Aanbevelingsbrief: verschil tussen versies

Geen verandering in de grootte ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 5:
Een aanbevelingsbrief geeft een zekerheid vergelijkbaar met de vermelding in het geslachtsregister. 
 
<blockquote>''Ezr 2:59 En dit waren degenen die optrokken uit Tel Melah, Tel Harsa, Cherub, Addan [en] Immer, maar [die] niet konden vertellen [wie] hun familie en [wat] hun afkomst [was], of zij van Israël waren: (...)''<br> ''Ezr 2:62 Dezen zochten naar hun inschrijving onder hen die in het geslachtsregister waren ingeschreven, maar zij werden niet gevonden; [daarom] werden zij als onrein van het priesterschap geweerd.''<br> (HSV)</blockquote>
 
In de beweging van de [[Vergadering van gelovigenGelovigen]] worden aanbevelingsbrieven gebruikt om andere vergaderingen de zekerheid te geven dat de bezoekende gast een oprechte gelovige is, die in de thuisvergadering deelneemt aan het avondmaal en met wie ook in de bezochte vergadering het avondmaal gevierd en geestelijke gemeenschap genoten kan worden. Zonder aanbevelingsbrief wordt een gast vaak toegelaten tot deelneming aan het avondmaal op grond van zijn getuigenis, dat voorafgaand aan de samenkomst is gehoord. Het toelaten van een gast zonder aanbevelingsbrief, alleen op zijn eigen verklaring en belijdenis, verhoogt het risico op toelating van naamchristenen (die geen echte gelovigen zijn) of uitgesloten christenen (die van een plaatselijke vergadering zijn uitgesloten wegens hun ernstige dwaalleer of zonde). Een aanbevelingsbrief neemt dat risico weg. Een tweede voordeel van het gebruik van een aanbevelingsbrief is gemak voor de ontvangende vergadering. Een derde voordeel is de uitdrukking van gemeenschap en verbondenheid tussen christelijke gemeenschappen. 
 
Naast schriftelijke aanbevelingsbrieven kunnen ook andere zaken ons 'aanbevelen' in figuurlijke zin. Luther zegt dan ook: de beste aanbevelingsbrieven zijn 1. Het getuigenis van een goed geweten (2 Cor. 1 : 12). 2. Het werk, dat de meester looft. Immers wanneer de gemeente de leraar, de schoolarbeid de onderwijzer, het land de vorst, het raadhuis de raadsheren, de vruchten de boom loven, dan is het goed.