Kajafas

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Caïphas)

Jozef bijgenaamd Kajafas was hogepriester in Israël van 18 - 36 n.C., dus ten tijde van de Heer Jezus en het ontstaan van Zijn gemeente.

Annas en Kajafas. Schilderij van James Tissot, gemaakt tussen 1886 - 1894 n.C. Hoe Kajafas er werkelijk heeft uitgezien is onbekend. 

Jozef Kajafas was hogepriester ten tijde van Jezus' leven op aarde (Joh. 11:49; 18:13, 24). Hij werd waarschijnlijk ongeveer in 18 na Chr. als hogepriester aangesteld door Valerius Gratus, stadhouder van Judea van 15 -26 na Chr.

Kajafas was een schoonzoon van Annas (Joh. 18:13), die hogepriester was van 6 – 15 na Chr. en ook na zijn ambtsperiode nog als hogepriester werd aangesproken.

Onder de hogepriesters Annas en Kajafas kwam het woord van God tot Johannes de Doper.

Lu 3:2 Onder de hogepriesters Annas en Kajafas, geschiedde het woord Gods tot Johannes, den zoon van Zacharias, in de woestijn. (SV)

Jezus van Nazareth. De overpriesters en oudsten van het volk vergaderden bij Kajafas om de zaak van Jezus van Nazareth te bespreken.

Mt 26:3 Toen kwamen de overpriesters en de oudsten van het volk bijeen in de voorhof van de hogepriester, Kajafas geheten; (TELOS)

Kajafas profeteerde dat Jezus zou sterven voor het volk.

Joh 11:47 De overpriesters dan en de farizeeën riepen de Raad bijeen en zeiden: Wat doen wij? want deze mens doet vele tekenen. Joh 11:48 Als wij Hem zo laten begaan, zullen allen in Hem geloven; en de Romeinen zullen komen en zowel onze plaats als ons volk wegnemen. Joh 11:49 Maar een van hen, Kajafas, die in dat jaar hogepriester was, zei tot hen: Joh 11:50 U weet niets, en u bedenkt niet, dat het nuttiger voor ons is dat een mens sterft voor het volk en niet de hele natie verloren gaat. Joh 11:51 Dit nu zei hij niet uit zichzelf, maar daar hij hogepriester in dat jaar was, profeteerde hij dat Jezus zou sterven voor het volk; Joh 11:52 en niet alleen voor het volk, maar opdat Hij ook de verstrooide kinderen van God tot een zou vergaderen. Joh 11:53 Van die dag af dan beraadslaagden zij om Hem te doden. (Telos)

Joh 18:14 Kajafas nu was degene die de Joden had aangeraden, dat het nuttig was dat een mens voor het volk stierf. (Telos)

Na zijn arrestatie werd Jezus naar Annas geleid.

Joh 18:13  En zij leidden Hem eerst naar Annas, want hij was de schoonvader van Kajafas, die dat jaar hogepriester was. (Telos)

Annas zond Jezus naar zijn schoonzoon Kajafas.

Joh 18:24 (Annas nu had Hem gebonden gezonden naar Kajafas, de hogepriester.) (Telos)

Mt 26:57  Zij nu die Jezus hadden gegrepen, leidden Hem weg naar Kajafas, de hogepriester, waar de schriftgeleerden en de oudsten waren bijeengekomen. TELOS)

Kajafas verhoorde Jezus.

Joh 18:19 De hogepriester dan vroeg Jezus naar zijn discipelen en naar zijn leer. Joh 18:20 Jezus antwoordde hem: Ik heb vrijuit gesproken tot de wereld; Ik heb altijd geleerd in de synagoge en in de tempel, waar alle Joden samenkomen, en in het verborgen heb Ik niets gesproken. Joh 18:21 Waarom vraagt u Mij? Vraag hun die hebben gehoord wat Ik tot hen heb gesproken; zie, dezen weten wat Ik heb gezegd. Joh 18:22 Toen Hij nu dit zei, gaf een van de dienaars die daarbij stond, Jezus een slag in het gezicht en zei: Antwoordt U zo de hogepriester? Joh 18:23 Jezus antwoordde hem: Als Ik verkeerd heb gesproken, getuig van het verkeerde; maar als Ik goed heb gesproken, waarom slaat u Mij? Joh 18:24 (Annas nu had Hem gebonden gezonden naar Kajafas, de hogepriester.) Joh 18:25 Simon Petrus nu stond zich te warmen. Zij zeiden dan tot hem: Bent u ook niet een van zijn discipelen? Hij loochende het en zei: Ik ben het niet. Joh 18:26 Een van de slaven van de hogepriester, een bloedverwant van hem wie Petrus het oor had afgeslagen, zei: Heb ik u niet in de tuin met Hem gezien? Joh 18:27 Petrus dan loochende het opnieuw. En terstond kraaide de haan. Joh 18:28  Zij dan leidden Jezus van Kajafas naar het pretorium; en het was ‘s morgens vroeg. En zij gingen niet in het pretorium, opdat zij niet zouden worden verontreinigd maar het pascha zouden eten. (TELOS)

Petrus en Johannes. De apostelen Petrus en Johannes werden verhoord ten aanhoren van Kajafas en anderen:

Hnd 4:5  Het gebeurde nu de volgende dag, dat hun oversten, hun oudsten en hun schriftgeleerden in Jeruzalem bijeen kwamen, Hnd 4:6 en de hogepriester Annas, Kajafas, Johannes, Alexander en allen die van het hogepriesterlijke geslacht waren. Hnd 4:7 En toen zij hen in het midden hadden geplaatst, vroegen zij: Door wat voor kracht of door wat voor naam hebt u dit gedaan? (TELOS)

Uit zijn ambt gezet. Vergeleken met andere hogepriesters tijdens de Romeinse heerschappij heeft Kajafas zijn ambt buitengewoon lang bekleed. Pas na de afzetting van Pontius Pilatus (in 36 na Chr.), die Valerius Gratus als stadhouder was opgevolgd, werd Kajafas uit zijn ambt gezet.

Israël 100 — 0 v.C. < Israël en Gemeente 0 — 49 na C. > 50 — 99 na C.
Herodes Agrippa IIAnaniasEerste zendingsreis van PaulusHerodes Agrippa IPetrusJakobus (zoon van Zebedeüs)Herodes Agrippa IClaudius IPaulusStefanusPontius PilatusKajafasValerius GratusTiberiusAnnasHerodes AntipasFilippus (viervorst)ArchelaüsJezus ChristusJohannes de DoperAugustus

Bronnen

Bijbels Theologische Encyclopedie Ed. 2008 s.v. Kajafas. Deze encyclopedie is een onderdeel van de Online Bible.