Openbaring 17
Openbaring 17 van de Openbaring van Johannes wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd. De volgende hoofdstukken zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:
■ Openbaring van Johannes: |
Samenvatting
Een van de zeven engelen met de schalen toont het oordeel over de grote Hoer, dat door het Beest gedragen wordt. Hij verklaart de hoer, de wateren, de zeven koppen en de tien hoornen.
1
Opb 17:1 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer die op vele wateren zit, (TELOS)
Kom, ik zal u tonen. Eerst wordt de Hoer getoond, daarna haar oordeel. Na de vertoning van de Hoer en haar oordeel wordt de vrouw van het Lam getoond:
Opb 21:9 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam tonen. (TELOS)
Die op vele wateren zit. De wateren worden verderop verklaard:
Opb 17:15 En hij zei tot mij: de wateren die u hebt gezien, waarop de hoer zit, zijn volken en menigten en naties en talen. (...) Opb 17:18 En de vrouw die u hebt gezien, is de grote stad die het koningschap heeft over de koningen van de aarde. (TELOS)
Zij is verbonden met, heeft invloed op vele volken en heerschappij over de koningen van de aarde.
2
Opb 17:2 met wie de koningen van de aarde gehoereerd hebben, en zij die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij. (TELOS)
De koningen van de aarde ... en zij die de aarde bewonen. Niet alleen de regeringsleiders maar ook het gewone volk.
Dronken. Haar hoererij heeft een uitwerking als van drank. De aardbewoners zijn dronken geworden van de hoererij. Politiek en religie hebben zich innig verenigd, tot vreugde van de mensen.
3
Opb 17:3 En hij voerde mij weg in [de] Geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had. (TELOS)
En hij voerde mij weg in [de] Geest…”. Of: "in [de] geest" (kleine letter g). Vergelijk:
Opb 21:9 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam tonen. Opb 21:10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalde van God (TELOS)
Naar een woestijn. De woestijn is een zinnebeeld van de wereld, dat geestelijk gezien een dor en woest land is. Contrasteer:
Opb 21:10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalde van God (TELOS)
Een vrouw zitten op. Zij zit op vele wateren (1). Eén zitplaats, een voorname, wordt nu belicht. Zij zit op het Beest uit de zee, "dat haar draagt" (8). Het duidt op het 'draagvlak' van haar hoererij en op haar macht, haar invloed op het Beest. Het Beest is een politieke macht, zij blijkt een religieuze macht, en tevens - zie het volgende hoofdstuk - een politieke en economische macht.
Scharlakenrood beest. Stelt het Beest uit de zee voor, zowel de grootste machthebber als zijn rijk.
Laster. Zie ook Openbaring van Johannes/Onderwerpen#Lasteren.
Zeven koppen. Zijn zeven bergen waarop de vrouw zit. Ook zijn het zeven koningen in tijdsvolgorde, het beest is zelf de achtste koning.
Tien horens. Zijn tien koningen die gelijktijdig met het beest optreden en hun gezag aan hem overdragen.
4
Opb 17:4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol gruwelen en de onreinheden van haar hoererij. (TELOS)
Purper. Koninklijke kleur. Zij heeft het koningschap over de koningen van de aarde! (18)
Scharlaken. Ook het Beest vertoont die kleur, 'scharlakenrood' (3).
Gruwelen en de onreinheden van haar hoererij. Gruwelen zijn misschien (bijvoorbeeld) de inzegening van homorelaties, het misbruik van kinderen.
5
Opb 17:5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven: Verborgenheid, het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde. (TELOS)
Verborgenheid. Zie ook vs. 7. De NBV04 vertaalt: “een naam met een geheime betekenis”. In de Schrift worden verschillende verborgenheden genoemd. De verborgenheid van het grote Babylon is er één van. Ze wordt vanaf vs. 7 verklaard.
De moeder van de hoeren. Zij is oorsprong èn de grootste der hoeren. De afgoderij schijnt haar (of een) oorsprong in Babel te hebben. Als de Hoer het afvallige naamchristendom voorstelt, dat kan men stellen dat de geestelijke hoererij in Babylon een toppunt bereikt.
6
Opb 17:6 En ik zag de vrouw dronken van het bloed van de heiligen en van het bloed van de getuigen van Jezus. En toen ik haar zag, verwonderde ik mij met grote verwondering. (TELOS)
Het eerste dat van haar gezegd wordt is haar hoererij (afgoderij) (5), het tweede haar bloedschuld (dit vers). Zie ook
Opb 19:2 Want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde heeft verdorven met haar hoererij, en Hij heeft het bloed van zijn slaven van haar hand gewroken. (TELOS)
Dronken van het bloed.... Zij schijnt, gezien haar dronkenschap, behagen te hebben gehad in de dood van de heiligen. Het bloed van de heiligen en van het bloed van de getuigen van Jezus. Niet alleen het Beest uit de zee maakt slachtoffers, ook de vrouw Babylon heeft bloed aan haar handen. Bloed van toekomstige heiligen, doch misschien ook bloed van heiligen uit het verleden en het heden. Het Beest zal de twee getuigen doden (Opb. 11:7).
Opb 18:24 En in haar werd gevonden het bloed van profeten en heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn. (TELOS)
7
Opb 17:7 En de engel zei tot mij: Waarom hebt u zich verwonderd? Ik zal u de verborgenheid van de vrouw zeggen en van het beest, dat haar draagt, dat de zeven koppen en de tien horens heeft. (TELOS)
Dit is de eerste keer in het boek Openbaring dat een engel uitleg geeft van een symbolische voorstelling.
8
Opb 17:8 Het beest dat u gezien hebt, was en is niet en zal uit de afgrond opstijgen en ten verderve gaan; en zij die op de aarde wonen, van wie de naam van de grondlegging van de wereld af niet geschreven is in het boek van het leven, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat het was en niet is en zal zijn. (TELOS)
Het beest. Sommigen zien hierin het Romeinse rijk[1]. Anderen ontkennen dat, omdat de engel zegt dat het niet bestaat (ten tijde van Johannes), terwijl het Romeinse rijk destijds bestond. Het Romeinse rijk is de "een is" in Opb. 17:10.
Uit de afgrond. Uit de diepte van de zee. Het is immers opgestegen uit de zee.
Opb 11:7 En wanneer zij hun getuigenis voleindigd zullen hebben, zal het beest dat uit de afgrond opstijgt, oorlog met hen voeren en hen overwinnen en hen doden. (TELOS)
Zie ook Afgrond.
Was en is niet en zal uit de afgrond opstijgen en ten verderve gaan. Volgens een uitleg[2] zijn deze drie fasen:
- Was: 40 v. Chr. - 1806 n.C. Op 6 aug. 1806 legde Keizer Frans II de keizerskroon neer, waarmee een eind aan het 'Heilige Roomse Rijk' (periode 800 of 962 tot 1806[3]).
- Is niet: 1806 – 1957.
- Zal uit de afgrond opstijgen en ten verderve gaan: 1957 - terugkomst van Jezus Christus. In 1957 werd het Verdrag van Rome getekend (door zes landen: België, Nederland, Luxemburg, West-Duitsland, Frankrijk en Italië), dat op 1 jan. 1958 van kracht werd: ontstaan van de Europese Economische Gemeenschap, waaruit in 1992/3 de Europese Unie voortkwam.
9
Opb 17:9 Hier is het verstand dat wijsheid heeft: de zeven koppen zijn zeven bergen, waarop de vrouw zit. (TELOS)
De zeven koppen zijn zeven bergen. De zeven koppen stellen zeven bergen alsmede zeven koningen (zie vers 10) voor.
Waarop de vrouw zit. Die hoererende en bloedschuldige vrouw Babylon.
De stad Rome was gebouwd op zeven bergen. Dit is uit alle oude schrijvers genoeg bekend[4]. De zeven bergen waren de berg Capitolinus, Palatinus, Coelius, Aventinus, Esquilinus, Viminalis en Quirinalis. Rome wordt bij enige oude schrijvers de zevenbergse stad genoemd[4]. Doch er zijn meer steden gebouwd op zeven heuvelen. Maar Rome is waarschijnlijk bedoeld in dit vers.
10
Opb 17:10 Ook zijn het zeven koningen: vijf zijn gevallen, de ene is er, de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven. (TELOS)
Het is onduidelijk wie deze zeven koningen zijn. Wie zijn zij? Welke zijn hun koninkrijken? Verschillende antwoorden zijn gegeven. Ze zijn vaak gekunsteld.
1. Keizers. De zeven koningen zijn zeven Romeinse keizers, die na elkaar geregeerd hebben. Dit is een gangbare verklaring.
Romeinse keizers |
---|
|
De vijf reeds 'gevallen' keizers zouden zijn, met vermelding van het jaar waarin zij 'gevallen', op gewelddadige wijze aan hun einde gekomen zijn: Caligula (41), Claudius (54), Nero (68), Vespasianus (79), Titus (81). Wat Vespasianus betreft zijn er ook andere bronnen die hem in bed laten sterven. "De ene is er", de zesde, verwijst naar de ten tijde van Johannes' visioen regerende keizer Domitianus (keizer 81-96 n.C.). Na hem moet nog een zevende, de schrijver onbekende keizer aan de macht komen. De achtste zou Nero Redivivus zijn, de na zijn dood teruggekeerde Nero[5]. Hij komt voort uit zeven, hij was de derde. "... die was, en niet is, de beruchte historische Nero, die als achtste en toch een van de zeven de belichaming is van de eschatologische tegenstander", zegt een commentaar[6].
2. Staatsvormen. De zeven koningen zijn zeven opeenvolgende staats- of regeringsvormen. Volgens de kanttekenaren van de Statenvertaling kan men ook denken aan zeven koninklijke regeringen. Ze volgen elkaar in de tijd op[1][7]. Uit de ongewijde geschiedenis weten we dat de volgende regeringsvormen in Rome waren[1]:
- Koningen
- Consuls
- Deciviraat
- Oorlogstribunen
- Dictatoren
- Keizers
De 6e regeringsvorm was er ten tijde van Johannes’ visioen. De regeringsvormen die daarna komen zijn: het herstelde keizerrijk (7e) en het Beest uit de zee (8e).
Een bezwaar tegen de gedachte van wereldrijken is dat de Schrift in het tekstverband onderscheidt maakt tussen koningen en hun rijk (12). Het gaat om zeven koningen. Zou het om staatsvormen gaan, dan zou de Schrift eerder 'koninkrijken' dan 'koningen' hebben vermeld.
3. Wereldrijken. De gevallen rijken zijn zeven wereldrijken, namelijk:
- Egypte
- Assyrië
- Babylon (het rijk van Nebukadnezar),
- Medo-Perzië
- Griekenland
Het zesde rijk is het Romeinse rijk ten tijde van Johannes.
Het andere rijk, de zevende koning, die nog niet gekomen was en een korte tijd moet blijven, is het verdeelde Romeinse rijk, bestaande uit het West- en Oost-Romeinse rijk (vgl. de twee benen in het statenbeeld van Daniël, Dan. 2:33, 41) dat zou uitlopen in een samenstel van tien tenen (Daniël) ofwel tien horens (Daniel 7:24, Opb. 17:10-17), dat zijn tien koningen.
Volgens W.J. Ouweneel[8] is de zevende koning te vinden in het Dritte Reich, het rijk van de nazi's. Het rijk van het Beest is volgens hem het achtste rijk en het rijk van de Messias het negende rijk.
Een bezwaar tegen de gedachte van wereldrijken is dat de Schrift in het tekstverband onderscheidt maakt tussen koningen en hun rijk (12). Het gaat om zeven koningen. Een rijk, zoals Egypte, heeft vaak meerdere opeenvolgende koningen.
11
Opb 17:11 En het beest dat was en niet is, is ook zelf de achtste, en het is uit de zeven en gaat ten verderve. (TELOS)
Het Beest met de zeven koppen (bergen, opeenvolgende koningen) en tien hoornen (gelijktijdige koningen, zie volgende vers) stelt zelf het achtste en laatste koninkrijk voor. De geschiedenis van deze koninkrijken culmineert in die van het Beest.
De tien horens
12
Opb 17:12 En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar een uur gezag als koningen ontvangen met het beest. (TELOS)
Tien koningen. Volgens één opvatting[9] gaat het om het herstelde Romeinse rijk dat tien koninkrijken omvat.
Een andere opvatting[10] zegt dat het om tien toekomstige machtsblokken gaat: Europa, Verenigde Staten, China, Japan, enz.
Een middenstandpunt[11] houdt het erop, dat het herstelde Romeinse rijk de hele wereld zal onderwerpen, waarbij eventueel de wereld bestuurlijk in tien delen verdeeld wordt.
13
Opb 17:13 Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en gezag aan het beest. (Telos)
De macht en het gezag wordt geconcentreerd in één persoon, de achtste van de opeenvolgende koningen.
14
Opb 17:14 Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam, en het Lam zal hen overwinnen-want Hij is Heer van [de] heren en Koning van [de] koningen — en zij die met Hem zijn, geroepenen en uitverkorenen en getrouwen. (TELOS)
Heer van [de] heren. De hoogste Heer, de Opperheer. Vgl. Hooglied: Lied der liederen.
Koning van [de] koningen. De hoogste koning. Vrouwe Babylon heeft ook een hoge stand: zij heeft koningschap "over de koningen van de aarde" (18).
Oorlog voeren tegen het Lam. Vergelijk:
Opb 16:13 En ik zag uit de mond van de draak en uit de mond van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen als kikkers; Opb 16:14 want het zijn geesten van demonen die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van het hele aardrijk, om hen te verzamelen tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige. (TELOS)
En zij die met Hem zijn. Zij nemen delen aan Jezus' overwinning.
Geroepenen en uitverkorenen en getrouwen. 'Getrouwen' - sommige vertalingen hebben 'gelovigen'. Het Griekse woord laat beide vertalingen toe. Gods zijde: Hij heeft ze geroepen en uitverkoren. Hun zijde: zij zijn God en Zijn Zoon trouw gebleven. Hun trouw staat tegenover de ontrouw, de hoererij van vrouwe Babylon.
15
Opb 17:15 En hij zei tot mij: de wateren die u hebt gezien, waarop de hoer zit, zijn volken en menigten en naties en talen.
Vergelijk vers 1: "de hoer die op vele wateren zit". Dit beeld laat zien hoe wereldwijd haar invloed is.
16
Opb 17:16 En de tien horens die u hebt gezien en het beest, dezen zullen de hoer haten en haar eenzaam en naakt maken, en haar vlees eten en haar met vuur verbranden. (TELOS)
De vrouw was innig met de tien koningen en het beest verbonden. Het beest droeg haar zelfs. Nu is hun gezindheid in vijandschap verkeerd. Dit wordt door God gewerkt (17).
Tien horens. Dat zijn tien koningen, zie vs. 12.
Het beest. Is ook een mens, die kan haten.
Haten. Haat is een gezindheid van het hart, die kan uitmonden in kwaad gedrag, hier: eenzaam maken enz.
Eenzaam. Geen man zal haar meer bezoeken. Ze komt alleen te staan, ze wordt niet meer gedragen. Voorheen had ze contact met vele volken en naties.
Naakt. Voordien was "bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels" (4). Die koninklijke weelde is nu voorbij.
Haar vlees eten. Een hoer geeft tegen betaling haar vlees te genieten, en zodoende zondigt zij tegen haar lichaam. De hoer Babylon wordt nu opgegeten: geplunderd, beroofd van haar goederen. Vergelijk:
Mr 12:40 die de huizen van de weduwen opeten (...) (TELOS)
Ga 5:15 Als u echter elkaar bijt en opeet, kijkt dan uit dat u niet door elkaar verslonden wordt. (TELOS)
Haar met vuur verbranden. Kan een brand zijn zoals die welke een groot deel van Rome in het jaar 64 n.C. tijdens de regering van keizer Nero verwoestte[12], maar dan een nog grotere brand die geheel Babylon in de as legt.
17
Opb 17:17 Want God heeft in hun harten gegeven zijn bedoeling uit te voeren en het met enerlei bedoeling uit te voeren en hun koninkrijk aan het beest te geven, totdat de woorden van God vervuld zullen zijn. (TELOS)
Het oordeel dat aan Babylon voltrokken wordt, staat onder Gods bestuur. Hij zet de uitvoerders van het oordeel in.
Tot de woorden van God vervuld zullen zijn. Van het begin tot het eind voert God de regie. Zijn woorden zullen worden vervuld.
18
Opb 17:18 En de vrouw die u hebt gezien, is de grote stad die het koningschap heeft over de koningen van de aarde. (TELOS)
De grote stad. Ook zo aangeduid in 14:8 en 18:10, 21. Elders is sprake van het “grote Babylon” (16:1; 17:5; 18:2).
De vergelijkbare grote stad ten tijde van Johannes was is Rome. Zij regeerde over de koningen van de aarde. Zij was de Koningin der koningen en regeerde over de koningen der aarde, althans de toenmalige wereld der Joden en christenen. Het hele aardrijk was het Romeinse rijk.
Lu 2:1 Het gebeurde nu in die dagen dat er een bevel uitging van keizer Augustus dat het hele aardrijk moest worden ingeschreven. (Telos)
Alle koningen in het rijk vielen onder de rechtsspraak van Rome. Er was toentertijd geen andere stad zo machtig als Rome.
Babylon de Hoer is een stad, de vrouw van het Lam is eveneens een stad, het Nieuwe Jeruzalem.
Die het koningschap heeft enz. Haar tegendeel, de vrouw van het Lam, zal met Hem (Christus) regeren over de aarde.
Voetnoten
- ↑ 1,0 1,1 1,2 H.L. Heijkoop, De toekomst; volgens de profetieën van Gods woord (Winschoten: H.L. Heijkoop, 1950), p. 57
- ↑ Roger Liebi (2014) Das Buch Daniel (7-8), op Rogerliebi.ch. Transscript van een toespraak, juni 2014.
- ↑ 800 n.C. als men het laat beginnen met de keizerskroning van Karel de Grote, of 962 n.C. als men het begin stelt met de keizerskroning van Otto I de Grote)
- ↑ 4,0 4,1 Aldus de kanttekenaar bij de Statenvertaling.
- ↑ Zie ook https://en.wikipedia.org/wiki/Nero_Redivivus_legend
- ↑ Aantekening in de Willibrord vertaling uit 1995 bij Opb. 17:10.
- ↑ De Kanttekenaren kenden die opvatting: “Daarom verstaan anderen het beter voor de zeven vormen of wijzen van regering, waarmee de stad Rome zo tevoren geregeerd was, als daarna nog geregeerd zou worden, gelijk de engel (Opb 17:10,11) getuigt.”
- ↑ W.J. Ouweneel, De negende koning (uitgeverij aspekt, 2003). Zijn opvatting door een spreker genoemd op de Bijbelstudieconferentie over Openbaring, Voorburg, 18-20 okt. 2017.
- ↑ Zo Gerard Kramer, op de bijbelstudieconferentie over Openbaring van Johannes, Voorburg, 18-20 okt. 2017.
- ↑ Peter van Beugen, op de Bijbelstudieconferentie over het boek Openbaring te Voorburg, 18-20 oktober 2017.
- ↑ Van Lee Brainard, in: https://www.youtube.com/watch?v=nbaafadTewk dd. 24 jan. 2023.
- ↑ Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_brand_van_Rome