Aflaat

Uit Christipedia

Een aflaat (Lat. indulgentia) is een door de Rooms-Katholieke Kerk verleende kwijtschelding van de boete die gedaan zou moet worden na de vergeving van zonde(n). De zonde is al in de biecht beleden en vergeven, maar moet nog geboet worden. De kwijtschelding van de tijdelijke zondestraf(fen) op die zonde(n) heet dan een toepassing van de schat die de Kerk bezit in de oneindige voldoening door Jezus Christus en de daarop steunende overvloedige verdiensten van de 'heiligen'. De kwijtschelding kan plaatsvinden door de lengte van de boetetijd in te korten, de boetestraf te verminderen[1].

Een aflaat uit 1724

Kwijtschelding van álle zondestraffen (een 'grote aflaat’ of ‘volle aflaat’) kon verdiend worden door deelname aan de eerste kruistocht om Jeruzalem te bevrijden van de Turkse bezetting (eind elfde eeuw). Later ontstond de aflaathandel, waartegen vooral de kerkhervormer Luther fel van leer trok. Het Concilie van Trente (1545-1563) schafte de aflaathandel af en het Tweede Vaticaans Concilie herzag de aflatenleer.

Ter gelegenheid van de Wereldjongerendagen in 2005 vaardigde het Vaticaan een decreet uit, waarin werd aangekondigd dat de deelnemers van de Wereldjongerendagen in Keulen een aflaat konden krijgen, als ze zouden deelnemen aan de biecht, de communie zouden ontvangen en een gebed zouden bidden voor de paus.

De aflaat moet als een on-Bijbelse menselijke instelling worden afgewezen.

Bronnen

Artikel Aflaat, in Encyclopedia van het Protestantisme, Amsterdam, Brussel: Elsevier, 1959.

Artikel Aflaat, op Protestant.nl

Voetnoot

  1. "De vermindering van een boetestraf", zo wordt de aflaat omschreven door H.P. Hoffmann, G.A.N. Andries, D.A.M. Timmermans, J.B. Uytterhoeven, De geschiedenis van het christendom voor jonge mensen verhaald en getekend (Orbis en Orion Uitgevers N.V., 1982), deel 6, hoofdstuk 9.