1 Timotheüs/Hoofdstuk 3: verschil tussen versies

k
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == 1 Tim. 3:2 == 1Ti 3:2  De opziener dan moet onberispelijk zijn, man van één vrouw, nuchter, ingetogen, waardig, gastvrij, geschikt...')
 
Regel 25:
''Tit 1:6 Zo iemand moet onstraffelijk zijn, man van een vrouw zijn en gelovige kinderen hebben die niet van losbandigheid te beschuldigen of weerspannig zijn.'' (Telos)
 
'''Met alle eerbaarheid.''' Met alle waardigheid en ernst. Dit wordt van de vader gezegd: hij zou een serieuze man in zijn gezin moeten zijn; een man vrij van lichtzinnigheid en wispelturigheid in de omgang met zijn kinderen. "Nuchter, ingetogen, waardig" (vers 2). Het betekent niet dat hij streng en somber moet zijn, maar dat hij een ernstige en nuchtere man moet zijn. Hij moet zich waardig en achtbaar gedragen.<ref>Albert Barnes, ''Notes on the New Testament.''</ref>
 
== 1 Tim. 3:7 ==