k
→Toekomst
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→Toekomst) |
||
| (Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 14:
'''Jakob.''' De aartsvader [[Jakob (aartsvader)|Jakob]] ondervond dat God hem antwoordde "in de dag van mijn benauwdheid". <blockquote>''Ge 35:3 En laat ons ons opmaken, en optrekken naar Beth-el; en ik zal daar een altaar maken dien God, Die mij antwoordt ten dage mijner benauwdheid, en met mij geweest is op den weg, die ik gewandeld heb.'' (SV)</blockquote>'''Jozef.''' Hoe benauwde het [[Jozef]], toen hij door zijn broers als slaaf werd verkocht. Later komt benauwdheid over de broers. <blockquote>''Ge 42:21 Toen zeiden zij de een tot den ander: Voorwaar, wij zijn schuldig aan onzen broeder, wiens <u>benauwdheid</u> der ziele wij zagen, toen hij ons om genade bad; maar wij hoorden niet! daarom komt deze <u>benauwdheid</u> over ons.'' (SV)</blockquote>'''Israël.''' Het volk [[Israël (volk)|Israël]] was in Egypte in slavernij en benauwdheid. <blockquote>''Ex 6:9 (6-8) En Mozes sprak alzo tot de kinderen Israëls; doch zij hoorden naar Mozes niet, vanwege de <u>benauwdheid</u> des geestes, en vanwege de harde dienstbaarheid.'' (SV)</blockquote>'''Woning van God.''' De priester [[Eli]] kreeg te horen dat hij zou aanschouwen "de benauwdheid van Gods woning". <blockquote>''1Sa 2:32 En gij zult aanschouwen de <u>benauwdheid</u> der woning [Gods], in plaats van al het goede, dat Hij Israël zou gedaan hebben; en er zal te genen dage een oud man in uw huis zijn.'' (SV)</blockquote>'''David.''' Koning [[David]] heeft menige benauwdheid doorgemaakt, doch hij getuigde:<blockquote>''2Sa 4:9 Maar David antwoordde Rechab en zijn broeder Baena, den zonen van Rimmon, den Beërothiet, en zeide tot hen: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE leeft, Die mijn ziel uit alle benauwdheid verlost heeft!'' (SV)</blockquote>'''Jezus Christus.''' Onze Meester en Heiland heeft benauwdheid gekend. Het vooruitzicht van zijn lijden benauwde hem. <blockquote>''Lu 12:49 Vuur ben Ik komen werpen op de aarde, en wat wil Ik, als het al ontstoken is? Lu 12:50 Ik moet echter met een doop worden gedoopt, en hoe benauwt het Mij, totdat het is volbracht. Lu 12:51 Denkt u dat Ik gekomen ben om vrede te geven op de aarde? Nee, zeg Ik u, maar veeleer verdeeldheid.'' (Telos)</blockquote>'''Paulus'''. De apostel [[Paulus]] schreef aan de gelovigen in Korinthe een brief in "benauwdheid van hart". <blockquote>''2Co 2:4 Want in veel verdrukking en benauwdheid van hart heb ik u geschreven onder veel tranen, niet opdat u bedroefd zou worden, maar opdat u de liefde zou kennen die ik overvloedig tot u heb.'' (Telos)</blockquote>Benauwdheid, zegt hij, kan ons niet scheiden van de liefde van Christus.<blockquote>''Ro 8:35 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar of zwaard?'' (Telos)</blockquote>
== Hulp in benauwdheid ==
<blockquote>''2Sa 4:9 Maar David antwoordde Rechab en zijn broeder Baena, den zonen van Rimmon, den Beërothiet, en zeide tot hen: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE leeft, Die mijn ziel uit alle benauwdheid <u>verlost</u> heeft!'' (SV)</blockquote> <blockquote>''Ps 34:6 Deze ellendige riep en de HEERE hoorde; (zain) Hij <u>verloste</u> hem uit al zijn benauwdheden. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ps 34:17 (18) Zij roepen en de HEERE hoort, (tsade) Hij <u>redt</u> hen uit al hun benauwdheden.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Ps. 46:1b God is ons een toevlucht en kracht; Hij is in hoge mate een <u>hulp</u> gebleken in benauwdheden.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Ps 71:20 U, Die mij veel benauwdheden en ellende hebt doen zien, U zult mij weer levend maken en mij weer optrekken uit de diepe wateren van de aarde.'' (HSV)</blockquote>
== Toekomst ==
De dag van het rechtvaardig oordeel van God brengt benauwdheid over de kwaaddoeners. <blockquote>''Ro 2:9 Verdrukking en <u>benauwdheid</u> over elke ziel van een mens die het kwade werkt, eerst van de Jood en ook van de Griek;'' (Telos)</blockquote>
Jakob zal uit de tijd verlost worden (30:7). Het zal verlost worden van knechtschap (30:8), van gevangenschap (ballingschap, 30:10) onder de macht van vreemden. Uit verre landen zullen de Israëlieten verlost worden (30:10-11). Jakob zal wederkomen in het land Israël (30:10). En stil en gerust leven (30:10). Er zal niemand zijn die Jakob verschrikt (30:10). De Israëlieten zullen God dienen en 'hun koning David, die Ik hun verwekken zal' (30:9), d.i. de Messias, onze Heer Jezus Christus.
God zal afrekenen met de volken, maar Israël met mate tuchtigen (30:11v), omdat het vele zonden heeft gedaan (30:14v). God zal door wedervergelding afrekenen met Israëls tegenstanders (30:16).
'''Benauwdheid onder de volken.''' In de [[eindtijd]] zal er benauwdheid onder de volken zijn.<blockquote>''Lu 21:25 En er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren, en op de aarde <u>benauwdheid</u> onder de volken, in radeloosheid door het bruisen van zee en watergolven, (Telos)''</blockquote>
== Bron ==
| |||