k
geen bewerkingssamenvatting
(Lege pagina aangemaakt) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
Een '''bastaard''', gezegd van een kind, is een die niet uit een wettig huwelijk is geboren, maar bijvoorbeeld door overspel is verwekt.
"Tot bastaard maken" betekent: onterven.
Het woord gaat terug op het Latijnse ''bastardus'' = verwekt op een pakzadel, van ''bastum'' = pakzadel.
'Bastaard' wordt, bij uitbreiding, ook gebezigd voor een dier ontstaan uit de vermenging van verschillende, maar aan elkaar verwante soorten. Daarom worden de muilezel en het muildier 'bastaarden' genoemd.
== Oude Testament ==
De richter [[Jefta]] was een bastaard. Hij was door zijn vader buiten diens huwelijk verwekt bij een hoer. <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Richteren 11|VersNummer=1}}{{Richteren 11:2}}</blockquote>
== Nieuwe Testament ==
In het Grieks van het Nieuwe Testament wordt het woord νοθος, nothos (klemtoon op no-) gebruikt, een bijvoeglijk naamwoord, dat betekent<ref>''Grieks-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. </ref>: 1. onwettig, bastaard; 2. niet geboren uit een wettig huwelijk, maar uit een bijvrouw of een slavin. Het woord komt alleen voor in Hebr. 12:8, waarin 'bastaarden' tegenover 'zonen' (wettige zonen) worden gesteld. <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Hebreeën 12|VersNummer=8}}</blockquote>
== Bronnen ==
''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.
Zie ook Voetnoot.
== Voetnoot ==
|