Bezetenheid: verschil tussen versies

2.893 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 18:
 
== Uitwerking ==
De uitwerkselen van bezetenheid zijn ernstig, zoals blijkt uit de Bijbelse gevallen van bezetenheid.
De uitwerkselen van bezetenheid zijn ernstig. Bezetenen kunnen lijden aan bijzonder ernstige ziekten, lichamelijke of geestelijke, zoals verlamming, blindheid, doofheid, verlies van spraak, epilepsie, zwaarmoedigheid, krankzinnigheid, enz.. Een boze geest kan iemand 'vele malen aangrijpen', Luk. 8:29. Hij brengt wanorde, verwarring. Dit blijkt wanneer hij vertrekt, dan komt er een toestand van orde. <blockquote>''Mt 12:43 Wanneer nu de onreine geest van de mens is uitgegaan, gaat hij door dorre plaatsen, op zoek naar rust, en vindt die niet. Mt 12:44 Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis waar ik ben uitgegaan. En als hij komt, vindt hij het <u>leegstaan, geveegd en geordend</u>. Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Zo zal het ook zijn met dit boos geslacht. (TELOS)''</blockquote>
[[Bestand:Bezetene met smekende demonen - Paulus Nash Giltner.jpg|miniatuur|388x388px|Bezetene in het land van de Gadarenen. De demonen in hem smeekten Jezus om hen in de varkens te zenden (Mr 5:12).]]
Een bezetene kan niet alleen met een lichamelijk gebrek geplaagd, maar ook van redelijk denken beroofd zijn. Zijn woorden en gedachten worden dan, tenminste deels, ingegeven door een of meer demonen die in hem wonen.
 
Een demon kan zijn slachtoffer uit de samenleving der mensen afscheiden en in de graven en woestijnen doen verblijven, in plaats van in een huis, Luk. 8: 27, 29.
 
=== Gevallen ===
In het land van de [[Gadarenen]] woonden twee bezetenen, woestelingen die zich ophielden in graven. Ze waren ongekleed en niet goed bij hun verstand (Matth 8:28v, Marc. 5:15). Lukas beschrijft één van hen (Luk. 8:26-39). <blockquote>''Lu 8:27  Toen Hij nu uit het schip aan land was gegaan, kwam Hem een man uit de stad tegemoet die demonen in zich had en sinds geruime tijd geen kleding had aangetrokken, en niet in een huis verbleef, maar in de graven. Lu 8:28  Toen hij nu Jezus zag, schreeuwde hij het uit, viel voor Hem neer en zei met luider stem: Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van God de Allerhoogste? Ik bid U, pijnig mij niet. Lu 8:29  Want Hij had de onreine geest bevolen van die mens uit te gaan; want vele malen had hij hem aangegrepen, en hij was met ketenen en voetboeien gebonden om hem in bewaring te houden; en hij brak de banden stuk en werd door de demon gedreven in de woestijnen. Lu 8:30  Jezus nu vroeg hem: Wat is uw naam? En hij zei: Legioen-want vele demonen waren in hem gegaan. (Telos)''</blockquote>De Heer Jezus bevrijdde deze bezetenen mannen. Eén van de bevrijden smeekte Jezus bij hem te mogen blijven (Marc. 5:18).
 
In de synagoge te [[Kapernaüm]] was een man met een onreine geest, die door de mond van de man tot Jezus sprak.
 
<blockquote>''Mr 1:23 En terstond was er in hun synagoge een mens met een onreine geest en hij riep de woorden uit: Mr 1:24 Wat hebben wij met U te maken, Jezus, Nazarener? Bent U gekomen om ons te verderven? Ik weet Wie U bent: de Heilige van God. Mr 1:25 En Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg en ga uit van hem. Mr 1:26 En de onreine geest liet hem stuiptrekken en ging met luider stem roepend van hem uit.'' (TELOSTelos)</blockquote>
 
In Matth. 12:22v wordt een bezetene bij Hem gebracht die niet als gevolg van organische gebreken, maar door zijn bezetenheid (vgl. Matth. 9:32) blind en stom was. De Heer genas hem door uitdrijving van de boze geest, zodat dat de blinde en stomme, die op zichzelf gezonde ogen en goede spraakorganen had, weer sprak en zag.
 
<blockquote>''Mt 12:22 Toen werd een bezetene bij Hem gebracht, blind en stom; en Hij genas hem, zodat de stomme sprak en zag.'' (Telos)</blockquote>In een van de synagogen waar de Heer kwam was vrouw die al 19 jaren door Satan gebonden was (13:16), ze had "een geest van zwakheid" (13:11), waardoor ze verkromd was. <blockquote>''Lu 13:11  En zie, er was een vrouw die achttien jaar een geest van ziekte had gehad, en zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. Lu 13:12  Toen nu Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich en zei tot haar: Vrouw, u bent verlost van uw ziekte. Lu 13:13  En Hij legde haar de handen op en onmiddellijk richtte zij zich op en zij verheerlijkte God. (...) Lu 13:16  Moest dan deze, die een dochter van Abraham is, die de satan, zie, achttien jaar had gebonden, niet van deze band worden losgemaakt op de sabbatdag?'' (Telos)</blockquote>
<blockquote>''Mt 12:22 Toen werd een bezetene bij Hem gebracht, blind en stom; en Hij genas hem, zodat de stomme sprak en zag.'' (TELOS)</blockquote>
 
=== Ziekten en kwalen ===
De uitwerkselen van bezetenheid zijn ernstig. Bezetenen kunnen lijden aan bijzonder ernstige ziekten, lichamelijke of geestelijke, zoals verlamming, blindheid, doofheid, verlies van spraak, epilepsie, zwaarmoedigheid, krankzinnigheid, enz.. Een boze geest kan iemand 'vele malen aangrijpen', Luk. 8:29.De Hijbezetter brengt wanorde, verwarring. Dit blijkt wanneer hij vertrekt, dan komt er een toestand van orde. <blockquote>''Mt 12:43 Wanneer nu de onreine geest van de mens is uitgegaan, gaat hij door dorre plaatsen, op zoek naar rust, en vindt die niet. Mt 12:44 Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis waar ik ben uitgegaan. En als hij komt, vindt hij het <u>leegstaan, geveegd en geordend</u>. Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Zo zal het ook zijn met dit boos geslacht. (TELOS)''</blockquote>
[[Bestand:Bezetene met smekende demonen - Paulus Nash Giltner.jpg|miniatuur|388x388px|Bezetene in het land van de Gadarenen. De demonen in hem smeekten Jezus om hen in de varkens te zenden (Mr 5:12).]]
Een bezetene kan niet alleen met een lichamelijk gebrek geplaagd, maar ook van redelijk denken beroofd zijn. Zijn woorden en gedachten worden dan, tenminste deels, ingegeven door een of meer demonen die in hem wonen. Dat kan zich uiten in zelfbeschadiging. <blockquote>Mr 5:5 ''En hij was altijd, nacht en dag, in de graven en op de bergen en schreeuwde en sloeg zichzelf met stenen''. (Telos) </blockquote>
 
=== Overweldigen ===
Een boze geest kan iemand 'vele malen aangrijpen' (Luk. 8:29) overweldigen, waardoor de bezetene geen controle meer heeft over zichzelf.
 
=== Schreeuwen ===
Een symptoom kan zijn: schreeuwen, krijsen. <blockquote>''Mr 5:5 En hij was altijd, nacht en dag, in de graven en op de bergen en <u>schreeuwde</u> en sloeg zichzelf met stenen. Mr 5:6 En toen hij Jezus uit de verte zag, liep hij toe en huldigde Hem; Mr 5:7 en hij <u>schreeuwde</u> met luider stem de woorden: Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van God de Allerhoogste? Ik bezweer U bij God, pijnig mij niet!'' ''Mr 5:8  Want Hij had tot hem gezegd: Onreine geest, ga uit van deze mens!'' (Telos)</blockquote>Opmerkelijk is dat de onreine geest tot Jezus kwam en Hem huldigde.
 
=== Buitengewone kracht ===
Een demon de mens waarin hij woont buitengewone kracht geven. In het land van de Gadarenen ontmoette Jezus een bezetene waarin een vele demonen huisden, die hem kracht geven om, gelijk de richter [[Simson]], banden (ketenen, voetboeien) stuk te breken (Marc. 5: 3-4; Luk. 8:29). <blockquote>''Mr 5:3 ... zelfs niet met een keten kon ook maar iemand hem meer binden; Mr 5:4 want dikwijls was hij met voetboeien en ketenen gebonden geweest, en de ketenen waren door hem stuk getrokken en de boeien verbrijzeld, en niemand was in staat hem te bedwingen.'' (Telos) </blockquote>
 
=== Isolatie ===
Een demon kan zijn slachtoffer uit de samenleving der mensen afscheiden en in de graven en woestijnen doen verblijven, in plaats van in een huis, Luk. 8: 27, 29.
 
=== Dood en duisternis ===
De bezeten mannen in het land van de [[Gerasenen]] hielden zich op in de graven, plaatsen van de dood. <blockquote>''Mr 5:1 En zij kwamen aan de overkant van de zee in het land van de Gerasenen. Mr 5:2 En toen Hij uit het schip was gegaan, kwam Hem terstond uit de graven een mens tegemoet met een onreine geest, Mr 5:3 die zijn woning in de graven had; (...)'' Mr 5:5 ''En hij was altijd, nacht en dag, in de graven en op de bergen en schreeuwde en sloeg zichzelf met stenen''. (Telos)</blockquote>
 
== Bevrijding ==