jezus is teruggekomen en zij met Hem op de berg Sion staan.

Opb 14:1  En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met hem honderdvierenveertigduizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden. Opb 14:2  En ik hoorde een stem uit de hemel als een stem van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En de stem die ik hoorde, was als van harpspelers die op hun harpen spelen. Opb 14:3  En zij zingen als een nieuw lied voor de troon en voor de vier levende wezens en de oudsten; en niemand kon het lied leren dan de honderdvierenveertigduizend die van de aarde gekocht waren. Opb 14:4  Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het die het Lam volgen waar het ook heengaat. Dezen zijn uit de mensen gekocht als eerstelingen voor God en het Lam. Opb 14:5  En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn onberispelijk. (Telos)

Letterlijk of symbolisch?

Het getal 144.000 en de 12.000 uit iedere stam van Israël worden verschillend geïnterpreteerd. De symbolische uitleg neemt het getal 144.000 symbolisch en stelt dat het Gods volk aanduidt. Daarbij wordt soms aangenomen dat 12 een aanduiding is voor volmaaktheid en het getal wordt gekwadrateerd en met 1.000 vermenigvuldigd voor extra nadruk. De stammen zijn volgens de symbolische duiding figuurlijke stammen. Het getal 144.000 staat voor een groot en volkomen aantal Israëlieten die geroepen en afgezonderd worden door God. Een argument voor de louter figuurlijke duiding is dat we niet weten welke Jood tot welke stam behoort, uitzonderingen daargelaten.

Tegen de louter symbolische duiding kan men inbrengen dat het zinsverband, de vermelding van de stammen waaruit ze voortkomen, erop wijst dat wij het getal letterlijk moeten nemen. In het boek Openbaring worden veel getallen genoemd. De zeven gemeenten zijn letterlijk zeven gemeenten. De twaalf stammen waren letterlijk twaalf stammen. De alwetende God heeft weet van de afstamming van elke Israëliet en kan uit elke stammen 12.000 mannen selecteren. Er is geen voldoende grond om een symbolische betekenis te nemen en de letterlijke uit te sluiten.

De letterlijke uitleg neemt het getal 144.000 letterlijk. Sommigen nemen het getal letterlijk, maar Israël figuurlijk: het zou gaan om uitverkorenen die een rol spelen in het einde van deze periode. Een mening is dat dat de 144.000 in Openbaring 7 naar Joden verwijst en die in Openbaring 14 naar christenen. Volgens het preterisme zijn het Joodse christenen die de vernietiging van Jeruzalem in het jaar 70 overleefden. Jehovah's getuigen menen dat precies 144.000 getrouwe mannen en vrouwen (Jood of heiden) uit de geschiedenis vanaf de komst van de Heilige Geest (Pinksterdag) tot de huidige dag bij God en Jezus in de hemel zullen wonen. De overige getuigen van Jehovah zullen op de nieuwe aarde wonen.

Het ligt het meest voor de hand om zowel het getal 144.000 als de woorden "stam van de zonen van Israël", "stam Juda", "stam Ruben" enz. letterlijk te verstaan. Het gaat om 144.000 Israëlieten, 12.000 uit elk van de genoemde stammen. Daarbij kan worden aangenomen dat het getal 144.000, het resultaat van 12 x 12.000, tevens een symbolische betekenis heeft.

Het getal 144.000

Het getal 144.000, dat beide een letterlijke en symbolische betekenis heeft, is het resultaat van de vermenigvuldiging van 12 x 12.000, waarbij 12.000 als het resultaat genomen mag worden van 12 x 1000. Twaalf symboliseert volkomenheid van bestuur of organisatie. 12 x 12 x 1000 is een enorme versterking van het getal 12. Het getal wordt gekwadrateerd en met 1000 vermenigvuldigd voor extra nadruk. 1000 duurt het vrederijk van Christus. Volgens een uitlegger staat 1000 symbolisch voor de overmacht van Gods heerschappij, waarvoor alle tegenmacht moet wijken[1]. God regeert alle dingen - het getal 144.000 spreekt ervan - ook tijdens de regering van het Beest en de invloedrijke macht van de duivel in de wereld van de eindtijd, en niets kan zijn plan verijdelen[1].

De 12 stammen

Niet genoemde stammen

De stammen Dan en Efraïm ontbreken in openbaring 7:1-8, daarvoor zijn de stam Jozef en Levi in de plaats gekomen.

Om afgoderij? Gezegd is dat in Efraïm en Dan, twee gebieden in het tienstammenrijk, de afgoderij hoogtij vierde, en dat om die reden hun namen niet voorkomen in de lijst van Opb. 7. Vergelijk wat God van de afgodendienaar zegt:

De 29:18  Dat onder ulieden niet zij een man, of vrouw, of huisgezin, of stam, die zijn hart heden wende van den HEERE, onzen God, om te gaan dienen de goden dezer volken; dat onder ulieden niet zij een wortel, die gal en alsem drage; (...) De 29:20  De HEERE zal hem niet willen vergeven; maar alsdan zal des HEEREN toorn en ijver roken over denzelven man, en al de vloek, die in dit boek geschreven is, zal op hem liggen; en de HEERE zal zijn naam van onder den hemel uitdelgen. De 29:21  En de HEERE zal hem ten kwade afscheiden van al de stammen Israëls, naar alle vloeken des verbonds, dat in het boek dezer wet geschreven is. (SV)

Maar, kan men tegenwerpen, vergelijkbare afgoderij vond later in het tweestammenrijk plaats: dienst aan de goden Baäl, Molech, Astarte. Bovendien, een van de poorten van de tempel van Ezechiël draagt de naam van Dan. En beide Efraïm en Dan krijgen een deel van het land Israël tijdens het duizendjarige Vrederijk. Efraïm wordt niet genoemd, ook niet als poortnaam van de toekomstige tempel in Jeruzalem volgens Ezechiël 48:31v. Wel worden Jozef en Manasse genoemd. Jozef was de vader van Efraïm en Manasse. Jozef kan voor Efraïm genomen zijn. De eerste oosterpoort van de toekomstige tempel te Jeruzalem wordt ook naar Jozef genoemd.

Eze 48:32  En aan den oosterhoek, vier duizend en vijfhonderd [maten], en drie poorten: namelijk, een poort van Jozef, een poort van Benjamin, een poort van Dan. (SV)

Eze 37:19  Zo spreek tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraïms hand geweest is, en van de stammen Israëls, zijn metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout van Juda, en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen een worden in Mijn hand. (SV)

Zac 10:6  En Ik zal het huis van Juda versterken, en het huis van Jozef zal Ik behouden, en Ik zal hen weder inzetten; want Ik heb Mij hunner ontfermd, en zij zullen wezen, alsof Ik hen niet verstoten had; want Ik ben de HEERE, hun God, en Ik zal ze verhoren. (SV)

Eze 47:13  Alzo zegt de Heere HEERE: Dit zal de landpale zijn, [naar] dewelke gij het land ten erve zult nemen, naar de twaalf stammen Israëls: Jozef [twee] snoeren. (SV)

Dan. De stam Dan ontbreekt. Wellicht is Levi hiervoor in de plaats gekomen. Volgens Hendrik van Griethuysen Antz.[2] ontbreekt Dan, omdat de stam van Dan later met die van Juda is samengesmolten.

De naam van de stam van Dan wordt echter later wel genoemd en verbonden met de 3e oosterpoort van de toekomstige tempel te Jeruzalem. Ook draagt een poort de naam Levi.

Volgorde der namen

Jozef en Benjamin, de zonen van Rachel, worden als laatste genoemd. Juda, waaruit koning David en de Messias ontsproten zijn, wordt als eerste genoemd; en Benjamin, waaruit de eerste koning, Saul, ontsproten is, wordt als laatste genoemd.

Om de namen te vergelijken, zie Stammen van Israël.

Boodschap? Volgens een uitlegger vormen de betekenissen van de namen in deze volgorde een boodschap[3].

Gelovigen

Zij behoren God en het Lam toe. Het Lam is tevens de Leeuw van Juda (Op. 5:5). De stam Juda, waaruit de Messias Jezus is voortgesproten, wordt als eerste genoemd in de opsomming van de stammen. Het zijn gelovigen in Christus.

Overlevenden

Ze hebben de oordelen van de eerste zes zegels overleefd. Openbaring 7 volgt op Openbaring 6, waarin ten slotte het zesde zegel wordt geopend: grote aardbeving, hemellichamen in beroering (zon zwart, maan als bloed, sterren vallen, hemel wijkt terug).

Joe 2:30  En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren. Joe 2:31  De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt. Joe 2:32  En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen. (SV)

Petrus verwees op de Pinksterdag naar dit gedeelte, maar stopte bij "zal behouden worden". Vers 32a past hij toe op de tijd die is aangebroken. Misschien dat vers 32b slaat op de toekomst en dat de "overgeblevenen" of "overlevenden"[4], die de grote verdrukking overleven. Dit versgedeelte noemt ook de berg Sion. Op deze berg zullen de 144.000 met de Heer Jezus staan.

Gekocht van de aarde

Ze zijn "van de aarde gekocht" (Opb. 14:3), "uit de mensen gekocht" (Opb. 14:4). Ze zijn verzegeld met een zegel van God, ten teken dat zij het eigendom van God zijn. Zij zijn Gods eigendom geworden doordat ze gekocht zijn. Waarschijnlijk met de prijs van het bloed van de Heer Jezus. Deze Israëlieten hebben geloofd in Hem, die zijn bloed voor hen vergoten heeft.

Eerstelingen

Zij "zijn uit de mensen gekocht als eerstelingen voor God en het Lam." (Opb. 14:4) De aartsvaders van Israël - Abraham, Izaak en Jacob, waren eerstelingen van het volk Israël. De gelovige Thessalonikers waren eerstelingen:

2Th 2:13 Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door de Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis, in heiliging van de Geest en geloof van de waarheid, (TELOS)

Ook de 144.000 zijn eerstelingen in verband met het geestelijk herstel van Israël in de eindtijd, na de opneming van de gemeente. Zijn vormen, naar het schijnt, het begin van de verlossing van Israël. De blindheid, bedekking van het volk zal worden weggenomen en heel Israël zal behouden worden.

2Co 3:16  maar wanneer het tot de Heer zal terugkeren, wordt de bedekking weggenomen. (Telos)

Verzegeling

Ze zijn verzegeld door engelen met "het zegel van God" (Opb. 9:4) en wel aan hun voorhoofden (Opb. 7:3; 9:4).

Opb 9:4  En hun werd gezegd dat zij geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, noch aan enig groen, noch aan enige boom, behalve aan de mensen die het zegel van God niet aan hun voorhoofden hebben. (Telos)

Het zegel toont aan dat zij het eigendom van God zijn. Het is waarschijnlijk niet een voor onze natuurlijke ogen zichtbaar zegel, zomin als onze verzegeling met de Heilige Geest een voor natuurlijke ogen zichtbaar zegel is.

Efe 1:12 … wij die vooraf in Christus hebben gehoopt; Efe 1:13 in Wie ook u, toen u het woord van de waarheid, het evangelie van uw behoudenis, hebt gehoord in Wie u ook, toen u geloofd hebt, verzegeld bent met de Heilige Geest van de belofte, Efe 1:14 die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing van de verkregen bezitting, tot lof van zijn heerlijkheid. (...) Efe 4:30 En bedroeft de Heilige Geest van God niet, met Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. (TELOS)

Later zullen andere mensen door een financieel-economische maatregel gedwongen worden om het merkteken van het Beest aan hun voorhoofd of rechterhand te ontvangen.

Namen. Het zegel bevat of bestaat uit de naam van het Lam en de naam van Zijn vader (Opb. 14:1).

Opb 14:1  En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met hem honderdvierenveertigduizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden. (Telos)

Het is niet duidelijk of het voorhoofdzegel de genoemde namen bevat, daar gezegd wordt dat de namen zijn geschreven op de voorhoofden. Een zegel wordt niet geschreven, maar geplakt. Het is echter goed mogelijk dat in het zegel de namen zijn geschreven. Deze geschreven namen vormen een tegenstelling met de naam van het Beest, die velen op aarde zullen dragen op hun rechterhand of op hun voorhoofd.

Mannen

Het gaat waarschijnlijk om mannen, daar gezegd wordt dat zij maagdelijk zijn en zich niet met vrouwen hebben bevlekt (Opb. 14:4). De twaalf apostelen van de Heer waren allen van het mannelijk geslacht. Deze 12 x 12 x 1000 volgelingen van Jezus zijn het eveneens.

Maagdelijk

Zij zijn maagdelijk en zij hebben zich niet met vrouwen bevlekt (Opb. 14:4). Zij blijven ongehuwd, gelijk hun Heer en de apostel Paulus, en onthouden zich van geslachtsgemeenschap met een vrouw.

Toen Gods komst op de berg Sinaï aanstaande was, moesten de mannen zich onthouden van seksuele gemeenschap.

Ex 19:11  En bereid zijn tegen den derden dag; want op den derden dag zal de HEERE voor de ogen van al het volk afkomen, op den berg Sinaï. Ex 19:14  Toen ging Mozes van den berg af tot het volk, en hij heiligde het volk; en zij wiesen hun klederen. Ex 19:15  En hij zeide tot het volk: Weest gereed tegen den derden dag, en nadert niet tot de vrouw. (SV)

Ook in hun ongehuwde staat hebben zij geen geslachtsverkeer gehad, ze zijn "onberispelijk" (vs. 5), in tegenstelling tot zoveel mannen in Israël, waar thans (anno 2022) een westerse, liberale moraal heerst en de meerderheid van de bevolking ongodsdienstig is.

Figuurlijke duiding. Een andere uitleg zegt dat 'maagdelijk' figuurlijk moet worden opgevat, gelijk Paulus doet:

2Co 11:2  Want ik ben naijverig over u met een naijver van God; want ik heb u aan een man verloofd om u als een reine maagd voor Christus te stellen. (Telos)

Tegen de figuurlijke duiding kan worden ingebracht dat er staat 'vrouwen', niet 'de vrouw'. Het meervoud doet denken aan concrete vrouwen.    

Volgelingen

"Dezen zijn het Lam volgen waar het ook heengaat" (Opb. 14:4). Zij zijn ware, voorbeeldige volgelingen van de Heer Jezus. Ze laten zich door Hem leiden.

Onberispelijk

Ze zijn waarachtig en hebben zich niet met vrouwen "bevlekt" (vs. 4). Ook de ouders van Johannes de Doper waren onberispelijk.

Lu 1:6  Zij nu waren beiden rechtvaardig voor God, wandelend in alle geboden en inzettingen van de Heer, onberispelijk. (Telos)

Paulus heeft zich onberispelijk gedragen te Thessalonika.

1Th 2:10  U bent getuigen, alsook God, hoe heilig, rechtvaardig en onberispelijk wij ons onder u die gelooft, hebben gedragen. (Telos)

Waarachtig

Van hun lippen komt geen leugen (Opb. 14:5). Daarentegen gaat de komst van de Mens der zonde, de Wetteloze gepaard met wonderen van de leugen. En deze leugen zal geloofd worden in de wereld.

2Th 2:9 hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, (... ) 2Th 2:11 En daarom zendt God hun een werking van de dwaling om de leugen te geloven, (TELOS)

De valse profeet "misleidt hen die op de aarde wonen door de tekenen" (Opb. 13:14).

Door hun waarachtigheid vormen de 144.000 een contrast met de valse profeet en het beest uit de zee.

Vrucht

Meteen na de verzegelde Israëlieten wordt een grote menigte beschreven. Daaruit kan wellicht opmaken dat de menigte de vrucht van de evangelisatiearbeid van de verzegelden is. Dit betekent dat deze menigte de grootste oogst in zo'n korte tijd is.

Er is geen goede reden om de telbare Israëlieten te vereenzelvigen met de ontelbare menigte die na het genoemd wordt. Gemeenschappelijk hebben beide groepen hun geloof in Christus en hun doormaken van de grote verdrukking.

Evangelisten

Als dit laatste juist is, dan treden de 144.000 op als evangelisten. Daar het Koninkrijk van God nabij gekomen is, zullen zij waarschijnlijk de boodschap van bekering en van de komst van het Koninkrijk brengen, gelijk Johannes de Doper en onze Heiland indertijd hebben gedaan. Gezien hun toewijding en ongehuwde staat, vergelijkbaar met die van de apostel Paulus (die eerst tegen het christelijk geloof was, maar zich later bekeerde tot de Heer Jezus), zou men ze "144.000 Paulussen" kunnen noemen.

Met Jezus op de berg Sion

Wanneer de Heer is teruggekomen op aarde, zullen zij met Hem op de berg Sion te Jeruzalem staande zuidoostelijk berg van Jeruzalem, waarop de stad van koning David was gebouwd.

Een nieuw lied

Terwijl zij op aarde zijn, leren zij van hemelse harpspelers een lied dat in de hemel gecomponeerd is. Misschien leren ze het van de Heer Jezus, van wie lof van God komt.

Ps 22:25  (22-26) Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen. (SV)

"Deze broeders van Mij"

Zij zijn het waarschijnlijk, die de Heer bij zijn oordeel over de schapen en bokken aanwijst met "deze broeders van mij".

Mt 25:40  En de koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar, Ik zeg u: voor zoveel u het hebt gedaan aan een van de geringsten van deze broeders van mij, hebt u het Mij gedaan. (Telos)

Ze worden onderscheiden van 'de schapen', die hen gediend hebben en die daarom het koninkrijk van God beërven.

Zie ook

Meer weten

Biblical Prophecy & Global Evangelism: The Mystery of the 144,002 Jewish Witnesses. Youtube.com: Prophecy Depot Ministries Bill Salus, 30 mei 2023. Duur: 28 min. 55 sec. Bill Salus over de 144.000 Israëlieten en de 2 getuigen.

Bronnen

144.000 (getal), op: nl.wikipedia.org. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 25 jan. 2023.

Commentaar op Openbaring 7 en 14. Tekst hiervan is op 25 jan. 2023 verwerkt.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 144,000 Witnesses | Mikel Cary. Youtube.com: Prophecy Watchers, 2 jan. 2022. Vanaf 17 min. 5 sec
  2. Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Gen. 49:18.
  3. Bill Salus leest er een verklaring in van de missie van de 144.000. Zie Bill Salus: The Tribulation Saints. Youtube.com: Prophecy Watchers, 19 mrt 2019. Vanaf 1 min. 51 sec.
  4. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.