Kapernaüm
Kapernaüm was, in de tijd dat de Heer Jezus op aarde wandelde, de belangrijkste stad aan de noordelijke oever van het Meer van Galilea, 4 km verwijderd van de Jordaan. Vanuit Kapernaüm verrichtte de Heer het grootste deel van zijn dienst en overnachtte er in een huis. De Schrift spreekt van ‘zijn eigen stad’.
Mt 9:1 En nadat Hij aan boord van een schip was gegaan, voer Hij over en kwam in zijn eigen stad. En zie, zij brachten bij Hem een verlamde die op een bed lag. (TELOS)
Naam. Kapernaüm wordt ook geschreven Kafarnaüm. Grieks: Kαφαρναούμ Kapharnaoum of Kαφαρναούμ Kaphernaum; Hebr. כְּפַר נַחוּם Kefar Nachum = dorp van Nahum. De Hebreeuwse naam van de stad betekent ‘dorp van Nahum’. Onbekend is of deze naam te maken heeft met de profeet Nahum uit het Oude Testament. In het Oude Testament komt de plaatsnaam niet voor. De Arabische naam is Talhum, vermoedelijk een verwijzing naar Tell Hum, d.i. de ruine van Hum. Hum is misschien een afkorting van Nahum.
Ligging. Dat Kapernaüm aan het meer lag blijkt uit de Schrift, bijvoorbeeld:
Joh 6:16 En toen het avond was geworden, daalden zijn discipelen af naar de zee; en zij gingen in een schip en kwamen over de zee naar Kapernaüm. (TELOS)
Woonplaats. Ten minste drie van Jezus’ leerlingen kwamen van Kapernaüm: Petrus, Andreüs en Mattheüs. Petrus en Andreüs kwamen oorspronkelijk uit Bethsaïda (Joh. 1:44), maar waren blijkbaar verhuisd naar Kapernaüm (Mark. 1:29). Mattheüs werkte er voor de belastingen - er was een belastingkantoor (tolhuis) – maar hij gaf zijn baan op om Jezus te volgen (Mat. 9:9).
Synagoge. In Kapernaüm was een synagoge. Jezus leerde hierin aangaande het brood van het leven:
Joh 6:59 Deze dingen zei Hij in de synagoge, toen Hij leerde in Kapernaum. (TELOS)
Werkterrein van de Heer. De Heer heeft in en rond Kapernaüm gepredikt en veel machtige werken gedaan. Hij genas bijvoorbeeld in de synagoge een bezetene (Luk. 4:33-36), hij genas de verlamde dienaar van een Romeinse hoofdman (Mat. 8:5-13); hij richtte een verlamde op, die door vier vrienden was gebracht en door een opening in het dak was neergelaten in het huis waar Jezus was (Markus 2:1-12); en de schoonmoeder van Petrus werd genezen van koorts (Mat. 8:14-15; Markus 1:29-31; Luk. 4:38-39). "En een gerucht over Hem ging uit naar elke plaats in de omgeving" (Luk. 4:37).
Mr 1:30 De schoonmoeder van Simon nu lag met koorts en terstond spraken zij met Hem over haar. Mr 1:31 En Hij ging naar haar toe, greep haar hand en richtte haar op; en de koorts verliet haar en zij diende hen. Mr 1:32 Toen het nu avond was geworden en de zon was ondergegaan, brachten zij tot Hem alle lijdenden en bezetenen; Mr 1:33 en de hele stad had zich verzameld bij de deur. Mr 1:34 En Hij genas velen die aan allerlei ziekten leden, en vele demonen dreef Hij uit; en Hij liet de demonen niet toe te spreken, omdat zij wisten Wie Hij was. (TELOS)
Onbekeerlijke stad. Toch bekeerde de stad zich niet.
Mt 11:23 En u, Kapernaum, zult u soms tot de hemel verhoogd worden? Tot de hades zult u worden neergestoten! Want als in Sodom de krachten waren gebeurd die in u zijn gebeurd, het zou tot op heden zijn gebleven. (TELOS)
Verwoest. Kapernaüm is zo verwoest, dat er zelfs lange tijd discussie was over de exacte locatie: Khan Minia of Tell Hum. Er zijn ruïnes op beide plaatsen. Misschien behoren beide plekken tot dezelfde oorspronkelijke plaats Kapernaüm. Tell Hum heeft thans de beste papieren.
Overblijfsel van een synagoge. In Tell Hum is de ruïne van een synagoge. De synagoge waarin Jezus heeft geleerd (Joh. 6:59) is niet bewaard gebleven. Naast deze synagoge werd, waarschijnlijk in de 2e of 3e eeuw n.C., een nieuwe gebouwd en in de 4e eeuw herbouwd. De overblijfselen van dit laatste gebouw zijn te bezichtigen.
Meer hierover
Else Vlug, Twee kinderen uit Kapernaüm. Uitgeverij:Gideon te Hoornaar. Pagina's: 137. Geïllustreerd met tekeningen van Willem de Vink. Bijbelhistorische roman voor kinderen vanaf 10 jaar. Door middel van een twaalfjarige jongen en meisje, genaamd Esther en Jonathan, die allebei in Kapernaum wonen, beleeft de lezer een gedeelte van de periode dat Jezus in Galilea verbleef. Zij ontmoeten de Heiland diverse keren en zijn vaak getuige van wonderen die Hij verrichtte. De kinderen zijn sterk betrokken bij het handelen en spreken van de Heer Jezus. Hier en daar wordt informatie aangedragen over leefwijze en gewoonten uit die tijd. De volgorde der gebeurtenissen is anders dan in de bijbelse geschiedenis.
Bronnen
A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Capernaum.
Bromiley, Geoffrey W., The International Standard Bible Encyclopedia, Revised. (Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002) s.v. Capernaum.
Franz N. Mehling e.a., Heilige Land. Amsterdam: Agon, 1989.