Afweer: verschil tussen versies

20 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 3:
'''Woorden.''' ''Synoniem:'' immuniteit. Omdat de afweer door het menselijke lichaam een ingewikkeld proces met allerlei spelers, spreekt men van ''afweersysteem'' of ''immuunsysteem.''
 
'''Tegen het lichaamsvreemde.''' Het lichaam van de mens verweert zich tegenover dingen die ''vreemd zijn aan het lichaam'', zoals ziekteverwekkers (pathogenen). HetCellen hebben isaan de taakbuitenkant vaneiwitten hetzitten. afweersysteemDeze omeiwitten lichaamsvreemdeworden zaken (''antigenen'') opgenoemd. teDeze sporeneiwitten en vervolgensde tecellen opvan tehet ruimeneigen lichaam zijn lichaamseigen antigenen. BijHet deafweersysteem lichaamsvreemdemoet zakenoptreden kantegen hetlichaamsvreemde gaanantigenen. om:
 
Het is de taak van het afweersysteem om lichaamsvreemde zaken (vreemde antigenen) op te sporen en vervolgens te op te ruimen. Bij de lichaamsvreemde zaken kan het gaan om:
 
* bacteriën
Regel 14 ⟶ 16:
 
Zonder afweer kunnen lichaamsvreemde dingen tot onze dood voeren.
 
Bij de afweer kan men onderscheiden:
 
* ''aangeboren'' immuniteit. Voorbeelden: macrofagen en het complement-systeem dat in het bloed aanwezig is.
* ''verworven'' immuniteit. Voorbeelden: antilichamen uit T-cellen en B-cellen.
 
Ons lichaam stelt zich op verschillende manieren teweer tegen ziekteverwekkers. Dit zijn de belangrijkste manieren:
 
# De ''mechanische'' (niet biochemische) afweer: de (onbeschadigde) huid en de slijmvliezen vormen voor verreweg de meeste soorten micro-organismen een niet te nemen barrière. Onze huid is een beschermhoes door God aangebracht;
# De ''biochemische'' afweer: voorbeelden zijn de natuurlijk aanwezige bacteriën op de huid en in de darmen, het zuur in de maag en de zuurgraad van de schede;
# De ''cellulaire'' afweer: sommige witte bloedcellen kunnen bacteriën insluiten en zo onschadelijk maken (''[https://nl.wikipedia.org/wiki/Fagocytose fagocytose]'');
# De ''humorale'' afweer: in bloed en lichaamsvloeistof zitten antistoffen bevinden die bacteriën, virussen en lichaamsvreemde eiwitten onschadelijk maken;
 
== Algemene en bijzondere afweer ==
Regel 31 ⟶ 21:
 
=== Algemene afweer ===
De algemene afweer is aangeboren. Hij richt zich tegen al het lichaamsvreemde, in twee verdedigingslinies of barrières. Hij maakt geen onderscheid tussen verschillende soorten ziekteverwerkers. De weerstand blijft gelijk, ook na herhaalde infectie.
 
==== Eerste algemene afweer ====
De eerste algemene afweer wordt gevormd door de huid, hetde speekselneusholte met haar neus- en trilhaarepitheel, de slijmvliezenluchtpijp met trilhaarepitheel, de zureogen gebiedenmet hun traanvocht, de mond- en keelholte met speeksel en slijm, de maag met haar (maagzuur), de trilharendarmen inmet de luchtwegendarmbacterieën en de darmbacterieënvagina met haar slijmlaag<ref>[https://www.youtube.com/watch?v=f3pBHKtysss Het aspecifieke en specifieke afweersysteem], Youtube.com: Biojuf, 3 okt. 2020.</ref>.
 
'''Huid.''' De huid is (op een paar plekken als mond en ogen na) een gesloten orgaan. Ziekteverwekkers kunnen er moeilijk doorheen. Talgklieren in de huid scheiden talg (vet) af, dat de huid waterafstotend maakt en bestendig tegen micro-organismen. De van nature aanwezige bacteriekolonies op de huid maken het ziekmakende bacteriën moeilijk zich te handhaven. Deze natuurlijk aanwezige bacteriën worden onderscheiden in residente (blijvende) en transiënte (voorbijgaande) populaties. Ook na zorgvuldig wassen van de handen blijft de residente populatie aanwezig. Deze populatie vormt de uitwendige, niet-specifieke afweer. De barrière van de huid kan echter door een splinter of ander scherp voorwerp worden doorbroken.
Regel 53 ⟶ 43:
'''Complementsysteem.''' Tot de aspecifieke afweer behoort ook het complementsysteem.
 
Als indringers erin slagen de eerste barrière te passeren (bijvoorbeeld via ingenomen voedsel, ingeademde vergiftigde lucht of via ingeademdeeen vergiftigdesneetje luchtin de huid) stuiten ze op de tweede barrière. De doorbloeding neemt toe (''vasodillatatie''), door de stofjes histamine en bradykinine. Ook de doorlaatbaarheid (''permeabiliteit'') van de bloedvaten neemt toe. Daardoor kunnen meer zuurstof en voedingsstoffen bij het ontstoken gebied komen. Het complementsysteem wordt geactiveerd. Dit bestaat uit eiwitten die de witte bloedcellen aantrekken tot het ontstekingsgebied. Ook vergemakkelijkt dit systeem het verteren door de witte bloedcellen der macrofagen. In het ontstekingsgebied ontstaat roodheid (''rubor''), warmte (''calor''), pijn (''dolor'') en/of zwelling (''tumor''). De ontstekingsreactie is een poging van het lichaam om de lichaamsvreemde indringer te bestrijden. Het gebied waar de ontsteking zit zal echter niet meer goed kunnen functioneren.
 
Nadat het complementsysteem is geactiveerd, komen de witte bloedcellen, zoals neutrofielen (neutrofiele granulocyten). Neutrofielen zijn verterende cellen (fagocyten), die de indringer opeten en verteren tot kleine stukjes. De neutrofielen of neutrofiele granulocyten houden zich op in de bloedbaan. Ze zijn de meest voorkomende vorm van fagocyten, die samen 50 tot 60% van de witte bloedcellen vormen. De neutrofielen hebben een diameter van 10 micrometer. Een liter menselijk bloed bevat ongeveer 5 miljard neutrofielen. Ze leven ongeveer vijf dagen. Wanneer ze de juiste signalen hebben ontvangen, duurt het ongeveer dertig minuten om het bloed te verlaten en de plaats van infectie te bereiken. Een neutrofiel scheidt interleukine-1 (IL-1) uit, het stofje dat koorts verwekt. Van koorts heeft het lichaam voordeel en bijvoorbeeld een bacterie nadeel.
Regel 66 ⟶ 56:
 
=== Bijzondere afweer ===
De bijzondere afweer is gericht''verworven''. tegenHet is een zekerelerend ziekteverwekkerafweersysteem. DezeDe weerstand neemt toe na herhaalde infectie dankzij de vorming van geheugencellen. Dit ''specifieke'' afweersysteem is afgestemd op en telkens gericht tegen één soort ziekteverwekker. De afweer bestaat uit het optreden van B- en T-cellen. Beide zijn witte bloedcellen. De T-cellen of T-lymfocyten verzorgen de ''celgemedieerde'' of ''cellulaire'' immuniteit, Dede B-cellen deof humoraleB-lymfocyten de ''immuniteithumorale'' immuniteit.
 
Omdat een geactiveerde T-cel in een zijn eentje weinig uitricht, zal die zich vermenigvuldigen tot een leger. Dit leger bestaat uit vier soorten T-cellen:. 1. T-geheugencellen, voor een snelle reactie in de toekomst; 2. cytotoxische T-cellen ("killer cellen"), vergelijkbaar met scherpschutters; 3. T-helpercellen, die coördineren en de B-cellen activeren; 4. T-remmercellen, die de ontstekingsreactie in de hand houdt, anders is deze niet gunstig maar kwalijk.
Regel 91 ⟶ 81:
 
[https://www.youtube.com/watch?v=z5Wt5M91BVs Hoe werkt mijn immuunsysteem.] Youtube.com: deventer ziekenhuis, 9 sept. 2014. Duur: 4 min. 42 sec.
 
[https://www.youtube.com/watch?v=f3pBHKtysss Het aspecifieke en specifieke afweersysteem], Youtube.com: Biojuf, 3 okt. 2020. Duur: min. 15 sec.
 
== Voetnoot ==