2 Korinthiërs/Hoofdstuk 5: verschil tussen versies

3.896 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Regel 102:
 
''Efe 1:13 in Wie ook u, toen u het woord van de waarheid, het evangelie van uw behoudenis, hebt gehoord in Wie u ook, toen u geloofd hebt, verzegeld bent met <u>de Heilige Geest</u> van de belofte,'' ''Efe 1:14 die het <u>onderpand</u> is van onze erfenis, tot de verlossing van de verkregen bezitting, tot lof van zijn heerlijkheid.'' (TELOS)
 
== 2 Kor. 5:6 ==
2Co 5:6 Daarom hebben wij altijd goede moed, en weten dat wij, zolang wij in het lichaam wonen, niet bij de Heer wonen (TELOS)
'''Goede moed'''. Vergelijk:
 
''2 Cor. 4:16  Daarom worden wij niet moedeloos; maar al raakt ook onze uiterlijke mens in verval, toch wordt onze innerlijke van dag tot dag vernieuwd.''
 
'''In het lichaam wonen, niet bij de Heer wonen'''. In het lichaam wonen staat tegenover bij de Heer wonen. Inwonend bij de Heer staat tegenover uitwonend ten opzichte van de Heer (vers 9).
 
== 2 Kor. 5:7 ==
2Co 5:7 (want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen); (TELOS)
Het voorwerp van ons geloof is datgene wat niet gezien, niet aanschouwd wordt. In de Schrift is geloven niet het tegendeel van (zeker) weten, maar van zien. En hoewel wij niet zien, is ons geloof niet zonder grond.
 
De teleurgestelde leerling Thomas wilde de opgestane Heer eerst zien en dan pas geloven. Jezus zei, nadat Hij zich ook aan Thomas vertoond had:
 
''Joh 20:29 Jezus zei tot hem: Omdat je Mij hebt gezien, heb je geloofd? Gelukkig zij die niet gezien en toch geloofd hebben. (TELOS)''
 
== 2 Kor. 5:9 ==
2Co 5:9 Daarom stellen wij er ook een eer in, hetzij inwonend, hetzij uitwonend, Hem welbehaaglijk te zijn. (TELOS)
'''Inwonend''', dat is bij de Heer (vers 8). Het “inwonen” bij de Heer maakt duidelijk, dat onze nieuwe woning een onderdeel is van een groter geheel. De Heer heeft gezegd: ''In het huis van mijn Vader zijn vele woningen. Ik ga heen om u plaats te bereiden.'' Iedere gelovige krijgt een individuele woning, een nieuw lichaam. Alle gelovigen samen komen in het huis van de Vader met de vele woningen. Ze zullen inwonen bij de Heer.
 
'''Uitwonend''', dat is in een aards lichaam op aarde, uitwonend ten opzichte van de Heer Jezus, die in de hemel is.
 
== 2 Kor. 5:10 ==
2Co 5:10 Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat ieder ontvangt wat in het lichaam is gedaan, naardat hij heeft bedreven, hetzij goed hetzij kwaad. (TELOS)
'''Geopenbaard worden.''' Het volgende vers maakt duidelijk dat de gelovige in zeker zin reeds openbaar is geworden voor God.
 
'''Voor de rechterstoel van Christus'''.
 
''1Co 4:4 Want ik ben van mij niets bewust, maar daardoor ben ik niet gerechtvaardigd; maar Hij die mij beoordeelt, is de Heer. 1Co 4:5 Oordeelt daarom niets voor de tijd, totdat de Heer komt, die ook wat in de duisternis verborgen is, aan het licht zal brengen en de raadslagen van de harten openbaar zal maken; en dan zal ieder zijn lof ontvangen van God. (TELOS)''
 
De rechterstoel van Christus is de rechterstoel van God.
 
''Ro 14:10 Maar u, waarom oordeelt u uw broeder? Of ook u, waarom minacht u uw broeder? Want wij zullen allen voor de rechterstoel van God gesteld worden; (TELOS)''
 
Zie ook [[Jezus Christus#Rechter]].
 
Wij zullen ook voor de Vader worden gesteld.
 
''2 Kor. 4:14 daar wij weten, dat Hij die de Heer Jezus heeft opgewekt, ook ons met Jezus zal opwekken en met u voor Zich stellen.''
 
== 2 Kor. 5:11 ==
2Co 5:11 Daar wij dan weten hoezeer de Heer te vrezen is, overreden wij de mensen; maar voor God zijn wij openbaar geworden, en ik hoop dat wij ook in uw gewetens openbaar zijn geworden. (TELOS)
'''Overreden wij de mensen'''. Om zich te bekeren, in Jezus te geloven, Hem welbehaaglijk te leven, het goede te doen.
 
'''In uw gewetens openbaar zijn geworden'''. Dat wij naar het oordeel van uw geweten rechtvaardig leven. Vergelijk het volgende vers.
 
== 2 Kor. 5:12 ==
2Co 5:12 Wij bevelen niet opnieuw onszelf bij u aan, maar geven u aanleiding tot roem over ons, opdat u die hebt tegenover hen die in het uiterlijk roemen en niet in het hart. (TELOS)
'''Roem'''. Zie [[Roem]].
 
'''In het uiterlijk roemen'''. Zich laten voorstaan op hun besneden-zijn.
 
'''Niet in het hart'''. Niet in de besnijdenis van het hart, dat is het zelfoordeel en de bekering tot God.
 
== Voetnoot ==