Betrouwbaarheid van de Bijbel: verschil tussen versies

k
Regel 29:
 
== Geschiedkundige betrouwbaarheid ==
Ons kennen van de Oudheid is altijd ten dele, fragmentarisch. Historici en archeologen hebben dikwijls te maken met tegenstellingen of leemten. In Palestinahet land van Israël wordt al meer dan een eeuw gegraven naar oudheden. Het komt voor dat archeologische vondsten niet aansluiten op de Bijbel.
 
Dat in de bijbel soms plaatsen en gebeurtenissen genoemd worden, die we niet uit opgravingen of overblijfselen uit de oudheid kennen, is geen uniek probleem. Duitse archeologen vonden bij voorbeeld de resten van een slagveld, maar de slag is onbekend uit de geschreven bronnen. Omgekeerd, uit overgeleverde teksten weten we dat Julius Caesar de Belgen heeft onderworpen, maar er is geen archeologisch bewijs voor.
Regel 48:
Wie de archeologie boven de Schrift stelt en tegelijkertijd aan de Schrift wil vasthouden, zal het literaire karakter van een bijbelverhaal kunnen benadrukken: het is niet echt gebeurd, maar het gaat om de boodschap. Het verhaal van de val van Jericho is dan een beschrijving van een eerstelingenoffer. Het eerste stad die de Israelieten innamen was voor God.
 
De juiste houding is: ondanks het gemis van buitenbijbelse bronnen en archeologisch materiaal vasthouden aan de geschiedkundige juistheid van het bijbelverhaal.
 
=== Belangrijk ===
Het is belangrijk om vast te houden aan de geschiedkundige betrouwbaarheid van de Schrift. Immers, de heilsfeiten hebben zich voltrokken in tijd, plaats en stof op aarde, in feiten en gebeurtenissen, in natuur èn geschiedenis.
 
Een theoloog zei: "Het maakt voor mij niet uit of Jona nu wel of niet in een vis gezeten heeft. Ik zie het hele verhaal als een klucht over God en Jona die achter elkaar aanrennen. Het eindigt heel genadig: een complete stad wordt gered."<ref>Alain Verheij in een interview dat geplaatst is in ''Dichterbij'', maart 2018, nummer 1. ''Dichterbij'' is de nieuwsbrief van het Nederlands Bijbelgenootschap. </ref> Dit "maakt mij niet uit" is hier te betreuren. De Heer Jezus wees de gebeurtenis als een historische aan, toen hij zei. <blockquote>''Mt 12:39 Hij antwoordde echter en zei tot hen: Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, en het zal geen teken worden gegeven dan het teken van de profeet Jona. Mt 12:40 Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn. (TELOS)''</blockquote>Het teken van Jona zou geen teken zijn als hij niet in de buik van het zeemonster gezeten zou hebben.
 
=== Het Nieuwe Testament ===