2 Korinthiërs/Hoofdstuk 13: verschil tussen versies

k
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 15:
== 2 Kor. 13:5 ==
2Co 13:5  onderzoekt dan uzelf of u in het geloof bent; beproeft uzelf. Of erkent u van uzelf niet, dat Jezus Christus in u is? Zo niet, dan bent u verwerpelijk. (Telos)
'''Of u in het geloof bent.''' Wellicht mogen we 'geloof' in ruime zin nemen en erdoor zowel het ''wederbarend'' geloof, het ''levend'' (werkzaam) geloof, de ''geloofsgehoorzaamheid'' als de ''geloofsleergeloofswaarheid'' (geloofsleer) verstaan. Velen (12:21) hadden nog geen berouw over de onreinheid en losbandigheid die zij bedrijven hadden. En dan kan men in de geest van Paulus de vragen stellen: Hoe is het met uw christendom gesteld? Bent u werkelijk gelovigen? Staat u de inhoud van het evangelie en de leer van de verlossing nog voor ogen? Bent u soms bedorven in uw denken en moet uw denken hernieuwd worden? Bent u tot een naamchristen weggezonken?
 
Verschillende 'soorten' geloof, betekenissen van 'geloof' worden hieronder weergegeven:
 
''Hnd 15:9  en Hij heeft geen enkel onderscheid gemaakt tussen ons en hen, daar Hij <u>door het geloof hun harten heeft gereinigd</u>. (Telos)''
 
''2Co 1:24  Niet dat wij heersen over uw geloof, maar wij zijn medewerkers aan uw blijdschap; want <u>door het geloof staat u</u>. (Telos)''
 
''2Co 4:13  Daar wij nu dezelfde <u>geest van het geloof</u> hebben, volgens wat geschreven staat: ‘Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken’, zo geloven ook wij, daarom spreken wij ook;'' (Telos)
 
''Col 1:23  als u namelijk <u>blijft in het geloof</u>, gegrond en vast, en zich niet laat afbrengen van de hoop van het evangelie dat u gehoord hebt, dat gepredikt is in de hele schepping die onder de hemel is, waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben.'' (Telos)
Regel 21 ⟶ 29:
''Hnd 14:22  en versterkten de zielen van de discipelen, terwijl zij hen vermaanden <u>in het geloof te blijven</u> en dat wij door vele verdrukkingen het koninkrijk van God moeten binnengaan.'' (Telos)
 
''1Ti 2:15  Maar zij zal bewaard blijven tijdens het ter wereld brengen van kinderen, als zij <u>blijven in geloof</u>, liefde en heiliging, met ingetogenheid. (Telos)''
 
''2CoHnd 12:2442  NietZij datnu wij<u>bleven heersenvolharden overin uwde geloof,leer maarvan wijde zijnapostelen</u> medewerkersen aanin uwde blijdschap;gemeenschap, wantin <u>doorde breking van het geloofbrood staaten u</u>in de gebeden. (Telos)''
 
''2Co2Jo 41:139  DaarIeder wijdie nuverder dezelfdegaat en niet <u>geestblijft in de leer van het geloofChristus</u> hebben, volgensdie watheeft geschrevenGod staat:niet. ‘IkWie hebin geloofd,de daaromleer heb ik gesproken’blijft, zodie gelovenheeft ookzowel wij,de daaromVader sprekenals wijde ook;''Zoon. (Telos)''
 
''Ro 6:1 Wat zullen wij dan zeggen? Zouden wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt?  Ro 6:2  Volstrekt niet! Hoe zouden wij, die ten opzichte van de zonde gestorven zijn, nog daarin leven?  Ro 6:3  Of <u>weet u niet</u>, dat wij allen die tot Christus Jezus gedoopt zijn, tot zijn dood gedoopt zijn?  Ro 6:4  Wij zijn dan met Hem begraven door de doop tot de dood, opdat, zoals Christus uit de doden is opgewekt door de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in nieuwheid van leven zouden wandelen.'' (Telos)
 
''Hnd 6:7  En het woord van God nam toe en het getal van de discipelen in Jeruzalem vermeerderde zeer en een grote menigte van de priesters werd <u>gehoorzaam aan het geloof</u>. (Telos)''
 
''Ro 1:5  door Wie wij genade en het apostelschap ontvangen hebben voor zijn naam, tot <u>geloofsgehoorzaamheid</u> onder alle volken (Telos)''
''Hnd 15:9  en Hij heeft geen enkel onderscheid gemaakt tussen ons en hen, daar Hij <u>door het geloof hun harten heeft gereinigd</u>. (Telos)''
 
''Ro 16:26  maar die nu is geopenbaard en door profetische Schriften, naar het bevel van de eeuwige God, tot <u>geloofsgehoorzaamheid</u> aan alle volken is bekend gemaakt, (Telos)''
''Hnd 16:5  De gemeenten dan werden <u>bevestigd in het geloof</u> en namen dagelijks in aantal toe. (Telos)''
 
''Ga 2:20  Ik ben met Christus gekruisigd en ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij; en wat ik nu leef in het vlees, <u>leef ik door het geloof in de Zoon</u> van God, die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.'' (Telos)
 
''Ro 6:1 Wat zullen wij dan zeggen? Zouden wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt?  Ro 6:2  Volstrekt niet! Hoe zouden wij, die ten opzichte van de zonde gestorven zijn, nog daarin leven?  Ro 6:3  Of <u>weet u niet</u>, dat wij allen die tot Christus Jezus gedoopt zijn, tot zijn dood gedoopt zijn?  Ro 6:4  Wij zijn dan met Hem begraven door de doop tot de dood, opdat, zoals Christus uit de doden is opgewekt door de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in nieuwheid van leven zouden wandelen.'' (Telos)
 
''1Jo 3:9  Ieder die uit God geboren is, doet de zonde niet, omdat Diens zaad in hem blijft; en hij kan niet zondigen, omdat hij uit God geboren is. (Telos)''
 
Over afwijking gaan:
 
''Opb 2:5  Bedenk dan waarvan u afgevallen bent en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, Ik kom tot u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert.'' (Telos)
Regel 43 ⟶ 53:
''Opb 3:3  Bedenk dan hoe u het ontvangen en gehoord hebt en bekeer u. Als u dan niet waakt, zal Ik komen als een dief, en u zult geenszins weten op wat voor uur Ik tot u zal komen.'' (Telos)
 
'''Beproeft uzelf.''' Vergelijk de zelfbeproeving, zelfbeoordeling met het oog op het ''avondmaal''. De CorinthiërsKorinthiërs moesten beseffen dat het avondmaal niet een gewone maaltijd was, maar een heilige maaltijd, waarmee hun gedrag in overeenstemming moest zijn. Bij het avondmaal past geen onordelijkheid of dronkenschap.
Als iemand ondanks vermaning en terechtwijzing in de zonde blijft, dan moet hij zich in ernst afvragen of Jezus Christus door de Geest wel werkelijk in hem is.
 
'''Beproeft uzelf.''' Vergelijk de zelfbeproeving, zelfbeoordeling met het oog op het avondmaal. De Corinthiërs moesten beseffen dat het avondmaal niet een gewone maaltijd was, maar een heilige maaltijd, waarmee hun gedrag in overeenstemming moest zijn. Bij het avondmaal past geen onordelijkheid of dronkenschap.
 
''1Co 11:28  Maar laat men <u>zichzelf beproeven</u> en zo eten van het brood en drinken van de drinkbeker. 1Co 11:31  Als wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet geoordeeld worden; (Telos)''