1 Korinthiërs 14: verschil tussen versies

2.762 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 145:
Merk op dat in vers 26 eerst gewone, niet de bijzondere geestelijke uitingen genoemd worden: een psalm, een leer. Zingen en onderwijzen. Merk ook op dat openbaring (profetie) genoemd wordt vóór een taal en een uitlegging. Voor de [[opbouwing]] van de gemeente is profetie nuttiger dan spreken in een taal (tenzij deze uitgelegd wordt).
 
'''Heeft ieder een psalm, heeft een leer, heeft een openbaring, heeft een taal, heeft een uitlegging.''' "Ieder van u" hebben sommige handschriften<ref>De T. R. met D. E. F. G. K. L. Syr. </ref>. Sommige handschriften<ref>De T. R. met L.; K. heeft "heeft een taal" niet. </ref> zetten "heeft een taal" vóór "heeft een openbaring".
'''Een psalm.''' Daarmee staat de lof van God voorop.
 
Een ieder heeft niet álles, maar een ieder heeft of kan ten minste iets hebben.
 
De zin kan ''vragenderwijs'' opge­vat worden. Misschien is het beter hem op te vatten in de zin van een ''twijfelachtige bevestiging'': „Ingeval dat aldus gebeurt."
 
De herhaling van "heeft" doet de verdeling van de bijdragen aan de dienst goed uitkomen.
 
Vergelijk met "ieder ...zegt" in 1 Cor. 1:12.
 
''1Co 1:12  Ik bedoel dit, dat ieder van u zegt: Ik ben van Paulus, ik van Apollos, ik van Kefas, en ik van Christus.'' (Telos)
 
De apostel noemt vijf soorten bijdragen:
 
'''Een psalm.''' Daarmee staat de lof van God voorop.
 
De psalm (Grieks ''psalmos'') is hier niet een gezang onder de vorm van het spreken in talen, het zingen met de geest, van vs. 15. Want later wordt er afzonderlijk gesproken van het spreken in talen en van zijn uitlegging. Hier is dus sprake van een psalm, gelijk aan die waarvan gesproken wordt in Col. 3:16 en Ef. 5:19.
 
''Col 3:15  En laat de vrede van Christus, waartoe u ook geroepen bent in een lichaam, in uw harten heersen; en weest dankbaar. Col 3:16  Laat het woord van Christus rijkelijk in u wonen, terwijl u in alle wijsheid elkaar leert en terechtwijst met <u>psalmen</u>, lofzangen en geestelijke liederen en in de genade zingt in uw harten voor God.  Col 3:17  En al wat u doet, in woord of in werk, doet alles in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God de Vader door Hem dankt.'' (Telos)
 
''Efe 5:18  En wordt niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar wordt vervuld met de Geest,  Efe 5:19  en spreekt tot elkaar in <u>psalmen</u>, lofzangen en geestelijke liederen, zingend en jubelend in uw hart tot de Heer, Efe 5:20  en dankt te allen tijde voor alles de God en Vader in de naam van onze Heer Jezus Christus,'' (Telos)
 
Het gaat om zingen terwijl men wel bij zijn zinnen is, gelijk het past bij het begin van de godsdienstoefening.
 
''1Co 14:15  Hoe is het dan? Ik zal met mijn geest bidden, maar ik zal ook met mijn verstand bidden; ik zal met mijn geest lofzingen, maar ik zal ook met mijn verstand lofzingen.'' (Telos)
 
Het ligt weinig voor de hand dat Paulus alleen van een oudtestamentische psalm wil spreken of van een christelijk gezang dat reeds bestaat, dat nu voorge­dragen of gezongen wordt. Het woord "heeft" sluit een geïmproviseerd gezang niet uit, want deze term wordt vervolgens toegepast op de taal en haar uitlegging, die toch onmiddellijke producten zijn van de werking van de Geest.
 
'''Een leer.''' Hiervóór onderscheidt Paulus leer van kennis, openbaring en profetie.