Altaar: verschil tussen versies

10 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''altaar''' is een offerplaats, een plaats waar geofferd wordt. Het woord ‘altaar’ betekent oorspronkelijk en letterlijk ‘hoge offerplaats’ (van Lat. ''altus'' = hoog en ''ara'' = offerplaats). In de Bijbel is het altaar in de dienst aan God een verhoging waarop een offer aan God wordt aangeboden. Het altaar is de plaats waar de mens tot God nadert, in het bewustzijn dat hijzelf een gevallen schepsel is en dat hij alleen tot God kan komen op grond van de welgevalligheid van het offer. Het altaar is de plaats waar de verzoening geschiedt. Het altaar is ook het centrum van de eredienst. Het altaar heiiligt de gave die erop gebracht wordt. Ook in de dienst aan afgoden worden altaren gebruikt.
 
__TOC__
 
[[Bestand:Brandofferaltaar.gif|left|thumb|341x341px]]
De eerste keer dat God de '''opdracht''' geeft om een altaar te bouwen is aan Jacob:<blockquote>''Genesis 35:1 Daarna zei God tegen Jakob: Sta op, ga naar Bethel en ga daar wonen en maak daar een altaar voor de God Die aan u verschenen is, toen u vluchtte voor uw broer Ezau.'' (HSV)</blockquote>De tweede keer is wanneer God tot het volk Israël gesproken heeft van de hemel, van de berg Sinaï (Ex. 20:24).