Afweer: verschil tussen versies

4.347 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
 
(8 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 13:
* kankercellen
* donororgaan
* eiwitten
* enz.
 
Zonder afweer kunnen lichaamsvreemde dingen tot onze dood voeren.
 
"Een immuunrespons is een werkelijk ingewikkelde, georkestreerde dans." (Shane Crotty, viroloog)<ref name=":0">[https://www.youtube.com/watch?v=eK0C5tFHze8&t=21m40s COVID 19 Vaccine Deep Dive: Safety, Immunity, RNA Production, w Shane Crotty, PhD (Pfizer / Moderna)]. Youtube.com: MedCram - Medical Lectures Explained CLEARLY, 17 dec. 2020. Vanaf 21 min. 40 sec.</ref>.
 
== Algemene en bijzondere afweer ==
Men kan algemene (''aspecifieke,'' ingeboren, natuurlijke) en bijzondere (''specifieke,'' verworven) afweer onderscheiden. In het Engels spreekt men 'the innate immune systeem' en 'the adaptive immune system'<ref name=":0" />. Een omschrijving: "Onze natuurlijke immuniteit wordt na de geboorte onderhouden door blootstelling aan allerlei vreemde agentia in onze omgeving, zonder dat we daarbij ernstig ziek worden. Verworven immuniteit ontstaat wanneer specifieke kiemen zo besmettelijk zijn dat ze ons wel ziek maken en er een meer gespecialiseerd leger van immuuncellen nodig is om de ziekte in de kiem te smoren. Het afweergeschut van het immuunsysteem bestaat in dat geval dan ook, althans gedeeltelijk, uit zeer kiem-specifieke antistoffen."<ref>Geert Vanden Bossche, [https://www.linkedin.com/posts/geertvandenbossche_we-zijn-van-covid-19-een-ontembaar-monster-activity-6773333682846539777-pz5g/ Waarom we door massavaccinatie temidden een pandemie een ontembaar monster creëren]. LinkedIn.com, maart 2021. Het artikel is geschreven op 4 maart 2021.</ref>
Men kan algemene (''aspecifieke'') en bijzondere (''specifieke'') afweer onderscheiden.
 
=== Algemene afweer ===
De algemene of natuurlijke afweer is aangeboreningeboren. Hij richt zich tegen al het lichaamsvreemde, in twee verdedigingslinies. Hij maakt geen onderscheid tussen verschillende soorten ziekteverwerkers. De weerstand blijft gelijk, ook na herhaalde infectie. In tegenstelling tot het verworven afweersysteem heeft het geen geheugenfunctie.
 
==== Eerste algemene afweer ====
Regel 29 ⟶ 32:
 
Ook slijmvliezen en zure gebieden vallen onder de eerste algemene afweer. Slijmvliezen scheiden antistoffen uit die mogelijke ziekteverwekkers uitschakelen. In zure gebieden kunnen de meeste micro-organismen niet overleven. Ook trilharen in de luchtwegen en micro-organismen in de darmen vallen onder de eerste barrière.
 
Een gezonde leefstijl is schraagt de natuurlijke afweer.
 
==== Tweede algemene afweer ====
Regel 43 ⟶ 48:
'''Complementsysteem.''' Tot de aspecifieke afweer behoort ook het complementsysteem. Dit bestaat uit eiwitten die afweercellen activeren zodra er een ziekteverwekker binnendringt, onder meer vreetcellen (''fagocyten''), die ziektekiemen en dode of stervende cellen opslokken en verteren.<ref>Wim de Jongste, Peter Borger, 'Hoe werkt een vaccin? Een beschrijving van 7 verschillende soorten', in: ''Weet Magazin'', feb. 2021.</ref>
 
Als indringers erin slagen de eerste barrière te passeren (bijvoorbeeld via ingenomen voedsel, ingeademde vergiftigde lucht of via een sneetje in de huid) stuiten ze op de tweede barrière. De doorbloeding neemt toe (''vasodillatatie''), door de stofjes histamine en bradykinine. De bloeddruk daalt. Ook de doorlaatbaarheid (''permeabiliteit'') van de bloedvaten neemt toe. Daardoor kunnen meer zuurstof en voedingsstoffen bij het ontstoken gebied komen. Het complementsysteem wordt geactiveerd. Dit bestaat uit eiwitten die de witte bloedcellen aantrekken tot het ontstekingsgebied. Ook vergemakkelijkt dit systeem het verteren door de witte bloedcellen der macrofagen. In het ontstekingsgebied ontstaat roodheid (''rubor''), warmte (''calor''), pijn (''dolor'') en/of zwelling (''tumor''). De ontstekingsreactie is een poging van het lichaam om de lichaamsvreemde indringer te bestrijden. Het gebied waar de ontsteking zit zal echter niet meer goed kunnen functioneren.
 
Nadat het complementsysteem is geactiveerd, komen de witte bloedcellen, zoals neutrofielen (neutrofiele granulocyten). Neutrofielen zijn verterende cellen (fagocyten), die de indringer opeten en verteren tot kleine stukjes. De neutrofielen of neutrofiele granulocyten houden zich op in de bloedbaan. Ze zijn de meest voorkomende vorm van fagocyten, die samen 50 tot 60% van de witte bloedcellen vormen. De neutrofielen hebben een diameter van 10 micrometer. Een liter menselijk bloed bevat ongeveer 5 miljard neutrofielen. Ze leven ongeveer vijf dagen. Wanneer ze de juiste signalen hebben ontvangen, duurt het ongeveer dertig minuten om het bloed te verlaten en de plaats van infectie te bereiken. Een neutrofiel scheidt interleukine-1 (IL-1) uit, het stofje dat koorts verwekt. Van koorts heeft het lichaam voordeel en bijvoorbeeld een bacterie nadeel.
Regel 56 ⟶ 61:
 
=== Bijzondere afweer ===
De bijzondere afweer is ''verworven''. Het is een lerend afweersysteem. DeHet weerstandheeft neemtenige toedagen nanodig herhaaldeom te ontdekken waarmee de indringer aangepakt moet worden. Na de bestrijding is het beter voorbereid en bewapend voor een volgende infectie. dankzijEr zijn geheugencellen gevormd voor de vormingherkenning van geheugencellende indringer. Na herhaalde infectie neemt de weerstand verder toe. Dit ''specifieke'' afweersysteem is afgestemd op en telkens gericht tegen één soort ziekteverwekker. De afweer bestaat uit het optreden van B- en T-cellen. Beide zijn witte bloedcellen. De T-cellen of T-lymfocyten verzorgen de ''celgemedieerde'' of ''cellulaire'' immuniteit, de B-cellen of B-lymfocyten de ''humorale'' immuniteit.
 
Omdat een geactiveerde T-cel in een zijn eentje weinig uitricht, zal die zich vermenigvuldigen tot een leger. Dit leger bestaat uit vier soorten T-cellen:. 1. T-geheugencellen, voor een snelle reactie in de toekomst; 2. cytotoxische T-cellen ("killer cellen"), vergelijkbaar met scherpschutters; 3. T-helpercellen, die coördineren en de B-cellen activeren; 4. T-remmercellen, die de ontstekingsreactie in de hand houdt, anders is deze niet gunstig maar kwalijk.
 
# T-geheugencellen, voor een snelle reactie in de toekomst;
# cytotoxische T-cellen ("killer cellen", "killer T-cellen"), vergelijkbaar met scherpschutters;
# T-helpercellen, die coördineren en de B-cellen activeren;
# T-remmercellen, die de ontstekingsreactie in de hand houdt, anders is deze niet gunstig maar kwalijk.
 
Cytotoxische T-cellen pakken geïnfecteerde cellen aan. Het is hun bestaansreden. Ze grijpen niet de vrij zwervende virussen. De celdoders slaan gaten in de besmette cel en brengen gifstoffen naar binnen om teneinde de besmette cel van binnenuit te vernietigen. De cel sterft af en de virusdeeltjes erbinnen worden ook verdorven.
 
T-cellen herkennen de stukjes bacterie op de buitenkant van de macrofaag. Ze binden zich aan die stukjes op de macrofaag en worden actief.
 
De T-helpercellen gaan B-cellen aan het werk zetten, die in de lymfeklieren zitten. De geactiveerde B-cellen gaan zich vermenigvuldigen. Hieruit ontstaan twee soorten B-cellen: 1. geheugencellen en 2. plasmacellen, die de antilichamen gaan maken en uitscheiden. Iedere plasmacel kan antilichamen vormen. Hij is in staat tot een massaproductie van wel 2000 antilichamen per seconde! Er bestaan vijf verschillende soorten antilichamen: IgA, IgD, IgE, IgG en IgM.
 
Antilichamen, voortgebracht door de plasmacellen, zwerven door het lichaam en klampen zich vast, mits ze passen, aan vreemden. Een antilichaam gaat op de aanhechtingspunten van een virus zitten, zodat dit niet kan hechten aan de receptoren van een cel. Er bestaan vijf verschillende soorten antilichamen:
 
# Immunoglobuline A (IgA), bevindt zich in het slijm van de luchtwegen;
# Immunoglobuline D (IgD);
# Immunoglobuline E (IgE);
# Immunoglobuline G (IgG), zit in het bloed;
# Immunoglobuline M (IgM), zit in het bloed.
 
Voor luchtweginfecties is het belangrijk om IgA als antistof te hebben in de bovenste luchtweg en de bronchiën tot halverwege de longen<ref name=":1">[https://www.youtube.com/watch?v=9WL57gWiulA&t=12m47s Prof. Dr. Pierre capel - Emeritus Hoogleraar in de Experimentele Immunologie.] Youtube.com: Buiten Parlementaire Onderzoeks Commissie, 19 feb, 2021. Vanaf 12 min 47 sec. </ref>. IgG ruimt een ziektekiem op, maar geeft daarbij een ontstekingsreactie, IgA ruimt een ziektekiem op zonder ontsteking. IgG is agressiever dan IgA. Voor een luchtweginfectie is IgA prettiger.<ref name=":1" /> Er zijn antistoffen die de infectie verhevigen, sterker maken.
 
De T- en B-cellen gaan naar de plek van de ontsteking. De T-cellen gaan na hun vermenigvuldiging cytokinen produceren. Cytokinen zijn erg belangrijk, want zij stimuleren de B-cellen. Daarnaast activeren de cytokinen de fagocyten (de verslindende witte bloedcellen) en een bepaalde groep die ook tot de T-cellen behoort, die de gehele immuunreactie in balans houdt. T-cellen binden zich aan het eiwit van een geïnfecteerde cel door middel van de receptor van de lymfocyt, zodat die geïnfecteerde cel dood gaat.
 
Antistoffen hechten zich aan de ziekteverwekker. Zeen werkenneutraliseren alshem, eenzodat soorthij neonknipperlicht.geen Hierdoorcellen wordenmeer dekan infecteren. De indringer kan dan sneller worden uitgeschakeld door de T-killercellen en de macrofagen. BijDe deantistoffen bestrijdingaan vande virussenziekteverwerker zorgenfunctioneren detevens antistoffenals ervooreen datsoort deneonknipperlicht indringersof worden geneutraliseerdmarkering, zodatten zeteken geendat cellendeze meerindringer binnenvernietigd kunnenmoet gaanworden. Bij de bestrijding van ongewenste bacteriën zorgen ze er samen met complementfactoren voor, dat de bacteriële cel direct kapotgaat of makkelijk vernietigd kan worden door de verslindende witte bloedcellen (fagocyten). Bij de aanpak van toxinen (giftige stoffen, die ook worden uitgescheiden door bacteriën: bacteriële toxinen) zorgen de antistoffen ervoor dat die geneutraliseerd worden.
 
Het antilichaam gebonden aan het antigeen, samen het immuuncomplex genoemd, activeert het complementsysteem.
 
Zodra alle bacteriën vernietigd zijn, stopt de ontstekingsreactie.
 
Na vaccinatie of infectie ontstaan er veel antilichamen, maar na herstel van het lichaam nemen ze langzaam in getal af.
 
== Afweer, leeftijd en individualiteit ==
Kinderen hebben een sterk afweersysteem. Jonge mensen beschikken over de grootste reserves aan aangeboren antistoffen. Bij bejaarden is de afweer minder, waardoor ze kwetsbaarder zijn. Dat verschil kwam duidelijk naar voren in de [[COVID-19]]-pandemie.
 
Ieder mens beschikt over een voor hem of haar uniek afweersysteem. Iemands antilichaam-profiel is even uniek is als iemands DNA. Dit verklaart waarom de ene mens soms anders op een besmetting of vaccin reageert dan de andere.<ref>[https://www.uu.nl/nieuws/ons-afweersysteem-is-zo-uniek-als-een-vingerafdruk-of-dna Ons afweersysteem is zo uniek als een vingerafdruk of DNA], op: UU.nk, 17 sept. 2021.</ref>
 
== Overgevoelige afweer ==
Overgevoelige afweer doet zich voor bij allergieën en auto-immuunziekten. Bij een auto-immuunziekte worden geen lichaamsvreemde, maar lichaamseigen cellen en delen aangevallen en beschadigd. De precieze oorzaak hiervan is onbekend. Als de productie van de aangevallen lichaamseigen cellen doorgaat, ontstaat er een chronische ontstekingsreactie met schade aan ons lichaam.
 
== Meer weten ==
Pierre Capel, [https://www.youtube.com/watch?v=Dl_WyOmtm7k Een beetje immunologie]. Youtube.com: pierre capel, 6 mrt. 2023. Duur: 10 min. 8 sec. De immunoloog Capel geeft een indruk van de buitengewone complexiteit van ons afweersysteem.
 
== Bronnen ==
Regel 84 ⟶ 116:
[https://www.youtube.com/watch?v=f3pBHKtysss Het aspecifieke en specifieke afweersysteem], Youtube.com: Biojuf, 3 okt. 2020. Duur: min. 15 sec.
 
== VoetnootVoetnoten ==