Azarja
Azarja (Eng. Azariah) is een Hebreeuwse naam die betekent ‘Jah helpt’[1] of ‘Jah heeft geholpen’[2]. Jah is de afkorting van Gods eigennaam Jahweh. Azarja is in de H. Schrift de naam van bijna dertig verschillende personen. Een van hen is:
- Azarja, een volksgenoot en metgezel van [1]Daniël aan het Babylonische hof. Hij was waarschijnlijk van een aanzienlijke (koninklijke) familie en was door Nebukadnezar meegevoerd naar Babel. Zie Dan.1:6-19; 2:17. De overste van de hofbeambten veranderde zijn naam in Abednego (Dan. 1: 7v). Volgens sommigen is de naam gelijk aan Abednebo en betekent dan ‘dienaar van Nebo’ [3] of ‘vereerder van Nebo’[1], een godheid van de Chaldeeën.
Voetnoten
- ↑ Vergelijk Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Dan. 1:6.
- ↑ Bromiley, Geoffrey W.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised (Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002) s.v. Azariah.