Openbaring 14

Uit Christipedia

Openbaring 14 van de Openbaring van Johannes wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd. De volgende hoofdstukken zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Openbaring van Johannes:

Samenvatting

1-5 Het Lam op de berg Sion en met hem 144.000, maagdelijke navolgers, eerstelingen voor God en het Lam. Zij zingen een nieuw lied. 6-12. Drie engelen verkondigen achtereenvolgens een boodschap: 6-7 de eerste engel verkondigt het eeuwig evangelie van de schepping en roept de mensen op de Schepper te vrezen en te eren, want het uur van Gods oordeel is gekomen. 8 Een tweede engel boodschapt dat het grote Babylon gevallen is. 9-11 Een derde engel kondigt de hellestraf aan voor wie het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken ontvangt. 12-13 De volharding van de heiligen, en een zaligspreking aangaande zij die vanaf nu in Christus sterven. 14-20 De oogst van de aarde, verricht door de Zoon des mensen en een engel.

De 144.000 duizend op de berg Sion (1-5)

1

Opb 14:1 En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met hem honderdvierenveertigduizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden. (TELOS)

Na de verschijning van de twee beesten en de invoering van het teken van het Beest komt nu een vooruitblik: de Heer Jezus, het Lam van God, de zoon van David, is als Koning en Rechter teruggekeerd en staat op de berg Sion en met Hem zijn trouwe Israëlitische volgelingen en gezanten.

Op de berg Sion. Het Lam stond op de berg Sion. Deze is de zuidoostelijk berg van Jeruzalem, waarop de stad van koning David was gebouwd.

De voeten de Heer zullen tevoren hebben gestaan op de Olijfberg. Van deze berg is hij naar de hemel gegaan en op deze berg zal hij weer neerdalen.

Met hem honderdvierenveertig duizend. Israëlieten, twaalf duizend uit elk der twaalf stammen van Israël (Opb. 7:1-8). Zij zijn het waarschijnlijk, die de Heer bij zijn oordeel over de schapen en bokken aanwijst met "deze broeders van mij".

Mt 25:40  En de koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar, Ik zeg u: voor zoveel u het hebt gedaan aan een van de geringsten van deze broeders van mij, hebt u het Mij gedaan. (Telos)

Past dat aantal personen op de berg Sion? Kennelijk; ter vergelijking: op 3 okt 2022 verzamelden zich bijna 100.000 Joden op het plein aan de Klaagmuur[1].

Zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden. Deze namen vormen een tegenstelling met de naam van het Beest, die velen op aarde zullen dragen op hun rechterhand of op hun voorhoofd (zie vorige hoofdstuk). Deze Israëlieten hebben een zegel van de levende God (Opb. 7:2). Dit zegel is aangebracht op hun voorhoofden (Opb. 7:3). Het is niet duidelijk of dit zegel de genoemde namen bevat, daar gezegd wordt dat de namen zijn geschreven op de voorhoofden. Een zegel wordt niet geschreven, maar geplakt. Het is echter goed mogelijk dat in het zegel de namen zijn geschreven.

2

Opb 14:2 En ik hoorde een stem uit de hemel als een stem van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En de stem die ik hoorde, was als van harpspelers die op hun harpen spelen. (TELOS)

Als van harpspelers. Een stem van harpspel.

3

Opb 14:3 En zij zingen als een nieuw lied voor de troon en voor de vier levende wezens en de oudsten; en niemand kon het lied leren dan de honderdvierenveertigduizend die van de aarde gekocht waren. (TELOS)

Zij zingen als een nieuw lied. De harpspelers zingen een nieuw lied. Sommigen denken dat het om de 144.000 Israëlieten gaat[2]. Maar dat is onwaarschijnlijk, omdat ze met Jezus staan op de berg Sion.

Voor de troon. Zij zingen dat voor de troon, waar ook de vier levende wezens en de 24 oudsten zijn. De troon van God is in de hemel.

Een verklaring zegt dat de 144.000 voor te troon staan als omgekomen martelaren[2]. Maar dit is twijfelachtig. Als dit echter juist is, staan ze waarschijnlijk op de berg Sion bij de wederkomst van Christus op aarde. Want vers 1 zegt dat ze op de berg Sion staan. Of anders op een hemelse berg Sion, waarop Hebr. 12:22 schijnt te wijzen.

Heb 12:22  maar u bent genaderd tot de berg Sion; en tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem; en tot tienduizenden van engelen, (Telos)

Niemand kon het lied leren. Het lied is kennelijk gecomponeerd in de hemel. En op aarde (of in de hemel?) kon niemand het lied leren dan deze Israëlieten.

Van de aarde gekocht. "Uit de mensen gekocht" (vs. 4). Ze zijn verzegeld met een zegel van God, ten teken dat zij het eigendom van God zijn. Zij zijn Gods eigendom geworden doordat ze gekocht zijn. Waarschijnlijk met de prijs van het bloed van de Heer Jezus. Deze Israëlieten hebben geloofd in Hem, die zijn bloed voor hen vergoten heeft.

4

Opb 14:4 Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het die het Lam volgen waar het ook heengaat. Dezen zijn uit de mensen gekocht als eerstelingen voor God en het Lam. (TELOS)

Die zich niet met vrouwen hebben bevlekt. Zij blijven ongehuwd, gelijk hun Heer en de apostel Paulus, en onthouden zich van geslachtsgemeenschap met een vrouw.

Toen Gods komst op de berg Sinaï aanstaande was, moesten de mannen zich onthouden van seksuele gemeenschap.

Ex 19:11  En bereid zijn tegen den derden dag; want op den derden dag zal de HEERE voor de ogen van al het volk afkomen, op den berg Sinaï. Ex 19:14  Toen ging Mozes van den berg af tot het volk, en hij heiligde het volk; en zij wiesen hun klederen. Ex 19:15  En hij zeide tot het volk: Weest gereed tegen den derden dag, en nadert niet tot de vrouw. (SV)

Veel mannen in onze dagen verontreinigen zich door ontucht, niet alleen door hoererij, maar ook door voorechtelijk verkeer met een of meer vrouwen. Gezien de huidige ontwikkeling, die in het Westen het gevolg is van "de seksuele revolutie", mogen wij verwachten dat de seksuele moraal afzakt tot een dieptepunt in de eindtijd. De honderdvierenveertigduizend Israëlitische mannen hebben hier geen deel aan. Ook in hun ongehuwde staat hebben zij geen geslachtsverkeer gehad, ze zijn "onberispelijk" (vs. 5), in tegenstelling tot zoveel mannen in Israël, waar thans (anno 2022) een westerse, liberale moraal heerst en de meerderheid van de bevolking ongodsdienstig is. Figuurlijke duiding. Een andere uitleg zegt dat 'maagdelijk' figuurlijk moet worden opgevat, gelijk Paulus doet:

2Co 11:2  Want ik ben naijverig over u met een naijver van God; want ik heb u aan een man verloofd om u als een reine maagd voor Christus te stellen. (Telos)

De honderdvierenveertigduizend zijn Hem trouw toegewijd. Zij doen niet mee met de religie van vrouwe Babylon. Hiertegen kon worden ingebracht dat er staat 'vrouwen', niet 'de vrouw'. Het meervoud doet denken aan concrete vrouwen. Het gaat om honderdvierenveertigduizend mannen en hun verhouding tot vrouwen.

Dezen zijn het Lam volgen waar het ook heengaat. Zij zijn ware, voorbeeldige volgelingen van de Heer Jezus.

Dezen zijn uit de mensen gekocht ... voor God en het Lam. "Van de aarde gekocht" (vs. 3). Het zegel op hun voorhoofden is een teken dat ze het eigendom van God en daarmee van het Lam zijn.

Als eerstelingen voor God en het Lam. De aartsvaders van Israël - Abraham, Izaak en Jacob, waren eerstelingen van het volk Israël. De gelovige Thessalonikers waren eerstelingen:

2Th 2:13 Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door de Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis, in heiliging van de Geest en geloof van de waarheid, (TELOS)

Ook de 144.000 zijn eerstelingen in verband met het geestelijk herstel van Israël in de eindtijd, na de opneming van de gemeente.

5

Opb 14:5 En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn onberispelijk. (TELOS)

Geen leugen. Daarentegen gaat de komst van de Mens der zonde, de Wetteloze gepaard met wonderen van de leugen. En deze leugen zal geloofd worden in de wereld.

2Th 2:9 hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, (... ) 2Th 2:11 En daarom zendt God hun een werking van de dwaling om de leugen te geloven, (TELOS)

De valse profeet "misleidt hen die op de aarde wonen door de tekenen" (Opb. 13:14).

Ook door hun waarachtigheid vormen de 144.000 een contrast met de valse profeet en het beest uit de zee.

Onberispelijk. Ze zijn waarachtig en hebben zich niet met vrouwen "bevlekt" (vs. 4).

Het eeuwig evangelie (6-7)

6

Opb 14:6  En ik zag een andere engel vliegen in het midden van de hemel, die [het] eeuwig evangelie had, om het te verkondigen aan hen die op de aarde wonen en aan elke natie en geslacht en taal en volk, (Telos)

Engel vliegen. Dit is de enige engel waarvan in de Bijbel gezegd wordt dat hij "vliegt". Het doet vermoeden dat Johannes een engel met vleugels zag.

Eeuwig evangelie. 'Het' staat er niet voor, waarom aan 'een eeuwig evangelie' gedacht kan worden. Een goede boodschap die voor alle tijden geldt en God als de grote Schepper en rechtvaardige Rechter verkondigt. Zie art. Eeuwig evangelie. Rom. 1:18v laat zien dat Gods eeuwige kracht en goddelijkheid uit Zijn scheppingswerken doorzien kunnen worden en de mens reden tot dank en eer geven.

Engelen kunnen spreken van Gods scheppingsmacht, want zij zijn getuige geweest van Gods scheppingswerk.

Om het te verkondigen aan hen die op de aarde wonen. Het is niet de stille sprake van de schepping volgens Psalm 19.

Het schijnt dat de engel rechtstreeks zijn boodschap aan de mensen op aarde verkondigt. Deze verkondiging is een unieke gebeurtenissen, omdat engelen eerder alleen tot een enkeling of een beperkte groep mensen spraken. Engelen kunnen ook onrechtstreeks, door middel van menselijke boodschappers, een boodschap overbrengen. Zie Engel. Deze boodschap echter schijnt rechtstreeks aan de aardbewoners te gebeuren, gelet op (1) de vermelde groep van hoorders en (2) de luidheid van zijn stem, hoewel van luid spreken dikwijls sprake is in dit Bijbelboek.

Aan elke natie en geslacht en taal en volk. Dit evangelie wordt wereldwijd verkondigd.

7

Opb 14:7 en hij zei met luider stem: Vreest God en geeft Hem heerlijkheid, want het uur van zijn oordeel is gekomen; en aanbidt hem die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen heeft gemaakt. (TELOS)

Vreest God en geeft Hem heerlijkheid. Vergelijk de woorden van de martelaren:

Opb 15:3 En zij zingen het lied van Mozes, de slaaf van God, en het lied van het Lam en zeggen: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Heer, God de Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning van de naties! Opb 15:4 Wie toch zou U niet vrezen, Heer, en uw naam niet verheerlijken? Want U alleen bent heilig, want alle naties zullen komen en zich voor U neerbuigen, omdat uw gerechtigheden openbaar zijn geworden. (TELOS)

Uur van zijn oordeel is gekomen. Gezien dat het Lam op de berg Sion staat en gegeven dat de Heer Jezus na zijn verschijning zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, van Ijn vader David, en de volkeren zal oordelen, mogen we denken aan het oordeel der volkeren in verband met hun behandeling van wie de Heer "deze Mijn broeders".

Een andere duiding neemt "het uur" ruimer en laat dit (in elk geval) de zeven schaalgerichten in Opb. 16:1v., "de zeven schalen van de grimmigheid van God" (Opb. 16:1) omvatten.

Aanbidt hem. In plaats van het Beest en zijn beeld. De afgodische aanbidding van het beest en zijn beeld is een kenmerk van de eindtijd.

Terwijl een groot deel van de mensheid buigt voor het Beest en diens teken ontvangt, roept een engel de mensheid op om God heerlijkheid te geven en te eren. De Draak, een gevallen engel, leidt tot aanbidding van een goddeloos mens. Een goede engel roept op tot aanbidding van de enige waarachtige God.

8

Opb 14:8 En een andere, een tweede engel volgde en zei: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, dat van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij alle naties heeft laten drinken. (TELOS)

Na een vooruitblik op de 144.000 met het Lam op de berg Sion, krijgen we nu een vooraankondiging omtrent Babylon: haar einde en haar kernzonde, geestelijke hoererij.

Babylon. Babylon is in het boek Openbaring een grote stad. De naam wordt hier de eerste maal genoemd in het boek. Verderop, in hoofdstukken 17 en 18, wordt Babylon voorgesteld als een hoer gezeten op het beest uit de zee.

Gevallen, gevallen. In hoofdstuk 18 wordt de val beschreven, hier aangekondigd.

Wijn van de grimmigheid van haar hoererij. Vergelijk:

Opb 18:3 Want van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij hebben alle naties gedronken en de koningen van de aarde hebben met haar gehoereerd en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de macht van haar weelde. (TELOS)

Haar hoererij pleegt zij met een vergramd hart. Haar grimmigheid uit zich in het afwijzen van de heiligen die niet meedoen met haar hoererij. Vergelijk de Rooms-katholieke kerk die in het verleden zo met de staat en politiek verweven was en ware christenen doodde om hun 'ketterij'.

Een andere gedacht over de grimmigheid van deze hoer Babylon is: het doet denken aan een 'publieke vrouw' die hoererij pleegt uit kwaadheid op haar man, of uit kwaadheid op mannen in het algemeen, daar zij door hoererij mannen in haar macht heeft, hen afhankelijk van haar maakt, hen kan manipuleren.

Tegenover háár wijn staat de wijn van Gods grimmigheid, zie vers 10.

Over grimmigheid in het boek Openbaring, zie Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Grimmigheid

9

Opb 14:9  En een andere, een derde engel volgde hen en zei met luider stem: Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en op zijn voorhoofd of zijn hand [het] merkteken ontvangt, (Telos)

Het beest en zijn beeld aanbidt.

Opb 13:4 En zij aanbaden de draak, omdat hij het gezag aan het beest had gegeven, en zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog tegen voeren? (...) Opb 13:8 En allen die op de aarde wonen, zullen hem [= het Beest] aanbidden, ieder wiens naam, van de grondlegging van de wereld af, niet geschreven staat in het boek van het leven van het Lam dat geslacht is. (TELOS)

Opb 19:20 En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet die de tekenen in diens tegenwoordigheid had gedaan, waardoor hij hen misleidde die het merkteken van het beest ontvingen en die zijn beeld aanbaden. Levend werden deze twee geworpen in de poel van vuur die van zwavel brandt. (TELOS)

[Het] merkteken. Dat in twee varianten is: de naam of het naamsgetal van het Beest.

Lot van de aanbidder(s) van het beest (10-11)

10

Opb 14:10 die zal ook drinken van de wijn van Gods grimmigheid, die ongemengd is ingeschonken in de drinkbeker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van [de] heilige engelen en het Lam. 

Ongemengd is ingeschonken. In de oudheid werd wijn zelden ongemengd ingeschonken, omdat men anders makkelijk dronken zou worden. Er was in de huizen een mengvat met water om de wijn te verdunnen. De toorn van God wordt niet 'verdund', de genadetijd is voorbij.

Gepijnigd worden met vuur en zwavel. Een toestand van mensen in de hel. Vergelijk het lot van het Beest en de valse profeet:

Opb 19:20 En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet die de tekenen in diens tegenwoordigheid had gedaan, waardoor hij hen misleidde die het merkteken van het beest ontvingen en die zijn beeld aanbaden. Levend werden deze twee geworpen in de poel van vuur die van zwavel brandt. (TELOS)

Opb 20:14 En de dood en de hades werden geworpen in de poel van vuur. Dit is de tweede dood: de poel van vuur. Opb 20:15 En als iemand niet geschreven gevonden werd in het boek van het leven, werd hij geworpen in de poel van vuur. (TELOS)

11

Opb 14:11 En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid; en zij hebben dag en nacht geen rust, zij die het beest en zijn beeld aanbidden, en ieder die het merkteken van zijn naam ontvangt. (TELOS)

Tot in alle eeuwigheid. Niet beperkt tot een bepaalde eeuw. Aan de pijniging komt geen einde. Zie voor de eeuwigheid van de hel, het artikel Hel.

Geen rust. Dit in tegenstelling tot hen die in de Heer Jezus ontslapen, "zij rusten van hun arbeid" (vers 13)

Zij die het beest en zijn beeld aanbidden. Zie Opb. 13:4,6

Opb 13:4 En zij aanbaden de draak, omdat hij het gezag aan het beest had gegeven, en zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog tegen voeren? (...) Opb 13:8 En allen die op de aarde wonen, zullen hem [= het Beest] aanbidden, ieder wiens naam, van de grondlegging van de wereld af, niet geschreven staat in het boek van het leven van het Lam dat geslacht is. (TELOS)

Ieder die het merkteken van zijn naam ontvangt. Voor het merkteken, zie Merkteken van het Beest. Deze gemerkten staan in contract met de verzegelden van God (Opb. 7:3).

Volharding en zaligspreking (12-13)

12

Opb 14:12 Hier is de volharding van de heiligen die de geboden van God en het geloof in Jezus bewaren. (TELOS)

Hier is de volharding van de heiligen. De volharding, het volhouden is negatief in zoverre zij weigeren om het beest of zijn beeld te aanbidden en zijn merkteken te dragen, en positief in zoverre zij de geboden van God en het geloof in hun Heer en Heiland Jezus bewaren.

Hun namen staan geschreven in het boek van het leven van het Lam.

Opb 13:4 En zij aanbaden de draak, omdat hij het gezag aan het beest had gegeven, en zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog tegen voeren? (...) Opb 13:8 En allen die op de aarde wonen, zullen hem [= het Beest] aanbidden, ieder wiens naam, van de grondlegging van de wereld af, niet geschreven staat in het boek van het leven van het Lam dat geslacht is. (TELOS)

Johannes, de schrijver, was een 'mededeelgenoot in de verdrukking .... en de volharding in Jezus'.

Opb 1:9 Ik, Johannes, uw broeder en mededeelgenoot in de verdrukking en het koninkrijk en de volharding in Jezus, kwam op het eiland dat Patmos heet, om het woord van God en het getuigenis van Jezus. (TELOS)

13

Opb 14:13 En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Schrijf: gelukkig de doden die in [de] Heer sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten van hun arbeid; want hun werken volgen hen. (TELOS)

Gelukkig. Een van de zeven zaligsprekingen in dit Bijbelboek (→ Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Zaligsprekingen). Deze zaligspreking staat in tegenstelling tot de pijniging in vers 11.

Mt 5:10 Gelukkig zij die worden vervolgd ter wille van de gerechtigheid, want van hen is het koninkrijk der hemelen. Mt 5:11 Gelukkig bent u wanneer zij u smaden en vervolgen en liegend allerlei kwaad van u spreken ter wille van Mij. Mt 5:12 Verblijdt en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen; want zo hebben zij de profeten vervolgd die voor u geweest zijn. (TELOS)

De doden die in [de] Heer sterven, van nu aan. Onder hen zijn er die als martelaar sterven, ook gedode gelovige merktekenweigeraars, die volhard hebben (vgl. vs. 12) in hun weigering en hun leven niet hebben liefgehad tot de dood toe.

Opb 12:10  En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is de behoudenis gekomen en de kracht en het koninkrijk van onze God en het gezag van zijn Christus; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht voor onze God aanklaagde, is neergeworpen.  Opb 12:11  En zijzelf hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood toe. (Telos)

Rusten. Dit in tegenstelling tot hen die in de hel terechtkomen, "zij hebben dag en nacht geen rust" (vers. 11).

Arbeid. Het Griekse woord wijst op zware, moeitevolle inspanning.

Hun werken. De producten van hun moeitevolle arbeid. Die blijven hen bij. Vergelijk:

Opb 19:8 en haar is gegeven bekleed te zijn met blinkend, rein, fijn linnen, want het fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen.

De gerechtigheden van de heiligen zijn hen nagevolgd en hebben hun plaats ontvangen in het kleed van de bruidsgemeente.

Op een grafsteen op de Algemene Begraafplaats te Ede (Gelderland)

De oogst van de aarde (14-20)

14

Opb 14:14 En ik zag en zie, een witte wolk, en op de wolk zat iemand, de Zoon des mensen gelijk, die op zijn hoofd een gouden kroon en in zijn hand een scherpe sikkel had. (TELOS)

De Zoon des mensen gelijk. Het gaat om Hem, onze Heer Jezus Christus, die mens is geworden èn gebleven.

Gouden kroon. Spreekt van Zijn koninklijke waardigheid en heerlijkheid.

Scherpe sikkel. Een effectief werktuig voor de oogst - "de oogst van de aarde" (vers 15) - om de aarde te maaien (verzen 15-16). Vergelijk:

Mr 4:26 En Hij zei: Zo is het koninkrijk van God, als een mens die het zaad in de aarde werpt Mr 4:27 en slaapt en opstaat, nacht en dag, en het zaad spruit uit en wordt lang, zonder dat hijzelf weet hoe. Mr 4:28 De aarde draagt vanzelf vrucht, eerst de halm, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar. Mr 4:29 Wanneer nu de vrucht zich voordoet, zendt hij terstond de sikkel daarin, omdat de oogst daar is. (TELOS)

15

Opb 14:15 En een andere engel kwam uit de tempel en riep met luider stem tot Hem die op de wolk zat: Zend uw sikkel en maai, want het uur om te maaien is gekomen, want de oogst van de aarde is overrijp geworden. (TELOS)

Met luider stem. Dikwijls wordt in dit boek geroepen met luider stem.

Maai ... maaien. Het Griekse werkwoord dat hier gebruikt wordt is θεριζω, therizo. Het heeft drie betekenissen[3]: 1. oogsten; 2. spreekwoordelijke uitdrukking voor zaaien en oogsten; 3. afmaaien, afsnijden, doden; 3a. zoals de oogst wordt afgesneden met een sikkel.

In het vervolg is sprake van de oogst en het afsnijden van druiven. Het maaien kan hier in vs. 15 en 16 betrekking hebben op de graanoogst. Want nadat de Heer begonnen is met de oogst, wordt een engel opgeroepen om aan de druivenoogst te beginnen (17-18).

Overrijp. God schijnt lang te hebben gewacht; misschien uit lankmoedigheid, vergelijk:

2Pe 3:9 De Heer vertraagt de belofte niet zoals sommigen het voor traagheid houden, maar Hij is lankmoedig over u, daar Hij niet wil dat iemand verloren gaat, maar dat allen tot bekering komen. (TELOS)

16

Opb 14:16  En Hij die op de wolk zat, sloeg zijn sikkel op de aarde en de aarde werd gemaaid. (Telos)

Hij die op de wolk zat. De Zoon des mensen (va. 14), onze Heer Jezus Christus.

Werd gemaaid. Zie vs. 15 over 'maaien'.

17

Opb 14:17 En een andere engel kwam uit de tempel die in de hemel is, en ook hij had een scherpe sikkel. (TELOS)

Kwam uit de tempel die in de hemel is. Evenals de vorige engel.

Had een scherpe sikkel. Niet alleen de Heer (vers 14) hanteert een scherpe sikkel.

18

Opb 14:18 En een andere engel <kwam> uit van het altaar; hij had macht over het vuur; en hij riep met luider stem tot hem die de scherpe sikkel had en zei: Zend uw scherpe sikkel en oogst de trossen van de wijnstok van de aarde, want zijn druiven zijn rijp. (CP[4])

Hij had macht over het vuur. Of de bevoegdheid om iets te doen met het vuur, misschien het vuur van het altaar. Het Griekse woord hier met 'macht' vertaald kan betekenen: macht, gezag, bevoegdheid.

Hem die de scherpe sikkel had. De vorige engel (vs. 17), daar de Heer Jezus reeds begonnen is met de oogst.

Trossen van de wijnstok van de aarde. De Heer Jezus maaide de aarde (vs. 16). Dit doet denken aan een graanoogst op de velden. De engel snijdt de druiventrossen af. Dat doet denken aan een de oogst in een wijngaard. Beiden sloegen hun scherpe sikkel op de aarde (16, 19).

19

Opb 14:19 En de engel sloeg zijn sikkel op de aarde en oogstte van de wijnstok van de aarde en wierp het in de grote wijnpersbak van de grimmigheid van God. (TELOS)

Grote wijnpersbak van de grimmigheid van God. De grootte heeft betrekking op de massaliteit van de menigte en van het bloedbad: een grote menigte zal de dood vinden. Zie het volgende vers.

20

Opb 14:20 En de wijnpersbak werd buiten de stad getreden en er kwam bloed uit de wijnpersbak tot aan de tomen van de paarden, zestienhonderd stadien ver.

Buiten de stad. Zonder nadere aanduiding, hoogstwaarschijnlijk buiten de stad Jeruzalem. Zie Openbaring van Johannes/Onderwerpen. Daar zal een vonnis worden voltrokken.

Zestienhonderd stadiën ver. Een stadie is ongeveer 185 meter. 1600 stadiën is ongeveer 1600 x 185 meter = 296.000 meter = 296 kilometer. Het schijnt dat over een afstand van bijna 300 km een bloedig oordeel wordt uitgevoerd, een enorm groot bloedbad plaatsvindt. Gemeten, naar het schijnt, vanaf Jeruzalem[5].

Vergelijk:

Jes 49:26  En Ik zal uw verdrukkers spijzen met hun eigen vlees, en van hun eigen bloed zullen zij dronken worden, als van zoeten wijn; en alle vlees zal gewaar worden, dat Ik, de HEERE, uw Heiland ben, en uw Verlosser, de Machtige Jakobs. (SV)

Voetnoten

  1. Bron: https://twitter.com/OLifeshield/status/1577270298767826944
  2. 2,0 2,1 DAVID JEREMIAH: Christ's Return, The 144,000, Two Witnesses & Prophecy in Revelation. Youtube.com: 100Huntley, 22 jun. 2020. Vanaf 1 min 40 sec.
  3. Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  4. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Telos-vertaling.
  5. Jeep van der Schoot, De koning komt! (Doorn: Uitgeverij Het Zoeklicht, 2011) wijst drie strijdtonelen aan: Megiddo, Jeruzalem (dal van Josafat) en Bozra. Hij merkt op dat de afstand Megiddo - Bozra 300 km is.