Beest uit de zee

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 28 jun 2017 om 17:01 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het '''Beest uit de zee''' is een geweldige, door velen vereerde leider in de eindtijd. Johannes ziet hem in een gezicht verbeeld als een beest. '''Beest'''. De l...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Het Beest uit de zee is een geweldige, door velen vereerde leider in de eindtijd. Johannes ziet hem in een gezicht verbeeld als een beest.

Beest. De leider wordt voorgesteld als een beest, als een wezen dat geen zedelijke verbinding met God heeft[1]. Uit zijn gedragingen blijkt dat we moeten denken aan een mens, maar iemand die in Gods ogen beestachtig is. In het gezicht ziet Johannes een beest dat kenmerken van verschillende beesten:

  • een luipaard gelijk
  • zijn poten als die van een beer
  • zijn muil als die van een leeuw

Opb 13:2 En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag. (TELOS)

Van een ander (verschrikkelijk) beest, namelijk de Draak, d.i. de duivel, krijgt hij macht, troon en groot gezag (Opb. 13:2). Herkomst. Hij komt op uit de zee. De zee is in het gezicht van Johannes een zinnebeeld van de rusteloze volkerenwereld.

Opb 13:1 En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. (TELOS)

Tien horens.

Opb 13:1 En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. (TELOS)

Zeven koppen.

Opb 13:1 En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. (TELOS)

Ontvangt grote macht en gezag. De draak, d.i. de duivel, de overste van deze wereld, geeft hem "zijn macht en zijn troon en groot gezag".

Opb 13:2 En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag. (TELOS)

Hem wordt gezag gegeven om te handelen.

Opb 13:5 En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden. (TELOS)

Hij ontvang gezag "over elk geslacht en volk en taal en natie", Opb. 13:7.

Opb 13:7 En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie. (TELOS)

Verbazingwekkend herstel. Een van de zeven koppen wordt "als tot de dood geslagen", loop een "dodelijke wond" op. Deze wond wordt echter wonderbaarlijk genezen. Het gevolg is dat de hele aarde, de hele mensenwereld, het beest met verbazing achterna gaat.

Opb 13:3 En ik zag een van zijn koppen als tot de dood geslagen, en zijn dodelijke wond werd genezen; en de hele aarde ging met verbazing het beest achterna. (TELOS)

Lasteraar. Op zijn (zeven) koppen heeft hij namen van lastering.

Opb 13:1 En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. (TELOS)

Hij krijgt een mond die lasteringen spreekt, Opb. 13:5. Hij lastert tegen (1) God en zijn tabernakel en (2) hen die in de hemel wonen.

Opb 13:5 En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden. Opb 13:6 En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen. (TELOS)

Grootspraak. Hij krijgt een mond die "grote dingen en lasteringen" spreekt, Opb. 13:5.

Opb 13:5 En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden. (TELOS)

Aanbidding van de satan. Omdat de Draak het gezag aan het beest had gegeven, wordt hij, de duivel, aangebeden.

Opb 13:4 En zij aanbaden de draak, omdat hij het gezag aan het beest had gegeven, en zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog tegen voeren? (TELOS)

Aanbidding van het beest. De mensen aanbidden het Beest, dat zonder gelijk en oppermachtig is en dat hen imponeert.

Opb 13:4 En zij aanbaden de draak, omdat hij het gezag aan het beest had gegeven, en zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog tegen voeren? (TELOS)

Allen die op de aarde wonen zullen hem aanbidden, behalve de heiligen (Opb. 13:7-8).

Opb 13:8 En allen die op de aarde wonen, zullen hem aanbidden, ieder wiens naam, van de grondlegging van de wereld af, niet geschreven staat in het boek van het leven van het Lam dat geslacht is. (TELOS)

Handelingstijd. Hij ontvang gezag om 42 maanden = 3,5 jaren te handelen.

Opb 13:5 En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden. (TELOS)

Overwint de heiligen.

Opb 13:7 En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie. (TELOS)

Belangrijke informatie. Wat Johannes heeft gezien en ons heeft meegedeeld aangaande het Beest uit de zee, is belangrijk voor de heiligen die in de tijd van het Beest op aarde zullen leven en en zullen weigeren om het Beest te aanbidden. Zij zullen de machthebber herkennen als het Beest uit het laatste Bijbelboek. God versterkt hen met de belofte van wedervergelding aan hun vijanden.

Opb 13:9 Als iemand een oor heeft, laat hij horen. Opb 13:10 Als iemand in gevangenschap leidt, dan gaat hij in gevangenschap; als iemand met het zwaard zal doden, dan moet hij met het zwaard gedood worden. Hier is de volharding en het geloof van de heiligen. (TELOS)

Voetnoot

  1. A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Beats.