k
Typefout en onnodige spatie eruit gehaald.
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (Typefout en onnodige spatie eruit gehaald.) |
||
Regel 3:
Na de zondeval en de verdrijving van het eerste mensenpaar uit de hof van Eden stelde God cherubs om de weg tot de boom des levens te bewaken.<blockquote>''Ge 3:24 En Hij dreef den mens uit; en stelde cherubim tegen het oosten des hofs van Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren den weg van den boom des levens.'' (SV)</blockquote>De mens, zondaar geworden, mocht niet eten van de boom van het leven.
'''Afgebeeld in Gods aardse Woning.''' Cherubs werden op Gods voorschrift afgebeeld in borduur- en beeldwerk van Gods Woning op aarde, zowel in de tabernakel als daaropvolgend in de tempel. Beide woningen met de cherubbeelden zijn afbeeldingen van een hemelse werkelijkheid. Salomo bracht op de binnenwanden graveringen van
'''Materiaal.''' De cherubbeelden die Salomo bouwde waren van olieachtig hout (Statenvertaling), olijfwilgenhout (Herziene Statenvertaling), 1 Kon. 6:23, overtrokken met goud, 1 Kon. 6:28.
Regel 32:
== Troonwagen in Ezechiël ==
In de visioenen van [[Ezechiël (bijbelboek)|Ezechiël]] komen cherubs voor in verband met de wielen van Gods troonwagen. Ze vertegenwoordigen de heerlijkheid en de gang van Gods rechtvaardige regeringswegen met Isräel. Ze worden "levende wezens" genoemd (Ezechiël 1), met de gezichten van een man (rede), van een leeuw (sterkte), van een os (volharding) en van een adelaar (vlugheid
== Toekomst ==
|