1 Korinthiërs 11: verschil tussen versies

2.690 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 98:
 
''Heb 2:5 Want niet aan engelen heeft Hij onderworpen het toekomstige aardrijk waarover wij spreken, Heb 2:6  maar iemand heeft ergens betuigd en gezegd: ‘Wat is de mens dat U hem gedenkt, of de mensenzoon dat U acht op hem geeft? Heb 2:7  U hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt U hem gekroond en hem gesteld over de werken van uw handen; Heb 2:8  alles hebt U onder zijn voeten onderworpen’. Want door Hem alles te onderwerpen heeft Hij niets overgelaten dat Hem niet onderworpen zou zijn. Maar nu zien wij nog niet alles aan Hem onderworpen;'' (Telos)
[[Bestand:Veiled head woman Rhodes.jpg|miniatuur|295x295px|Gesluierde Griekse vrouw, 2e eeuw v.C.]]
 
== 5 ==
1Co 11:5 en iedere vrouw die bidt of profeteert met ongedekt hoofd, onteert haar hoofd; want het is een en hetzelfde alsof zij geschoren was. (TELOS)
[[Bestand:Moffenmeiden kaal geschoren Tweede Wereldoorlog.jpg|miniatuur|398x398px|"Moffenmeiden", die het met Duitsers hielden, werden na de oorlog tot hun schande kaal geschoren.]]
De vrouw droeg in Griekenland in het openbaar de sluier, het gewone kledingstuk uit de Oosterse vrouwenwereld. Alleen waren daarop bij de Griekse afgodische eredienst uitzonderingen. Paulus wil niet dat de gelovige vrouw bij het bidden of profeteren de sluier wegdoet.
 
'''Onteert haar hoofd'''. Haar letterlijke, fysieke hoofd en haar figuurlijke hoofd. Door haar hoofd te ontbloten (in de letterlijke zin) onteert zij haar hoofd (in de over­drachtelijke zin).
 
'''Alsof zij geschoren was'''. De natuur leert (vgl. vers 14) dat lang haar passend voor een vrouw is. Daarmee leert de natuur dat het passend is dat een vrouw gedekt is. De ''natuurlijke'' bedekking leert een ''cultuurlijke'' bedekking.
 
Een prostitué werd indertijd gestraft door haar kaal te scheren<ref>David en Pat Alexander (red.), ''Handboek bij de Bijbel'' (Den Haag: J.N. Voorhoeve, 1976) blz. 594: "Kaalgeschoren: zo zag een prostituee er uit als ze gestraft was". </ref>. Hetzelfde lot viel na afloop van de tweede wereldoorlog in Nederland de "moffenmeiden" ten deel (zie foto). [[Bestand:Moffenmeiden kaal geschoren Tweede Wereldoorlog.jpg|miniatuur|398x398px|"Moffenmeiden", die het met Duitsers hielden, werden na de oorlog tot hun schande kaal geschoren.]]De vrouw die op aarde een zichtbaar hoofd (haar man) heeft, zou dit hoofd onteren door een kapsel van kortgeknipt haar, dat een symbool van onafhankelijk­heid zou zijn. Wanneer de vrouw in het openbaar op het terrein van het geestelijke leven een werk moet verrichten, waardoor zij op de voorgrond treedt, is het gepast dat zij haar hoofd dekt, waardoor de afhankelijkheid, waarin zij blijft met het oog op haar man, wordt te kennen gegeven. Het kan slechts tot oneer van haar man zijn, dat een vrouw in het openbaar optreedt in een kap­sel dat aan de man behoort.
 
<u>Moeilijkheid i.v.m. 1 Kor. 14.</u> Hier doet zich een moeilijkheid voor. De apostel schijnt beslist, door de vrouw op te leggen, dat zij haar hoofd moet dekken, de handeling te veroorloven waarom deze voorwaarde om de hoofdbedekking te dragen gemaakt wordt, dat wil zeggen, aan de vrouw te veroorloven om in het openbaar te bidden en te profeteren. In hoofdstuk 14: 34 zegt hij echter beslist en zonder enig voorbehoud : „Dat de vrouwen zwijgen in de vergaderingen." Deze schijnbare tegenstrijdigheid heeft sommige uitleggers op de gedachte gebracht, dat Paulus in ons hoofdstuk slechts doelde op:
 
# de samenkom­sten bij de huiselijke godsdienstoefening.
# of van pri­vate vergaderingen
# of van private vergaderingen waarop alleen vrouwen kwamen.
 
Ad 1. Tegenwerping: het is onmogelijk om aan te nemen, dat de apos­tel aan een moeder de verplichting had willen opleggen om een sluier of andere hoofdbedekking op te doen, wanneer zij bad, omringd door haar man en door haar kinderen.
 
Ad. 2 en 3. Tegenwerping: men kan niet inzien, hoe deze verklaring met vs. 10 van ons hoofdstuk zou te rijmen zijn: een macht dragen terwille van de engelen.
 
''1Co 11:10 Daarom behoort de vrouw een macht op haar hoofd te hebben terwille van de engelen.'' (Telos)
 
Het ligt ook voor de hand, dat in vs. 16 door Paulus gedoeld wordt op een openbare gods­dienstoefening in de vergaderingen van God.
 
''1Co 11:16 Maar als iemand meent te moeten twisten wij hebben zo’n gewoonte niet, en evenmin de gemeenten van God.'' (Telos)
 
Tenslotte, Paulus maakt in 14:34-35 geen onderscheid tussen de ene en andere soort van samenkomsten; maar hij maakt daar de tegenstelling tussen de samenkomsten in het algemeen met het ogenblik waarop de man en de vrouw samen weer alleen thuis zullen zijn: "Laten de vrouwen zwijgen in de vergaderingen" (vs. 34) en "laten zij in huis hun eigen mannen vragen" (vs. 35).
 
== 6 ==
Regel 156 ⟶ 174:
 
== 10 ==
1Co 11:10 Daarom behoort de vrouw een macht op haar hoofd te hebben terwille van de engelen. (TELOS)Telos
'''Een macht op haar hoofd.''' Men kan denken aan een teken van de 'macht', het hoofdschap, het gezag van de man ten opzichte van de vrouw.
 
Regel 187 ⟶ 205:
 
== 16 ==
1Co 11:16 Maar als iemand meent te moeten twisten wij hebben zo’n gewoonte niet, en evenmin de gemeenten van God. (TELOSTelos)
'''Wij hebben zo'n gewoonte niet.''' Namelijk dat "dat een vrouw ongedekt tot God bidt" (vers 13). Vgl. "inzettingen" in vers 2.
 
Regel 300 ⟶ 318:
 
== Bron ==
F. Godet, ''Kommentaar op Paulus eersten brief aan de Corinthiërs''. Utrecht: Kemink & Zoon, 1904. Tekst van het commentaar op 1 Kor. 11 is onder wijziging verwerkt op 7 april 2020 en 4, 6 en 617 aug. 2021.
 
== Voetnoot ==