Anathoth, ook geschreven Anatot, is de naam van een plaats en van twee personen in de Bijbel.

De naam Anathoth betekent "antwoord op gebed, gebedsverhoring"[1]. De naam komt 15x voor in de Bijbel, in het Oude Testament. Het Strongnummer is 06068.

De eigennaam en plaatsnaam verwijst in de Heilige Schrift naar:

  1. zoon van Becher en kleinzoon van Benjamin;
  2. een Levietenstad in Benjamin; op ongeveer 5 km noordoostelijk van Jeruzalem (zie kaart); de geboorteplaats van de profeet Jeremia; daar gingen ook uit de Babylonische ballingschap teruggekeerde Joden wonen, Neh. 7:27. De plaats heet thans Anata.
  3. een der hoofden van het volk die het verbond sloten met landvoogd Nehemia.

Ligging van Anatot, noordoostelijk van Jeruzalem. Kaart geeft de voorzegde marsroute van de Assyriërs aan (Jes. 10:28v).
Anathoth. Foto gemaakt in de periode 1900 - 1934.

Voetnoot

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.