Beweegoffer: verschil tussen versies

351 bytes toegevoegd ,  10 maanden geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
Een '''beweegoffer''' (Hebr. ''tenoefah''; Du. ''Webopfer''; Eng. ''wave- offering'') of ''strekoffer'' is een offerande die voor het aangezicht van God (horizontaal) heen en weer bewogen werd en zo Hem werd gewijd.
 
Werd het ''[[hefoffer]]'' ''verticaal'' op en neer bewogen, het beweegoffer daarentegen werd ''horizontaal'' heen en weer bewogen. Vermoedelijk is het om deze reden - het strekken van de armen - dat de Petrus Canisius-vertaling vertaalt met ''strekoffer''.
 
Het beweegoffer is niet een separaat [[offer]], maar in sommige gevallen werd een deel van het offer bewogen voor het aangezicht van God.<blockquote>''Le 8:29 Verder nam Mozes het borststuk en bewoog het als beweegoffer voor het aangezicht van de HEERE. Van de ram voor het wijdingsoffer was [dit] voor Mozes bestemd, zoals de HEERE Mozes geboden had.'' (HSV)</blockquote>De rabbijnen verklaren dat de hefschouder - een hefoffer bestaande uit de schouder van een offerdier - op en neer werd bewogen, en dat de beweegborst - een beweegoffer bestaande uit de borst van een offerdier - heen en weer werd bewogen. Volgens de [[Talmoed]], de latere Joodse uitlegging van Mozes' wet, bestond het bewegen uit een horizontale beweging van de handen met de daarop liggende offergaven eerst voor- en dan achterwaarts, voorwaarts naar het altaar of naar de ark van het verbond en achterwaarts naar de persoon van de bewegende.
Regel 13:
* de borst van het vul- of wij-offer (Lev.8:25-29)
* de borst van de privé-dankoffers (Lev.7:30)
* de eersteling-oogst op de dag na hetde Paschasabbat ten tijde van Ongezuurde Broden (Lev. 23:11)
* de twee lammeren en eerstelingbroden van het Pinksterfeest (Lev. 23:20)
* het reinigingsoffer van de melaatsen (Lev. 14:12)
* het dankoffer van de NazireërNazireeër
* het offer van jaloersheid (Num. 5:25)
* de Levieten (Num. 8:11)
Bij de wijding van Aäron en zijn zonen werden het vet, de staart, een leverkwab, de nieren, en de rechter schouder van de ram, samen met een brood, een koek van geolied brood, en een wafel, geplaatst in de handen van Aaron, en in de handen van zijn zonen, om deze offerdelen te bewegen ten beweegoffer voor de Heer, waarna ze ten brandoffer op het altaar werden aangestoken (Lev. 8).
Regel 29:
Hoe bewoog Aäron de Levieten ten beweegoffer? "Het bewegen gebeurde zonder twijfel zo, dat Aäron de Levieten plechtig van en tot het altaar heen en weer voerde." ([[Karl Friedrich Keil]])<ref>Aangehaald in Karl August Dächsel e.a., aangehaald werk, bij Num. 8:13.</ref>. Volgens Karl August Dächsel werden ze bewogen door hen naar de ingang van de tabernakel heen en van daar weer naar het brandofferaltaar terug te leiden<ref>Deze verklaring van het bewegen geeft Karl August Dächsel, in aangehaald werk, bij Num. 8:11.</ref>.
 
== Voorafschaduwing ==
<blockquote>''Heb 10:1  Want daar de wet een schaduw heeft van de toekomstige goederen, niet het beeld van de dingen zelf, ... (Telos).''</blockquote>De handelingen werden gedaan voor het aangezicht van de Heer. Christus is het tegenbeeld van al de offers: in deze zien we de '''voorafschaduwing''' van Zijn toewijding tot de dood, de volkomenheid en de zuiverheid van Zijn leven toegewijd aan God, de grond en het onderwerp van de gemeenschap van Zijn volk, en, ten slotte, de wegneming van zonde door het offer. De handen van de priesters die een beweegoffer bewegen zijn symbolisch vol met Christus.
 
== Bronnen ==