Aflaat: verschil tussen versies

Geen verandering in de grootte ,  2 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''aflaat''' (Lat. ''indulgentia'') is een door de Rooms-Katholieke Kerk verleende kwijtschelding van de boete die gedaan zou moet worden na de vergeving van zonde(n). De zonde is al in de biecht beleden en vergeven, maar moet nog geboet worden. De kwijtschelding van de tijdelijke zondestraf(fen) op die zonde(n) heet dan een toepassing van de schat die de Kerk bezit in de oneindige voldoening door Jezus Christus en de daarop steunende overvloedige verdiensten van de 'heiligen'. De kwijtschelding kan plaatsvinden door de lengte van de boetetijd in te korten, de boetestraf te verminderen<ref>"De vermindering van een boetestraf", zo wordt de aflaat omschreven door H.P. Hoffmann, G.A.N. Andries, D.A.M. Timmermans, J.B. Uytterhoeven, ''De geschiedenis van het christendom voor jonge mensen verhaald en getekend'' (Orbis en Orion Uitgevers N.V., 1982), deel 6, hoofdstuk 9. </ref>.
[[Bestand:Aflaat 1724.png|thumb|399x399px500x500px|Een aflaat uit 1724]]
Kwijtschelding van álle zondestraffen (een 'grote aflaat’ of ‘volle aflaat’) kon verdiend worden door deelname aan de eerste kruistocht om Jeruzalem te bevrijden van de Turkse bezetting (eind elfde eeuw). Later ontstond de aflaathandel, waartegen vooral de kerkhervormer Luther fel van leer trok. Het Concilie van Trente (1545-1563) schafte de aflaathandel af en het Tweede Vaticaans Concilie herzag de aflatenleer.