k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Adoni-Bezek''' was een machtig koning van de stad [[Bezek]] in [[Kanaän (land)|Kanaän]]. Hij had 70 vorsten onderworpen en door het afhouwen van duimen en grote tenen voor altijd tot de strijd ongeschikt gemaakt. Hij werd
'''Naam.''' De Hebreeuwse eigennaam is אדני־בזק, Adoniy-Bezeq. De betekenis van de naam is "Mijnheer Bliksemstraal". Zijn naam komt 3x in de Bijbel voor en wel in Richt. 1:4-7. Het Strongnummer is H137. <blockquote>''Ri 1:4 En Juda toog op, en de HEERE gaf de Kanaänieten en de Ferezieten in hun hand; en zij sloegen hen bij Bezek, tien duizend man. Ri 1:5 En zij vonden Adoni-bezek te Bezek, en streden tegen hem; en zij sloegen de Kanaänieten en de Ferezieten. Ri 1:6 Doch Adoni-bezek vluchtte; en zij jaagden hem na, en zij grepen hem, en hieuwen de duimen zijner handen en zijner voeten af. Ri 1:7 Toen zeide Adoni-bezek: Zeventig koningen, met afgehouwen duimen van hun handen en van hun voeten, waren onder mijn tafel, [de] [kruimen] oplezende; gelijk als ik gedaan heb, alzo heeft mij God vergolden! En zij brachten hem te Jeruzalem, en hij stierf aldaar.'' (SV)</blockquote>
|