1 Korinthiërs 7: verschil tussen versies

922 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{1 Korinthiërs commentaar}}
{{Commentaar}}
 
In dit hoofdstuk gaat het over ongetrouwd blijven of trouwen, getrouwd met een ongelovige blijven of scheiden. In het algemeen: wel of niet de staat (gehuwd, ongehuwd, besneden, onbesneden, slaaf, vrije) veranderen waarin je geroepen bent.
Regel 58:
== 1 Kor. 7:15 ==
1Co 7:15 Maar als de ongelovige scheidt, laat hij scheiden. De broeder of de zuster is in zulke gevallen niet gebonden; maar God heeft ons geroepen in vrede. (TELOS)
'''Niet gebonden'''. Statenvertaling: "niet dienstbaar gemaakt". Het Griekse werkwoord hier gebezigd is δουλοω, douloö = (1) slaaf maken, (2) zich geheel wijden aan iemands behoeften en dienst. Dit werkwoord wordt 8x gebruikt in het Nieuwe Testament, onder meer in:
'''Niet gebonden'''. Gebonden zou de gelovige partner zij als hij zelf zou scheiden.
 
''Hnd 7:6 En God sprak alzo, dat zijn zaad vreemdeling zijn zoude in een vreemd land, en [dat] zij het zouden <u>dienstbaar maken</u>, en kwalijk handelen, vierhonderd jaren.'' (SV)
''1Co 7:10 Maar aan de getrouwden beveel ik-niet ik, maar de Heer-,dat de vrouw niet mag scheiden van haar man 1Co 7:11 (en als zij toch gescheiden is, laat zij ongetrouwd blijven of zich met haar man verzoenen), en dat de man zijn vrouw niet mag verstoten. (TELOS)''
 
''Ro 6:22 Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode <u>dienstbaar gemaakt</u> zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven. (SV)''
Wanneer echter de ongelovige scheidt, is de achterblijvende gelovige niet gebonden, hoeft niet ongetrouwd te blijven<ref>Karl August Dächsel merkt op "De broeder of de zuster wordt in zulke gevallen in de band van de echt als niet te verbreken verbintenis niet dienstbaar gemaakt, dat hij of zij zich aan de echtgenoot nog verder verbonden zou moeten achten als in het vs. 11 aangegeven geval." Bron: Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 1 Cor. 7:15.  </ref>.  
 
''1Co 9:19 Want daar ik van allen vrij was, heb ik mijzelven allen <u>dienstbaar gemaakt</u>, opdat ik er meer zou winnen. (SV)''
 
''2Pe 2:19 Belovende hun vrijheid, daar zijzelven dienstknechten zijn der verdorvenheid; want van wien iemand overwonnen is, dien is hij ook tot een <u>dienstknecht gemaakt</u>.'' (SV)
 
''1Co 7:10 Maar aan de getrouwden beveel ik-niet ik, maar de Heer-,dat de vrouw niet mag scheiden van haar man 1Co 7:11 (en als zij toch gescheiden is, laat zij ongetrouwd blijven of zich met haar man verzoenen), en dat de man zijn vrouw niet mag verstoten. (TELOS)''
 
Wanneer echter de ongelovige scheidt, is de achterblijvende gelovige niet gebonden,langer dienstbaar. Volgens sommigen hoeft hij of zij zelfs niet ongetrouwd te blijven<ref>Karl August Dächsel merkt op "De broeder of de zuster wordt in zulke gevallen in de band van de echt als niet te verbreken verbintenis niet dienstbaar gemaakt, dat hij of zij zich aan de echtgenoot nog verder verbonden zou moeten achten als in het vs. 11 aangegeven geval." Bron: Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 1 Cor. 7:15.  </ref>.  
 
'''God heeft ons geroepen in vrede'''. De roeping tot Christus, die wij hebben ontvangen, heeft ten doel dat wij in vrede zijn, dat wij vrede genieten (Kol.3:15), maar Hij heeft ons geen plichten willen opleggen, die wij toch niet zouden kunnen vervullen<ref>Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 1 Cor. 14:15.  </ref>.