1 Korinthiërs 11: verschil tussen versies

1.459 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
Regel 53:
1Co 11:6 Want als een vrouw niet gedekt is, laat zij zich ook maar het haar laten afknippen; maar als het voor een vrouw een schande is zich het haar te laten afknippen of zich te laten scheren, laat zij zich dan dekken. (TELOS)
Ongedektheid is gelijk kaalheid.
 
Een prostitué werd indertijd gestraft door haar kaal te scheren<ref>David en Pat Alexander (red.), ''Handboek bij de Bijbel'' (Den Haag: J.N. Voorhoeve, 1976) blz. 594: "Kaalgeschoren: zo zag een prostituee er uit als ze gestraft was". </ref>.
 
== 1 Kor. 11:7 ==
Regel 59 ⟶ 61:
'''Hij is het beeld en de heerlijkheid van God.''' De man is het beeld en de heerlijkheid van God. De man beeldt God uit. God staat niet onder gezag, maar is soeverein.
 
In Gen. 1:26-27 gaat het over beide sexen.
'''De vrouw is de heerlijkheid van de man.''' De vrouw is de heerlijkheid, niet het beeld, van de man. Zij beeldt niet God uit, maar zij is de luister, de versiering, de pracht van haar man. Dat blijkt bijzonder op haar huwelijksdag, wanneer zij gewoonlijk in mooie kleding gehuld is en 'de show steelt'.
 
''Ge 1:26 En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. Ge 1:27 En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze. Ge 1:28 En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt! (SV)''
 
Beide sexen zijn het beeld van God en hebben heerschappij over de overige schepselen op aarde. Man en vrouw zijn echter verschillend, ook in de hoedanigheden die zij van God verbeelden. De man staat niet onder gezag van enig schepsel op aarde. Bovendien is hij belast met de zorg voor zijn vrouw, als voor een zwakker vat. Als zodanig beeldt hij het hoofdschap (gezag en zorg) van God af. Ten opzichte van zijn hoofdschap is de man het beeld en de heerlijkheid van God.
 
'''De vrouw is de heerlijkheid van de man.''' De vrouw is de heerlijkheid, niet het beeld, van de man. Zij beeldt niet God uit in diens hoofdschap, maar zij is de luister, de versiering, de pracht van haar man. Dat blijkt bijzonder op haar huwelijksdag, wanneer zij gewoonlijk in mooie kleding gehuld is en 'de show steelt'.
 
De heerlijkheid van koning wordt zichtbaar in zijn hofhouding, in de mannen en vrouwen die hem dienen.
Regel 106 ⟶ 114:
 
De gewoonte waarop Paulus op doelt is niet een gewoonte om over de zaak van de hoofdbedekking te twisten. De voorliggende zaak is niet dat er geruzied werd over hoofdbedekking, maar dat er vrouwen waren die ongedekt tot God baden. Bedenk bovendien dat Paulus begint met hen te prijzen dat zij de inzettingen vasthouden die hij hen had overgeleverd (vers 2). Zij hadden overeenkomstig het onderwijs van de apostel goede gewoonten gevormd, maar op het punt van het bidden en profeteren door vrouwen hadden zij correctie nodig.
 
== Voetnoot ==