1 Korinthiërs 11: verschil tussen versies

63 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 37:
'''De man het hoofd van de vrouw.''' Christus is het hoofd van ''iedere'' man, maar een man is niet het hoofd van iedere vrouw. Elke man is alleen het hoofd van zijn eigen vrouw. Het beginsel is echter algemeen gesteld, "de man is het hoofd van de vrouw", en geldt daarom wellicht ook in maatschappelijke verhoudingen buiten het huwelijk. In de samenleving van de mens berust het hoofdschap bij de man; het is zijn taak om leiding te geven. Hoe groter het gezagsgebied, hoe passender het is dat een man leiding geeft. Dit standpunt druist in tegen de [[tijdgeest]], die gelijkheid bovenaan stelt en de gezagsverhouding ontkent.
 
== 1 Kor. 11:4 Een man ongedekt ==
1Co 11:4 Iedere man die bidt of profeteert met iets op zijn hoofd, onteert zijn hoofd; (TELOS)
'''Onteert zijn hoofd.''' Zijn letterlijke en zijn figuurlijke hoofd. Zijn letterlijke hoofd is zijn eigen fysieke hoofd. Zijn figuurlijke hoofd is Christus. Dat het fysieke hoofd is inbegrepen, valt af te leiden uit de verzen 5-6 (de vrouw onteert haar hoofd, waarbij het een en hetzelfde zou zijn is alsof zij geschoren was, en dit is voor haar een schande) en 14 (het dragen van lang haar is een oneer voor de man).
Regel 43:
Derhalve dienen de [[Joden]] hun [[Keppel|keppeltje]] af te leggen als zij tot God bidden.
 
== 1 Kor. 11:5 Een vrouw ongedekt ==
1Co 11:5 en iedere vrouw die bidt of profeteert met ongedekt hoofd, onteert haar hoofd; want het is een en hetzelfde alsof zij geschoren was. (TELOS)
[[Bestand:Moffenmeiden kaal geschoren Tweede Wereldoorlog.jpg|miniatuur|398x398px|"Moffenmeiden", die het met de Duitsers hielden, werden na de oorlog tot hun schande kaal geschoren.]]
Regel 56:
Ongedektheid is gelijk kaalheid.
 
== 1 Kor. 11:7 Man, vrouw en heerlijkheid ==
[[Bestand:Huwelijksportret van de Prins van Oranje en Prinses Máxima.jpg|miniatuur|400x400px|Huwelijksportret van de Prins van Oranje en Prinses Máxima. Denk haar even weg en zet haar in gedachten weer terug. Zonder haar is zijn heerlijkheid minder. Zij was en is zijn heerlijkheid. ]]
1Co 11:7 Want de man behoort zijn hoofd niet te dekken, daar hij het beeld en de heerlijkheid van God is; maar de vrouw is de heerlijkheid van de man. (TELOS)