Bezetenheid
Bezetenheid is de toestand van in bezit genomen zijn door een of meer boze geesten. Een boze geest (demon) kan in een mens of dier varen en hem voortaan beheersen. Een bezetene is iemand die een boze geest in zich heeft (vgl. Matth. 8:16; Joh. 10:20-21). De bezettende boze geest kan worden uitgedreven. De Heer Jezus dreef boze geesten uit en verleende die macht aan de leerlingen die hij uitzond.
Uit de Schrift blijkt dat bezetenheid niet slechts een lichamelijke of psychische ziekte is. Een bezetene is in de macht van een of meer boze geesten, die hun intrek in hem genomen hebben en wier macht zich doet gelden in het denken, voelen, willen en begeren van de bezeten mens.
Gevallen in de Schrift
- Bezetene in de synagoge te Kapernaüm — Marc. 1:21-28; Luk. 4:31-37
- Bezetenen en andere lijdenden bij de Heer gebracht en door hem genezen — Matth. 4:23-25; 8:16-17; Luk. 4:41; Mark. 1:34
- Bezetenen in Gerasa — Matth. 8: 28-34 twee bezetenen; Marc. 5:1-20, Luk. 8:26-39 een bezetene met 'legioen'. Meest informatief is het verslag van Lukas.
- Bezeten varkens te Gerasa — Mark. 5:12-13; Matth. 8:31-32.
- Blinde en stomme bezetene — Matth. 12:22-29; Luk.11:14-23.
- Bezeten maanzieke, stomme en dove jongen — Matth. 17:14-20; Mark. 9:14-29; Luk. 9:37-43a. Markus verschaft de meeste informatie.
- Judas Iskariot — Joh. 6:70-71 'duivel'; Joh. 13:2 ingeving; Joh. 13:27, Luk. 22:3 satan voer in hem.
- Waarzegster — Hand. 16:16-18.
- Bezetenen in Asia — Hand. 19:11-17
- Bezetene tegenover zeven Joodse bezweerders — Hand. 19:13-16.
Beïnvloeding, gebondenheid en bezetting
Niet alle invloed van een boze geest wijst op bezetenheid. Bij sommige mensen is de beïnvloeding of inwerking van blijvende aard en kan men spreken van gebondenheid (vgl. Luk. 13:13). Bezetenheid schijnt nog verder te gaan. Zij is beïnvloeding, gebondenheid én bezetting. De beïnvloeding en beheersing is bij bezetting van binnen uit.
Eva. Onze oermoeder Eva werd door de duivel beïnvloed door de woorden die hij sprak en die zij geloofde en waarnaar zij handelde, tegen Gods verbod in. De invloed kwam van buiten af. Zij werd echter niet door de duivel bezeten.
Simon Petrus sprak een woord dat door satan was ingegeven, maar deze ingeving maakte de leerling van Jezus niet tot een bezetene.
Mr 8:33 Hij keerde Zich echter om en terwijl Hij naar zijn discipelen keek, bestrafte Hij Petrus en zei: Ga weg, achter Mij, satan; want je bedenkt niet de dingen van God, maar de dingen van de mensen. (TELOS)
Kromgebogen vrouw. Lukas verhaalt van een vrouw die 18 jaar een geest van ziekte had. Het schijnt een demonische geest te zijn geweest. Jezus stelt dat de satan haar gebonden had.
Lu 13:11 En zie, er was een vrouw die achttien jaar een geest van ziekte had gehad, en zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. Lu 13:12 Toen nu Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich en zei tot haar: Vrouw, u bent verlost van uw ziekte. Lu 13:13 En Hij legde haar de handen op en onmiddellijk richtte zij zich op en zij verheerlijkte God. Lu 13:16 Moest dan deze, die een dochter van Abraham is, die de satan, zie, achttien jaar had gebonden, niet van deze band worden losgemaakt op de sabbatdag? (Telos)
Er is sprake van gebondenheid (vers 16). Er worden echter geen woeste symptomen genoemd, zoals bij bezetenen. Er is geen geest die Jezus aanspreekt of die wordt uitgedreven. Zij had een geest van ziekte, maar onduidelijk is of deze geest in haar woonde zoals bij een bezetene. Misschien was er sprake van wat tegenwoordig genoemd wordt "occulte belasting".
Judas Iskariot, die tot de twaalf discipelen van Jezus behoorde, werd beïnvloed en raakte tenslotte bezeten. Het begon met zonde in zijn leven: hij was een dief (Joh. 12:6). En hij kwam ertoe om Jezus over te leveren. Om zijn verkeerd, door de duivel geïnspireerd gedrag noemde de Heer hem al "een duivel".
Joh 6:70 Jezus antwoordde hun: Heb Ik niet u, de twaalf uitverkoren? En een van u is een duivel. Joh 6:71 Hij nu sprak van Judas Iskariot, de zoon van Simon; want die zou Hem overleveren, een van de twaalf. (Telos)
De satan had Judas in het hart gegeven om Jezus over te leveren.
Joh 13:2 En tijdens de maaltijd, toen de duivel Judas Iskariot, de zoon van Simon, al in het hart gegeven had Hem over te leveren, (Telos)
Later, op zeker moment, voer de satan in Judas.
Joh 13:27 En na het stuk brood, toen voer de satan in hem. Jezus dan zei tot hem: Wat je doet, doe dat snel. (Telos)
Lu 22:3 Satan nu kwam in Judas, Iskariot geheten, die tot het getal van de twaalf behoorde. (Telos)
Vanaf dat moment is hij bezeten.
Ananias, die tot geloof was gekomen, liet in zijn hart satanische invloed toe, waardoor hij ertoe kwam om te liegen.
Hnd 5:3 Petrus echter zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld om te liegen tegen de Heilige Geest en van de opbrengst van het land achter te houden? (Telos)
Ongehoorzamen. Paulus spreekt van de ongelovigen en ongehoorzamen als mensen in wie de geest van satan, de overste van de macht der lucht, werkt, d.w.z. hen beïnvloed. Ook wij, die vroeger onbekeerd waren, stonden onder invloed van de boze.
Efe 2:1 En u heeft God opgewekt, toen u dood was in uw overtredingen en zonden, Efe 2:2 waarin u vroeger hebt gewandeld overeenkomstig de tijdgeest van deze wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest die nu werkt in de zonen van de ongehoorzaamheid, Efe 2:3 onder wie ook wij allen vroeger verkeerden in de begeerten van ons vlees, toen wij de wil deden van het vlees en van de gedachten; en wij waren van nature kinderen van de toorn, evenals de overigen. (Telos)
Plaats geven. Een mens, ook een gelovige, kan de duivel een voet geven, een plaats, een kans om invloed uit te oefenen.
Efe 4:21 waar u Hem immers hebt gehoord en in Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is: Efe 4:22 dat u, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens hebt afgelegd, die ten verderve gaat overeenkomstig zijn bedriegelijke begeerten, Efe 4:23 en vernieuwd bent in de geest van uw denken, Efe 4:24 en de nieuwe mens hebt aangedaan, die overeenkomstig God geschapen is in ware gerechtigheid en heiligheid. Efe 4:25 Legt daarom de leugen af en spreekt de waarheid, ieder met zijn naaste, want wij zijn leden van elkaar. Efe 4:26 Wordt toornig, en zondigt niet; laat de zon over uw toorn niet ondergaan; Efe 4:27 en geeft de duivel geen plaats. Efe 4:28 Laat hij die een dief was, niet meer stelen, maar veeleer arbeiden en met zijn eigen handen het goede werken, opdat hij kan meedelen aan hem die gebrek heeft. Efe 4:29 Laat geen vuil woord uit uw mond komen, maar veeleer een dat goed is tot opbouwing waar dat nodig is, opdat het genade geeft aan hen die horen. Efe 4:30 En bedroeft de Heilige Geest van God niet, met Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Efe 4:31 Laat alle bitterheid, gramschap, toorn, geschreeuw en lastering uit uw midden worden weggedaan met alle boosheid. (Telos)
Het Griekse woord vertaald door "plaats" is τοπος, topos. Het betekent: 1. plaats, ieder deel of ruimte die als het ware afgeperkt is van de omringende ruimte. 1a. een bewoonde plaats, zoals een stad, dorp, district, 1b. een plaats (gedeelte) in een boek. 2. metaforisch: 2a. de plaats die iemand heeft in een gezelschap of vergadering, 2b. gelegenheid, aanleiding tot handelen. De NBG51-vertaling vertaalt door "voet". Enkele andere vertalingen hebben "kans".
Het zinsverband van vers 27 maakt duidelijk dat we de duivel een plaats kunnen geven door zondige dingen toe te laten. Hier is geen sprake van bezetenheid, maar van ongewenste invloed.
In de bezetene
Een bezetene is iemand in wie een of meer demonen wonen. Dat zij zich in mensen bevinden, blijkt ook uit de woorden van de Heer Jezus tot een bezettende demon: "Ga uit van deze mens!"
Mr 5:8 Want Hij had tot hem gezegd: Onreine geest, ga uit van deze mens! (Telos)
Ook het woord 'uitdrijven' onderstelt dat de demon in iemand is.
Mt 12:28 Als Ik echter door de Geest van God de demonen uitdrijf, ... (Telos)
Het is mogelijk dat een onreine geest uitgaan en later weer binnenkomt.
Mt 12:43 Wanneer nu de onreine geest van de mens is uitgegaan, gaat hij door dorre plaatsen, op zoek naar rust, en vindt die niet. Mt 12:44 Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis waar ik ben uitgegaan. En als hij komt, vindt hij het leegstaan, geveegd en geordend. Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Zo zal het ook zijn met dit boos geslacht. (Telos)
Bezettertal
Een mens kan door een of meer geesten bezeten zijn. Toen de Heer Jezus in het land van de Gerasenen was aangekomen, kwam hem een man tegemoet die vele demonen in zich had.
Lu 8:27 Toen Hij nu uit het schip aan land was gegaan, kwam Hem een man uit de stad tegemoet die demonen in zich had (...) Lu 8:30 Jezus nu vroeg hem: Wat is uw naam? En hij zei: Legioen-want vele demonen waren in hem gegaan.. (Telos)
De Heer Jezus schetst het geval van bezetenheid door acht geesten. Ze delen één en hetzelfde huis, het lichaam van de bezetene (Matth. 12:43-45; Luk. 11:24-26).
Mt 12:43 Wanneer nu de onreine geest van de mens is uitgegaan, gaat hij door dorre plaatsen, op zoek naar rust, en vindt die niet. Mt 12:44 Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis waar ik ben uitgegaan. En als hij komt, vindt hij het leegstaan, geveegd en geordend. Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Zo zal het ook zijn met dit boos geslacht. (TELOS)
Bezeten lichaam een huis
Voor een boze geest is het menselijk lichaam waarin hij gegaan is een huis gelijk, een woonplaats en een plaats waar hij kan rusten (Matth. 12:43-45; Luk. 11:24-26).
Mt 12:43 Wanneer nu de onreine geest van de mens is uitgegaan, gaat hij door dorre plaatsen, op zoek naar rust, en vindt die niet. Mt 12:44 Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis waar ik ben uitgegaan. En als hij komt, vindt hij het leegstaan, geveegd en geordend. Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Zo zal het ook zijn met dit boos geslacht. (Telos)
Kennelijk vindt een boze geest enige rust in het lichaam dat hij bezet, een rust die hij daarbuiten niet (spoedig) heeft.
Herhaalde bezetting
In Mt. 12:43-45 en Luk. 11:24-26 maakt de Heer duidelijk dat een vertrokken geest kan terugkeren.
Mt 12:43 Wanneer nu de onreine geest van de mens is uitgegaan, gaat hij door dorre plaatsen, op zoek naar rust, en vindt die niet. Mt 12:44 Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis waar ik ben uitgegaan. En als hij komt, vindt hij het leegstaan, geveegd en geordend. Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Zo zal het ook zijn met dit boos geslacht. (Telos)
En bij de bezeten beveelt de Heer de geest niet meer terug in de jongen te komen.
Mr 9:25 Toen nu Jezus zag dat een menigte kwam toelopen, bestrafte Hij de onreine geest en zei tot hem: Stomme en dove geest, Ik beveel je: ga uit van hem en kom niet meer in hem! (Telos)
Een bevrijde bezetene moet plaats geven aan zijn Bevrijder. Anders loopt hij mogelijk gevaar opnieuw bezeten te raken.
Bezeten dieren
Niet alleen mensen, ook dieren kunnen worden bezeten. In het land van de Gadarenen werd een kudde van vele varkens ingenomen door demonen die zojuist waren uitgedreven uit twee bezetenen.
Mt 8:30 Nu was er ver van hen een kudde van vele varkens aan het weiden. Mt 8:31 De demonen nu smeekten Hem aldus: Als U ons uitdrijft, zend ons dan in de kudde varkens. Mt 8:32 En Hij zei tot hen: Gaat. Zij nu gingen uit de mannen en gingen in de varkens; en zie, de hele kudde stortte zich van de steilte in de zee en zij kwamen om in het water. Mt 8:33 Zij nu die ze weidden, vluchtten, en in de stad gekomen berichtten zij alles, ook dat van de bezetenen. (Telos)
Het is niet duidelijk in hoeveel varkens de demonen kwamen. Enkele bezeten varkens kunnen de hele kudde in paniek hebben gebracht, waarna kuddegedrag hun ondergang teweegbracht.
Bezetting van een volk
Een volk of natie kan onder zodanige invloed van boze geesten staan, dat men van een 'bezetting' kan spreken. Dat zo'n toestand kan bestaan, moge blijken uit enkele gevallen beschreven in de Bijbel.
1. Wij zien dat een kudde dieren bezeten kan raken. Dieren zijn levende wezens, wezens met een ziel. Waarom zou zoiets niet bij een menigte mensen kunnen gebeuren?
2. Vele boze geesten hebben een greep gekregen op het volk Israël, zodat de toestand van het volk verslechterde.
Mt 12:43 Wanneer nu de onreine geest van de mens is uitgegaan, gaat hij door dorre plaatsen, op zoek naar rust, en vindt die niet. Mt 12:44 Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis waar ik ben uitgegaan. En als hij komt, vindt hij het leegstaan, geveegd en geordend. Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Zo zal het ook zijn met dit boos geslacht. (Telos)
3. De satan is in staat om naties te misleiden en hen tot oorlog te bewegen.
Opb 20:8 en hij zal uitgaan om de naties te misleiden die aan de vier hoeken van de aarde zijn, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand van de zee. (Telos)
Tegen het laatste geval zou men kunnen opmerken dat het niet om bezetting gaat, maar om misleiding, beïnvloeding zonder bezetting. Op dit bezwaar kan men antwoorden dat een zekere verblijfplaats van boze machten niet is uitgesloten, vergelijk:
Opb 2:13 Ik weet waar u woont, daar waar de troon van de satan is; en u houdt vast aan mijn naam en het geloof in Mij hebt u niet verloochend, zelfs niet in de dagen waarin Antipas mijn trouwe getuige was, die gedood werd bij u waar de satan woont. (Telos)
Uitwerking
De symptomen en uitwerkselen van bezetenheid zijn ernstig, zoals blijkt uit de Bijbelse gevallen van bezetenheid. Hoe ernstig, hangt af van 1. het aantal bezettende geesten, 2. de graad van boosheid van de bezettende geest(en).
Mt 12:43 Wanneer nu de onreine geest van de mens is uitgegaan, gaat hij door dorre plaatsen, op zoek naar rust, en vindt die niet. Mt 12:44 Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis waar ik ben uitgegaan. En als hij komt, vindt hij het leegstaan, geveegd en geordend. Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Zo zal het ook zijn met dit boos geslacht. (Telos)
Gevallen
In het land van de Gadarenen woonden twee bezetenen, woestelingen die zich ophielden in graven. Ze waren ongekleed en niet goed bij hun verstand (Matth 8:28v, Marc. 5:15). Lukas beschrijft één van hen (Luk. 8:26-39).
Lu 8:27 Toen Hij nu uit het schip aan land was gegaan, kwam Hem een man uit de stad tegemoet die demonen in zich had en sinds geruime tijd geen kleding had aangetrokken, en niet in een huis verbleef, maar in de graven. Lu 8:28 Toen hij nu Jezus zag, schreeuwde hij het uit, viel voor Hem neer en zei met luider stem: Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van God de Allerhoogste? Ik bid U, pijnig mij niet. Lu 8:29 Want Hij had de onreine geest bevolen van die mens uit te gaan; want vele malen had hij hem aangegrepen, en hij was met ketenen en voetboeien gebonden om hem in bewaring te houden; en hij brak de banden stuk en werd door de demon gedreven in de woestijnen. Lu 8:30 Jezus nu vroeg hem: Wat is uw naam? En hij zei: Legioen-want vele demonen waren in hem gegaan. (Telos)
De Heer Jezus bevrijdde deze bezetenen mannen. Eén van de bevrijden smeekte Jezus bij hem te mogen blijven (Marc. 5:18).
In de synagoge te Kapernaüm was een man met een onreine geest, die door de mond van de man tot Jezus sprak.
Mr 1:23 En terstond was er in hun synagoge een mens met een onreine geest en hij riep de woorden uit: Mr 1:24 Wat hebben wij met U te maken, Jezus, Nazarener? Bent U gekomen om ons te verderven? Ik weet Wie U bent: de Heilige van God. Mr 1:25 En Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg en ga uit van hem. Mr 1:26 En de onreine geest liet hem stuiptrekken en ging met luider stem roepend van hem uit. (Telos)
In Matth. 12:22v wordt een bezetene bij Hem gebracht die niet als gevolg van organische gebreken, maar door zijn bezetenheid (vgl. Matth. 9:32) blind en stom was. De Heer genas hem door uitdrijving van de boze geest, zodat dat de blinde en stomme, die op zichzelf gezonde ogen en goede spraakorganen had, weer sprak en zag.
Mt 12:22 Toen werd een bezetene bij Hem gebracht, blind en stom; en Hij genas hem, zodat de stomme sprak en zag. (Telos)
In een van de synagogen waar de Heer kwam was vrouw die al 19 jaren door Satan gebonden was (13:16), ze had "een geest van zwakheid" (13:11), waardoor ze verkromd was.
Lu 13:11 En zie, er was een vrouw die achttien jaar een geest van ziekte had gehad, en zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. Lu 13:12 Toen nu Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich en zei tot haar: Vrouw, u bent verlost van uw ziekte. Lu 13:13 En Hij legde haar de handen op en onmiddellijk richtte zij zich op en zij verheerlijkte God. (...) Lu 13:16 Moest dan deze, die een dochter van Abraham is, die de satan, zie, achttien jaar had gebonden, niet van deze band worden losgemaakt op de sabbatdag? (Telos)
Ziekten en kwalen
Bezetenen kunnen lijden aan bijzonder ernstige ziekten, lichamelijke of geestelijke, zoals verlamming, blindheid, doofheid, verlies van spraak (Luk. 11:14), epilepsie, zwaarmoedigheid, krankzinnigheid, enz. De bezetter brengt wanorde, verwarring. Dit blijkt wanneer hij vertrekt, dan komt er een toestand van orde.
Mt 12:43 Wanneer nu de onreine geest van de mens is uitgegaan, gaat hij door dorre plaatsen, op zoek naar rust, en vindt die niet. Mt 12:44 Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis waar ik ben uitgegaan. En als hij komt, vindt hij het leegstaan, geveegd en geordend. Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Zo zal het ook zijn met dit boos geslacht. (TELOS)
Een bezetene kan niet alleen met een lichamelijk gebrek geplaagd, maar ook van redelijk denken beroofd zijn. Zijn woorden en gedachten worden dan, tenminste deels, ingegeven door een of meer demonen die in hem wonen. Dat kan zich uiten in zelfbeschadiging.
Mr 5:5 En hij was altijd, nacht en dag, in de graven en op de bergen en schreeuwde en sloeg zichzelf met stenen. (Telos)
Buitengewone kennis
Een bezetene kan dankzij de demon(en) in hem buitengewone kennis hebben, d.w.z. kennis die hij niet zelf heeft verworven. Zo wist de bezetene, of eigenlijk de demon in hem, dat persoon die naderde Jezus heette, en dat deze 'Zoon van God de Allerhoogste' was, en dat Hij de macht had om hem te pijnigen.
Mr 5:6 En toen hij Jezus uit de verte zag, liep hij toe en huldigde Hem; Mr 5:7 en hij schreeuwde met luider stem de woorden: Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van God de Allerhoogste? Ik bezweer U bij God, pijnig mij niet! Mr 5:8 Want Hij had tot hem gezegd: Onreine geest, ga uit van deze mens! (Telos)
De twee bezetenen Gadarenen riepen uit:
Mt 8:29 En zie, zij schreeuwden deze woorden: Wat hebben wij met U te maken, Zoon van God? Bent U hier gekomen om ons voor de tijd te pijnigen? (Telos)
Paulus ontmoette een slavin die een waarzeggende geest had.
Hnd 16:16 Het gebeurde nu, toen wij naar de gebedsplaats gingen, dat een slavin die een waarzeggende geest had, ons ontmoette, die haar meesters veel winst aanbracht met waarzeggen. Hnd 16:17 Deze liep Paulus en ons achterna en schreeuwde aldus: Deze mensen zijn slaven van God de Allerhoogste, die u de weg van behoudenis verkondigen. Hnd 16:18 En dit deed zij vele dagen lang. Paulus echter, hierover zeer verstoord, keerde zich om en zei tot de geest: Ik beveel je in de naam van Jezus Christus dat je van haar uitgaat. En hij ging uit op hetzelfde ogenblik. (Telos)
Overweldigen
Een boze geest kan iemand 'vele malen aangrijpen' (Luk. 8:29) overweldigen, waardoor de bezetene geen controle meer heeft over zichzelf. Van de bezetene in het land van de Gadarenen lezen wij:
Lu 8:29 ... vele malen had hij hem aangegrepen, en hij was met ketenen en voetboeien gebonden om hem in bewaring te houden; en hij brak de banden stuk en werd door de demon gedreven in de woestijnen. (Telos)
Schreeuwen
Een symptoom van bezetenheid kan zijn: schreeuwen, krijsen.
Mt 8:28 En toen Hij aan de overkant was gekomen, in het land van de Gadarenen, ontmoetten Hem twee bezetenen die uit de graven kwamen, zeer woest, zodat niemand in staat was langs die weg voorbij te gaan. Mt 8:29 En zie, zij schreeuwden deze woorden: Wat hebben wij met U te maken, Zoon van God? Bent U hier gekomen om ons voor de tijd te pijnigen? (Telos)
Mr 5:5 En hij was altijd, nacht en dag, in de graven en op de bergen en schreeuwde en sloeg zichzelf met stenen. Mr 5:6 En toen hij Jezus uit de verte zag, liep hij toe en huldigde Hem; Mr 5:7 en hij schreeuwde met luider stem de woorden: Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van God de Allerhoogste? Ik bezweer U bij God, pijnig mij niet! Mr 5:8 Want Hij had tot hem gezegd: Onreine geest, ga uit van deze mens! (Telos)
Opmerkelijk is dat de onreine geest tot Jezus kwam en Hem huldigde en ook tot Hem zei: "Ik bezweer U bij God". Paulus kreeg te maken met een bezeten vrouw die ging schreeuwen:
Hnd 16:16 Het gebeurde nu, toen wij naar de gebedsplaats gingen, dat een slavin die een waarzeggende geest had, ons ontmoette, ... Hnd 16:17 Deze liep Paulus en ons achterna en schreeuwde aldus: Deze mensen zijn slaven van God de Allerhoogste, die u de weg van behoudenis verkondigen. Hnd 16:18 En dit deed zij vele dagen lang. Paulus echter, hierover zeer verstoord, keerde zich om en zei tot de geest: Ik beveel je in de naam van Jezus Christus dat je van haar uitgaat. En hij ging uit op hetzelfde ogenblik. (Telos)
Woest
De twee bezetenen in het land van de Gadarenen waren "zeer woest".
Mt 8:28 En toen Hij aan de overkant was gekomen, in het land van de Gadarenen, ontmoetten Hem twee bezetenen die uit de graven kwamen, zeer woest, zodat niemand in staat was langs die weg voorbij te gaan. (Telos)
Agressief
De woestheid van de twee bezeten Gadarenen uitte zich kennelijk ook in agressief gedrag jegens medemensen, daar Mattheüs opmerkt dat "niemand in staat was langs die weg voorbij te gaan". Niemand waagde zich daar.
Mt 8:28 En toen Hij aan de overkant was gekomen, in het land van de Gadarenen, ontmoetten Hem twee bezetenen die uit de graven kwamen, zeer woest, zodat niemand in staat was langs die weg voorbij te gaan. (Telos)
Stuiptrekken
Een bezetene kan vreemde bewegingen maken, zoals stuiptrekken. Dat zien wij bij de bezetene in de synagoge te Kapernaüm.
Mr 1:23 En terstond was er in hun synagoge een mens met een onreine geest en hij riep de woorden uit: Mr 1:24 Wat hebben wij met U te maken, Jezus, Nazarener? Bent U gekomen om ons te verderven? Ik weet Wie U bent: de Heilige van God. Mr 1:25 En Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg en ga uit van hem. Mr 1:26 En de onreine geest liet hem stuiptrekken en ging met luider stem roepend van hem uit. (Telos)
Dat stuiptrekken zien we bij de bezeten jongen.
Lu 9:42 En nog terwijl hij naderbij kwam, rukte de demon aan hem en liet hem stuiptrekken. Jezus echter bestrafte de onreine geest, maakte het kind gezond en gaf het aan zijn vader terug. (Telos)
Buitengewone kracht
Een demon de mens waarin hij woont buitengewone kracht geven. In het land van de Gadarenen ontmoette Jezus een bezetene waarin een vele demonen huisden, die hem kracht geven om, gelijk de richter Simson, banden (ketenen, voetboeien) stuk te breken (Marc. 5: 3-4; Luk. 8:29).
Mr 5:3 ... zelfs niet met een keten kon ook maar iemand hem meer binden; Mr 5:4 want dikwijls was hij met voetboeien en ketenen gebonden geweest, en de ketenen waren door hem stuk getrokken en de boeien verbrijzeld, en niemand was in staat hem te bedwingen. (Telos)
Isolatie
Een demon kan zijn slachtoffer uit de samenleving der mensen afscheiden en in de graven en woestijnen doen verblijven, in plaats van in een huis, Luk. 8: 27, 29.
Dood en duisternis
De bezeten mannen in het land van de Gerasenen hielden zich op in de graven, plaatsen van de dood.
Mr 5:1 En zij kwamen aan de overkant van de zee in het land van de Gerasenen. Mr 5:2 En toen Hij uit het schip was gegaan, kwam Hem terstond uit de graven een mens tegemoet met een onreine geest, Mr 5:3 die zijn woning in de graven had; (...) Mr 5:5 En hij was altijd, nacht en dag, in de graven en op de bergen en schreeuwde en sloeg zichzelf met stenen. (Telos)
De dood is het tegenovergestelde van het leven, de satan, die de macht over de dood had, is de tegenstander van God, de bron van het leven. Opvallend is dat de bezeten varkens zich van de steilte in de zee stortte, waarna zij verdronken.
Mark. 5:13 En Jezus liet het hun toe. En de onreine geesten gingen uit de man en gingen in de varkens; en de kudde stortte zich van de steilte in de zee, ongeveer tweeduizend, en zij verdronken in de zee. (Telos)
De dieren waren waarschijnlijk zo in paniek en verward, dat zij iets deden dat zij in normale omstandigheden niet zouden doen.
Zelfbeschadiging
Bezetenen hebben de neiging zichzelf te beschadigen. Van de bezetene in Gerasa wordt gezegd:
Mark 5:5 En hij was altijd, nacht en dag, in de graven en op de bergen en schreeuwde en sloeg zichzelf met stenen. (Telos)
Erg, erger
De ene bezetene is er kwalijker aan toe dan een andere. De ene boze geest kan bozer zijn dan de andere. En hoe meer en/of bozer geesten in iemand wonen, des te ongelukkiger zijn toestand. Bezeten zijn door zeven demonen is erger dan door één demon. De Heer Jezus duidde daarop:
Mt 12:45 Dan gaat hij heen en neemt zeven andere geesten met zich mee, bozer dan hijzelf, en zij komen binnen en wonen daar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste… (Telos)
Oorzaken
Er is bijna altijd wel een of meer oorzaken van bezetenheid aan te wijzen. De bezetene is duidelijk met kwade zaken bezig geweest, waardoor hij de duivel een plaats gaf en een boze geest eindelijk kon binnenkomen. In Asia waren bezetenen ter plaatse waar men ook 'toverkunsten' bedreef.
Hnd 19:11 En buitengewone krachten deed God door de handen van Paulus, Hnd 19:12 zodat zelfs zweetdoeken en gordeldoeken van zijn lichaam op de zieken werden gelegd en de ziekten van hen weken en de boze geesten uitgingen. Hnd 19:17 Dit nu werd bekend aan allen die in Efeze woonden, zowel Joden als Grieken; en vrees overviel hen allen, en de naam van de Heer Jezus werd groot gemaakt. Hnd 19:18 En velen van hen die geloofden, kwamen hun daden belijden en bekendmaken. Hnd 19:19 Ook velen van hen die toverkunsten hadden bedreven, brachten hun boeken bijeen en verbrandden ze in bijzijn van allen; ... Hnd 19:20 Zo nam het woord van de Heer toe met macht en werd sterker. (Telos)
Een modern geval is een jonge vrouw die zich had opgehouden met satanisme[1].
Bevrijding
Bezetenen worden bevrijd door de bezetter(s) uit te drijven, uit de bezetene te doen uitgaan.
Luc 11:14 En hij dreef een demon uit en deze was stom. Het gebeurde nu, toen de demon was uitgegaan, dat de stomme sprak. En de menigten verwonderden zich. (Telos)
Mt 17:18 En Jezus bestrafte hem, en de demon ging van hem uit, en het kind was genezen van dat uur af. (Telos)
Bevrijder
Bij de Heer Jezus brachten de mensen dikwijls bezetenen opdat hij ze zou genezen (Matth. 4:24).
Mt 4:23 En Hij trok in heel Galilea rond, leerde in hun synagogen, predikte het evangelie van het koninkrijk en genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk. Mt 4:24 En het gerucht van Hem ging uit tot in heel Syrie; en zij brachten bij Hem alle lijdenden die bevangen waren door allerlei ziekten en pijnen, bezetenen, maanzieken en verlamden; en Hij genas hen. (Telos)
Te Kapernaüm deed Hij van vele kwalijk gestelde mensen demonen uitgaan.
Mr 1:34 En Hij genas velen die aan allerlei ziekten leden, en vele demonen dreef Hij uit; en Hij liet de demonen niet toe te spreken, omdat zij wisten Wie Hij was. (Telos)
Lu 4:31 En Hij daalde af naar Kapernaum, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatten. Lu 4:32 En zij stonden versteld over zijn leer, want zijn woord was met gezag. Lu 4:33 En in de synagoge was een mens die de geest van een onreine demon had; Lu 4:34 en hij schreeuwde uit met luider stem: Ach, wat hebben wij met U te maken, Jezus, Nazarener? Bent U gekomen om ons te verderven? Ik weet Wie U bent: de Heilige van God. Lu 4:35 En Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg en ga uit van hem. En de demon wierp hem in het midden neer en ging van hem uit zonder hem iets te schaden. Lu 4:36 En er kwam verbazing over allen; en zij spraken tot elkaar en zeiden: Wat is dit voor een woord? Want met gezag en kracht gebiedt Hij de onreine geesten en zij gaan uit! (Telos)
Lu 4:40 Toen nu de zon onderging, brachten allen die zieken met allerlei kwalen hadden, ze tot Hem; en Hij legde ieder van hen de handen op en genas hen. Lu 4:41 En er gingen van velen ook demonen uit, terwijl zij de woorden riepen: U bent de Zoon van God! En Hij bestrafte hen en liet hun niet toe te spreken, omdat zij wisten dat Hij de Christus was. (Telos)
In de evangeliën vinden wij verscheidene gevallen van bevrijding door de Heer Jezus. Enkele gevallen zijn hierboven vermeld. Maria Magdalena was door Hem bevrijd van zeven boze geesten (Luc. 8:1-2). Een Kananese vrouw smeekte Hem haar dochtertje, dat ernstig bezeten was, te bevrijden (Matth. 15:22).
Mt 12:22 Toen werd een bezetene bij Hem gebracht, blind en stom; en Hij genas hem, zodat de stomme sprak en zag. Mt 12:23 En alle menigten waren buiten zichzelf en zeiden: Is Deze niet de Zoon van David? (Telos)
De Heer Jezus "heeft de overheden en de machten ontwapend".
Col 2:15 En Hij heeft de overheden en de machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en door het kruis over hen getriomfeerd. (Telos)
Miskend. Helaas werd de Heer Jezus niet door iedereen als de Bevrijder erkend. Sommigen lasterden hem door te beweren dat hij demonen uitdreef "door de overste van de demonen" (Matth. 12: 24; Luk. 11:15)
Mt 12:22 Toen werd een bezetene bij Hem gebracht, blind en stom; en Hij genas hem, zodat de stomme sprak en zag. Mt 12:23 En alle menigten waren buiten zichzelf en zeiden: Is Deze niet de Zoon van David? Mt 12:24 Toen de farizeeen dit echter hoorden, zeiden zij: Deze drijft de demonen alleen maar uit door Beelzebul, de overste van de demonen. Mt 12:25 Jezus echter kende hun gedachten en zei tot hen: Elk koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en elke stad die of elk huis dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet standhouden. Mt 12:26 En als de satan de satan uitdrijft, is hij tegen zichzelf verdeeld: hoe zal zijn koninkrijk dan standhouden? Mt 12:27 En als Ik door Beelzebul de demonen uitdrijf, door wie drijven uw zonen ze uit? Daarom zullen die uw rechters zijn. Mt 12:28 Als Ik echter door de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen. (Telos)
Zelfs zeiden velen dat Jezus zelf een demon had.
Joh 10:19 Er ontstond opnieuw verdeeldheid onder de Joden om deze woorden. Joh 10:20 En velen van hen zeiden: Hij heeft een demon en spreekt wartaal; waarom luistert u naar Hem? Joh 10:21 Anderen zeiden: Dit zijn geen woorden van een bezetene; kan een demon soms ogen van blinden openen? (TELOS)
De Vader redt uit de macht van de duisternis. De Vader heeft ons, die geloven, gered uit de macht van de duisternis.
Col 1:12 terwijl u de Vader dankt, die u bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan het erfdeel van de heiligen in het licht; Col 1:13 die ons gered heeft uit de macht van de duisternis en overgebracht in het koninkrijk van de Zoon van zijn liefde, (Telos)
Middelen van de Heer
De Heer Jezus dreef de geesten uit met een woord (Matth. 8:16), door de Geest van God (Matth. 12:28) en door 'de vinger van God' (Luc. 11:20):
Woord van gezag en macht. De Heer is het Woord van God en zijn woord had gezag en macht (Luk. 4:32, 36). (Later zou Hij zijn apostelen 'kracht en macht' geven om demonen uit te drijven; de Heer bezat die kracht en macht reeds.). Hij dreef boze geesten uit met een woord. Hij hoefde niet allerlei rituelen uit te voeren. Een woord was voldoende. Gods woord is krachtig.
Mt 8:16 Toen het nu avond was geworden, brachten zij tot Hem vele bezetenen, en Hij dreef de geesten uit met een woord en Hij genas alle lijdenden, (Telos)
Hij bevéélt ze uit te gaan (vgl. Luk. 8:29). De demonen onderwerpen zich aan Zijn gezag en macht. Dat blijkt ook hieruit, dat zij hem smeken om iets te doen of na te laten.
Mr 5:10 En hij zei tot Hem: Legioen is mijn naam, want wij zijn velen. En hij smeekte Hem dringend dat Hij hen niet buiten het land zou zenden. (...) 12 En zij smeekten Hem aldus: Zend ons in de varkens, opdat wij daarin gaan. 13 En Jezus liet het hun toe. (Telos)
Tegenover de Heer Jezus betonen de demonen zich onderdanig, zelfs tegenover zijn uitgezonden zeventig leerlingen. Bij hun terugkeer vertellen ze: "Heer, zelfs de demonen zijn ons onderdanig in uw naam" (Luk. 10:17). Niet in hun naam, maar in Zijn naam, die gezag heeft. Andere passages maken duidelijk welke woorden de Heer zoal sprak. Bijvoorbeeld tot de bezetene in Gerasa zei Hij:
Mark 5:8 Want Hij had tot hem gezegd: Onreine geest, ga uit van deze mens! (Telos)
Tot de bezetene in de synagoge te Kapernaüm sprak hij (Mark. 1:25; Luk. 4:35):
Mr 1:21 En zij gingen Kapernaum binnen; en terstond ging Hij op de sabbat in de synagoge en leerde. Mr 1:22 En zij stonden versteld over zijn leer, want Hij leerde hen als iemand die gezag heeft, en niet als de schriftgeleerden. Mr 1:23 En terstond was er in hun synagoge een mens met een onreine geest en hij riep de woorden uit: Mr 1:24 Wat hebben wij met U te maken, Jezus, Nazarener? Bent U gekomen om ons te verderven? Ik weet Wie U bent: de Heilige van God. Mr 1:25 En Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg en ga uit van hem. Mr 1:26 En de onreine geest liet hem stuiptrekken en ging met luider stem roepend van hem uit. Mr 1:27 En zij stonden allen verbaasd, zodat zij zich onder elkaar aldus afvroegen: Wat is dit? Welke nieuwe leer is dit? Want met gezag gebiedt Hij zelfs de onreine geesten en zij gehoorzamen Hem! (Telos)
Bij de bevrijding van de bezeten jongen, zei Hij:
Mr 9:25 Toen nu Jezus zag dat een menigte kwam toelopen, bestrafte Hij de onreine geest en zei tot hem: Stomme en dove geest, Ik beveel je: ga uit van hem en kom niet meer in hem! (Telos)
De Heer stelde soms ook een vraag. Aan de demon in de bezetene te Gerasa vroeg hij:
Mark. 5:9 En Hij vroeg hem: Wat is je naam? 10 En hij zei tot Hem: Legioen is mijn naam, want wij zijn velen. (Telos)
De Heer bestrafte de onreine geesten met woorden (Mark. 1:25, Luk. 4:35 bezetene in de synagoge; Mark. 9:25, Matth. 17:18, Luk. 9:42 bezeten jongen; Luk. 4:41).
Lu 4:41 En er gingen van velen ook demonen uit, terwijl zij de woorden riepen: U bent de Zoon van God! En Hij bestrafte hen en liet hun niet toe te spreken, omdat zij wisten dat Hij de Christus was. (Telos)
Mt 17:18 En Jezus bestrafte hem, en de demon ging van hem uit, en het kind was genezen van dat uur af. (Telos)
De Geest van God. Door deze Geest dreef de Heer demonen uit.
Mt 12:28 Als Ik echter door de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen. (TELOS)
Sommige tegenstanders van de Heer dichten Hem bezetenheid of macht van de duivel toe. Hij zou door de overste van de boze geesten de boze geesten uitdrijven. Anderen wezen deze verklaring en beschuldiging af en zeiden: “Dit zijn geen woorden van een bezetene; kan een demon soms ogen van blinden openen?” (Joh 10:21). De Heer gaat op de beschuldiging in:
Mt 12:22 Toen werd een bezetene bij Hem gebracht, blind en stom; en Hij genas hem, zodat de stomme sprak en zag. Mt 12:23 En alle menigten waren buiten zichzelf en zeiden: Is Deze niet de Zoon van David? Mt 12:24 Toen de farizeeen dit echter hoorden, zeiden zij: Deze drijft de demonen alleen maar uit door Beelzebul, de overste van de demonen. Mt 12:25 Jezus echter kende hun gedachten en zei tot hen: Elk koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en elke stad die of elk huis dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet standhouden. Mt 12:26 En als de satan de satan uitdrijft, is hij tegen zichzelf verdeeld: hoe zal zijn koninkrijk dan standhouden? Mt 12:27 En als Ik door Beelzebul de demonen uitdrijf, door wie drijven uw zonen ze uit? Daarom zullen die uw rechters zijn. Mt 12:28 Als Ik echter door de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen. Mt 12:29 Of hoe kan iemand het huis van de sterke binnengaan en zijn huisraad roven, als hij niet eerst de sterke bindt? En dan zal hij zijn huis beroven. Mt 12:30 Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij bijeenbrengt, verstrooit. Mt 12:31 Daarom zeg Ik u: elke zonde en lastering zal de mensen worden vergeven; maar de lastering van de Geest zal niet worden vergeven. Mt 12:32 En wie een woord spreekt tegen de Zoon des mensen, het zal hem worden vergeven; maar wie tegen de Heilige Geest spreekt, het zal hem niet worden vergeven, niet in deze eeuw en niet in de toekomstige. (TELOS)
De vinger van God. Jezus zei "door de vinger van God de demonen uit te drijven" (Luk. 11:20).
Luk. 11:20 Als Ik echter door de vinger van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen. 21 Wanneer de sterke welbewapend zijn hofstede bewaakt, zijn zijn bezittingen in vrede. 22 Als echter iemand op hem af komt die sterker is dan hij en hem overwint, neemt die zijn hele wapenrusting waarop hij vertrouwde, en verdeelt zijn buit. 23 Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij bijeenbrengt, verstrooit. (Telos)
Een boze geest is een sterk wezen. Sommige omstanders meenden dat Jezus door de sterkste boze geest, Beëlzebul, uitdreef. Inderdaad is een sterker wezen nodig, maar de sterkere is God. En om een sterke geest uit te drijven, was niet de hele macht van God nodig. Gods vinger was voldoende. Een gering deel van Gods kracht was voldoende. De vinger van God is sterker dan de demonen. In een worstelkamp werpen de strijdende partijen hun hele lichaam, al hun spiermassa, in de strijd. Geen van de partijen zal met zijn vinger de kamp kunnen winnen. God wel.[2]
Jezus' leerlingen
De Heer gaf zijn twaalf leerlingen 'kracht en macht' om onreine geesten uit te drijven:
Mr 6:7 En Hij riep de twaalf bij Zich en begon hen twee aan twee uit te zenden en gaf hun macht over de onreine geesten. (...) Mr 6:12 En zij vertrokken en predikten dat men zich moest bekeren, Mr 6:13 en zij dreven vele demonen uit en zalfden vele zieken met olie en genazen hen. (Telos)
Lu 9:1 Hij nu riep de twaalf samen en gaf hun kracht en macht over alle demonen en om ziekten te genezen. Lu 9:2 En Hij zond hen uit om het koninkrijk van God te prediken en de zieken gezond te maken. (Telos)
Later zal de Heer zeventig andere leerlingen twee aan twee voor Zich uitzenden en zieken te genezen en het evangelie van het Koninkrijk te prediken. Bij hun terugkeer vertellen ze: "Heer, zelfs de demonen zijn ons onderdanig in uw naam" (Luk. 10:17). Niet in hun naam, maar in Zijn naam, die gezag heeft.
Lu 10:17 De twee en zeventig nu keerden terug met blijdschap en zeiden: Heer, zelfs de demonen zijn ons onderdanig in uw naam. Lu 10:18 Hij nu zei tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen. Lu 10:19 Zie, Ik heb u de macht gegeven op slangen en schorpioenen te treden en over alle kracht van de vijand, en niets zal u enige schade toebrengen. Lu 10:20 Evenwel, verblijdt u niet hierover dat de geesten u onderdanig zijn, maar verblijdt u dat uw namen staan ingeschreven in de hemelen. Lu 10:20 Evenwel, verblijdt u niet hierover dat de geesten u onderdanig zijn, maar verblijdt u dat uw namen staan ingeschreven in de hemelen. Lu 10:21 Op dat ogenblik verheugde Jezus Zich in de Heilige Geest en zei: Ik prijs U, Vader, Heer van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen, en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard. Ja Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U. (Telos)
Dienst van uitdrijving
De gelovigen zullen demonen uitdrijven.
Mr 16:17 Hen nu die geloven, zullen deze tekenen volgen: in mijn naam zullen zij demonen uitdrijven, in nieuwe talen zullen zij spreken, (Telos)
Dat zien wij bij Paulus te Filippi. In de naam van Jezus Christus dreef hij een geest uit bij een slavin:
Hnd 16:16 Het gebeurde nu, toen wij naar de gebedsplaats gingen, dat een slavin die een waarzeggende geest had, ons ontmoette, die haar meesters veel winst aanbracht met waarzeggen. Hnd 16:17 Deze liep Paulus en ons achterna en schreeuwde aldus: Deze mensen zijn slaven van God de Allerhoogste, die u de weg van behoudenis verkondigen. Hnd 16:18 En dit deed zij vele dagen lang. Paulus echter, hierover zeer verstoord, keerde zich om en zei tot de geest: Ik beveel je in de naam van Jezus Christus dat je van haar uitgaat. En hij ging uit op hetzelfde ogenblik. (Telos)
Merk op dat Paulus bevéélt.
De naam van de Heer Jezus op zichzelf is niet voldoende. Het gaat erom dat de persoon die in deze naam uitdrijft, ook zelf met de Heer Jezus verbonden is. Dit was niet het geval bij de zeven bezweerders die vergeefs de naam van Jezus gebruikten om een demon uit te drijven. Het had een averechts effect: de bezetene overweldigde hen en deed hen schade lijden (Hand. 19:13-16).
In Asia deed God buitengewone krachten door de handen van Paulus.
Hnd 19:11 En buitengewone krachten deed God door de handen van Paulus, Hnd 19:12 zodat zelfs zweetdoeken en gordeldoeken van zijn lichaam op de zieken werden gelegd en de ziekten van hen weken en de boze geesten uitgingen. (Telos)
Opmerkelijk is dat de kracht van God zelfs werkte door middel van doeken van Paulus. Bedenk dat het niet te doeken waren, maar de kracht van God, die de boze geesten deden uitgaan. Het is in de dienst van bevrijding belangrijk wel te onderscheiden en niet alle vreemde, ongezonde of excessieve verschijnselen op rekening van de duivel te schrijven, of alle geestelijke strijd als teken van bezetenheid of gebondenheid te duiden. Van de Heer, de grote Bevrijder, werd gezegd door 'velen' dat hij een demon had.
Joh 10:19 Er ontstond opnieuw verdeeldheid onder de Joden om deze woorden. Joh 10:20 En velen van hen zeiden: Hij heeft een demon en spreekt wartaal; waarom luistert u naar Hem? Joh 10:21 Anderen zeiden: Dit zijn geen woorden van een bezetene; kan een demon soms ogen van blinden openen? (Telos)
Sommige evangelische gemeenten kennen 'bevrijdingspastoraat', een vorm van herderlijke zorg waarin mensen van demonische gebonden- en bezetenheid worden bevrijd.
De dienst van uitdrijving heet in de Rooms-Katholieke Kerk exorcisme. Een rooms-katholieke exorcist laat eerst vaststellen dat de symptomen van een patiënt niet een lichamelijke of psychische oorzaak hebben[3][4]. Rooms-katholieke duiveluitdrijvers (exorcisten) hebben zich verenigd in de Internationale Vereniging van Exorcisten (International Association of Exorcists), die in 2014 formeel erkend werd door paus Franciscus.
Valse dienstknechten. Niet iedereen die door Jezus' naam profeteert en demonen uitdrijft en krachten doet, is een leerling van hem.
Mt 7:21 Niet ieder die tot Mij zegt: Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader die in de hemelen is. Mt 7:22 Velen zullen in die dag tot Mij zeggen: Heer, Heer, hebben wij niet door uw naam geprofeteerd en door uw naam demonen uitgedreven en door uw naam vele krachten gedaan? Mt 7:23 En dan zal Ik openlijk tot hen zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, werkers van de wetteloosheid! (Telos)
Zulke valse dienstknechten zijn te herkennen aan hun wetteloze werken.
Na de bevrijding
De geest
De bezettende geest verliest zijn plaats van betrekkelijke rust en gaat op zoek naar een andere plaats van rust.
Mt 12:43 Wanneer nu de onreine geest van de mens is uitgegaan, gaat hij door dorre plaatsen, op zoek naar rust, en vindt die niet. (Telos)
De bevrijde
Een bezetene maakt na zijn bevrijding een normale, gezonde en opgeluchte indruk. De bezetene in Gerasa was na zijn bevrijding tot rust gekomen, "gekleed en goed bij zijn verstand".
Mark. 5:15 En zij kwamen tot Jezus en zagen de bezetene zitten, gekleed en goed bij zijn verstand, hem die het legioen had gehad, en zij werden bevreesd. (Telos)
De bevrijde mens mag getuigen van de ondervonden bevrijding. De Heer droeg de bevrijde man in Gerasa op zulks te doen.
Mark 5:19 En Hij stond het hem niet toe, maar zei tot hem: Ga naar uw huis tot de uwen, en bericht hun alles wat de Heer aan u heeft gedaan, en hoe Hij Zich over u heeft erbarmd. 20 En hij ging weg en begon in Dekapolis te prediken alles wat Jezus aan hem had gedaan; en allen verwonderden zich. (Telos)
Kan een christen bezeten raken?
Kan een echte christen, in wie de Heilige Geest woont, tegelijk een inwonende demon hebben? Een waarachtig gelovige heeft zich bekeerd "van de macht van satan tot God".
Hnd 26:18 opdat zij zich bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht van satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden ontvangen door geloof in Mij. (Telos)
De hemelse Vader heeft ons "gered uit de macht van de duisternis en overgebracht in het koninkrijk van de Zoon van zijn liefde".
Col 1:12 terwijl u de Vader dankt, die u bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan het erfdeel van de heiligen in het licht; Col 1:13 die ons gered heeft uit de macht van de duisternis en overgebracht in het koninkrijk van de Zoon van zijn liefde, Col 1:14 in Wie wij de verlossing hebben, de vergeving van de zonden. (Telos)
Een christen kan echter beïnvloed worden, gelijk wij zien bij Petrus. Maar kan een christen ook bezéten worden door een demon? Een náámchristen, iemand die slechts in naam christen is en de Heer Jezus niet toebehoort, kan bezeten raken. Dat zien wij bij Judas Iskariot, die tot de twaalf discipelen van Jezus behoorde. Er was zonde in zijn leven, de satan inspireerde hem Jezus over te leveren en tenslotte kwam de satan in hem. Vanaf dat moment is hij bezeten. Zie boven. Maar kan een echte christen, een wedergeboren persoon, bezeten raken? In de Bijbel vinden we geen geval of voldoende grond die aangeeft dat zulks kan. Integendeel, het is in strijd met de Bijbelse leer dat wie zich tot de Heer Jezus Christus bekeert, zich bekeert van de macht van de satan tot (Hand. 26:18), uit de macht van zonde en satan gered wordt en overgebracht in het koninkrijk van de Heer Jezus (Col. 1:13). De Heilige Geest komt wonen in de mens die zich bekeert en gelooft. Zo'n mens wordt ermee verzegeld (Ef. 4:30). De Heilige Geest is met en in ons, gelovigen, tot in eeuwigheid.
Joh 14:16 En Ik zal de Vader vragen en Hij zal u een andere Voorspraak geven, opdat Die met u zal zijn tot in eeuwigheid: Joh 14:17 de Geest van de waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, omdat zij Hem niet aanschouwt en Hem niet kent; u kent Hem, omdat Hij bij u blijft en in u zal zijn. (Telos)
1Co 2:12 En wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die uit God is, opdat wij weten de dingen die ons door God geschonken zijn. (Telos)
1Co 3:16 Weet u niet, dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? 1Co 3:17 Als iemand de tempel van God verderft, God zal hem verderven. Want de tempel van God is heilig, en dat bent u. (Telos)
1Co 6:19 Of weet u niet, dat uw lichaam de tempel is van de Heilige Geest die in u is, die u van God hebt, en dat u niet van uzelf bent? 1Co 6:20 Want u bent voor een prijs gekocht; verheerlijkt dan God in uw lichaam! (Telos)
Wij zijn van Christus, door Hem gekocht.
2Ti 1:14 Bewaar het goede jou toevertrouwde pand door de Heilige Geest die in ons woont. (Telos)
Door de inwonende Geest is ook Christus in ons.
Ro 8:9 Maar u bent niet in het vlees maar in de Geest, als inderdaad Gods Geest in u woont; maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe. Ro 8:10 Maar als Christus in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de Geest is leven vanwege de gerechtigheid. Ro 8:11 En als de Geest van Hem die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij die Christus uit de doden heeft opgewekt, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest die in u woont. (Telos)
2Co 13:5 onderzoekt dan uzelf of u in het geloof bent; beproeft uzelf. Of erkent u van uzelf niet, dat Jezus Christus in u is? Zo niet, dan bent u verwerpelijk. (Telos)
Col 1:27 Aan hen heeft God willen bekend maken welke de rijkdom is van de heerlijkheid van deze verborgenheid onder de volken, welke is Christus in u, de hoop van de heerlijkheid. (Telos)
De gelovige is uit God geboren en een kind van God. De macht van de satan over zijn leven is gebroken.
Vlees
Een werkingen van het vlees, d.i. van onze zondige natuur, moeten niet verward worden met bezetenheid.
Ro 8:6 want wat het vlees bedenkt, is de dood, maar wat de Geest bedenkt, is leven en vrede; Ro 8:7 omdat wat het vlees bedenkt, vijandschap is tegen God, want het onderwerpt zich niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet. (Telos)
Verkeerde gedachten kunnen dus voortkomen uit onze zondige natuur. In de gelovige is een conflict tussen de begeerten van het vlees en die van de Geest.
Ga 5:17 Want het vlees begeert tegen de Geest, en de Geest tegen het vlees; want deze staan tegenover elkaar, opdat u niet doet wat u wilt. (Telos)
Strijd
Geestelijke strijd moet niet verward worden met bezetenheid. Een gelovige heeft te maken met demonische machten, die zijn vijanden zijn. Hij heeft van doen met een geestelijke strijd. Maar deze strijd betekent niet dat hij bezeten is. De duivel kan zich bedienen van onverloste mensen om gelovigen te benauwen en ten val te brengen. Daarom worden gelovigen vermaand de duivel te weerstaan en standvastig in het geloof te zijn.
1Pe 5:8 Weest nuchter, waakt; uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek wie hij zou kunnen verslinden. 1Pe 5:9 Weerstaat hem, standvastig in het geloof, daar u weet dat hetzelfde lijden aan uw broederschap in de wereld zich voltrekt. (Telos)
1Jo 2:13 Ik schrijf u, vaders, omdat u Hem kent die van het begin af is. Ik schrijf u, jongelingen, omdat u de boze overwonnen hebt. Ik heb u geschreven, kinderen, omdat u de Vader kent. 1Jo 2:14 Ik heb u geschreven, vaders, omdat u Hem kent die van het begin af is. Ik heb u geschreven, jongelingen, omdat u sterk bent en het woord van God in u blijft en u de boze overwonnen hebt. (Telos)
Verschil van mening
Over de vraag of een echte christen bezeten kan zijn, worden door Bijbelgetrouwe christenen verschillende antwoorden gegeven. Velen zullen ontkennend antwoorden[5]. Er kan echter worden opgemerkt dat een christen plaats kan geven aan de duivel (Ef. 4:27), zijn invloed van buitenaf kan toelaten.
Sommigen[6] echter zijn ervan overtuigd dat een christen bezeten kan, bijvoorbeeld een psychiatrische draai-deur-patiënt die gelovig is en door bevrijdingspastoraat van demonische invloed bevrijd en vervolgens emotioneel genezen wordt, waarna hij geen psychiatrische hulp meer nodig. De onreine geest is uitgedreven. Hardnekkige psychiatrische problemen kunnen een demonische wortel hebben. Een bezeten christen is als een huis met verschillende kamers. In een of meer kamers woont de Heilige Geest, maar er is een vuil zolderkamertje waarin een onreine geest huist.
Men zich echter afvragen of in zulke gevallen het begrip bezetenheid niet toegepast wordt op gelovigen die de satan weliswaar een plaats geven, demonische beïnvloeding toelaten, maar nog niet door hem bezet zijn, waarbij zij zichzelf niet meer onder controle hebben. Demonische beïnvloeding van buitenaf is niet hetzelfde als die beïnvloeding en beheersing van binnenuit.
Efe 4:26 Wordt toornig, en zondigt niet; laat de zon over uw toorn niet ondergaan; Efe 4:27 en geeft de duivel geen plaats. (Telos)
Naturalistische verklaringen
Mensen die niet aan boze geesten en hun inwerking op mensen geloven, zullen alle verschijnselen van bezetenheid op een andere (niet-demonologische) manier verklaren. Wie meent dat er alleen natuurelementen en natuurkrachten bestaan (zie Naturalisme), zal bezetenheid alleen uit natuurlijke oorzaken trachten te verklaren, enkel uit de werking van de hersenen en/of de psyche. Uit de Schrift en uit gevallen van bevrijding blijkt echter dat bezetenheid niet slechts een lichamelijke of psychische ziekte is.
Meer informatie
Unfiltered: 'She was completely demonically possessed'. Youtube.com: Yahoo, 18 okt. 2018. Duur: 8 min. 54 sec. Opinie van de katholieke psychiater Richard Gallagher, voormalig bestuurslid en wetenschappelijk adviseur van de Internationale Vereniging van Exorcisten (International Association of Exorcists).
Can a Christian be demon possessed? Youtube.com: Southern Seminary, 28 feb. 2018. Duur: 5 min. 18 sec. De spreker, Stephen Wellum, hoogleraar in de theologie, beantwoordt de vraag of een christen demonisch bezeten kan zijn.
Bezetenheid. Het komt vaak voor. Kijk wat Orlando zegt. Youtube.com: New Faith Network, 30 okt. 2018. Duur: 3 min. 30 sec. Predikant Orlando Bottenbley vertelt van zijn ervaring met demonuitdrijving. In één geval heeft hij in de naam van de Heer Jezus liefst 20 demonen uitgedreven.
Zie ook
Bron
Grieks-Nederlands Lexicon, s.v. δαιμονιζομαι daimo’nizomai (Strongs nummer 1139. Het lexicon is een onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
Voetnoten
- ↑ Unfiltered: 'She was completely demonically possessed'. Youtube.com: Yahoo, 18 okt. 2018. Vanaf 6 min. 32 sec. Getuigenis van de rooms-katholieke psychiater en hoogleraar Richard Gallagher. Hij is adviseur van de International Association of Exorcists.
- ↑ Vergelijk: wanneer de Heer Jezus terugkomt op de aarde, zal hij de Wetteloze, de mens der zonde, teniet doen door (slechts) de adem van zijn mond (2 Thess. 2).
- ↑ Unfiltered: 'She was completely demonically possessed'. Youtube.com: Yahoo, 18 okt. 2018. Duur: 8 min. 54 sec. Getuigenis van de rooms-katholieke psychiater en hoogleraar Richard Gallagher. Hij is adviseur van de International Association of Exorcists.
- ↑ Don't Believe in Demons? WATCH THIS. Capturing Christianity, 4 nov. 2020. Gesprek met exorcist Vince Lampert.
- ↑ Zo Robert Breaker in: Can a Christian be Demon Possessed? Youtube.com: Robert Breaker, 8 okt. 2015. Duur: 26 min. 39 sec.
- ↑ Zo een gelovige vrouw die zendeling en arts is geweest en in 2021 al 20 jaar ervaring heeft in bevrijdingspastoraat. Haar naam is bekend bij Kees Langeveld.