k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 2:
# Een '''etmaal''', een periode van vierentwintig uren (Mt 17 , 1; Lk 24 , 21). De scheppingsdagen in Genesis 1 schijnen gewone dagen te zijn geweest, etmalen met een nacht en een dag (lichtgedeelte).
# Een '''lichte deel''' van het etmaal (Gen 1:5 ,14; Joh 9:4; Joh 11:9). Voor de mens is vooral het lichte deel van het etmaal belangrijk. [[God]] noemde het licht “dag” met het oog op de mens, Gen 1:5. De mens werkt overdag. Als de [[zon]] is opgegaan, ''“De mens gaat uit tot zijn werk, en naar zijn arbeid tot de avond toe.''” (Ps. 104:23)
# Een '''tijdvak''', zoals de "dag der verzoening"(Lev. 23:27), de “dag des oordeels” (Mt 10:15), de “dag van de Heer” (2 Petr. 3:10). In Gen. 2:4 wordt door "dag" de scheppingsweek aangeduid.<BR><BR>
== Dagen van de week ==
Onze '''Nederlandstalige benamingen''' 'zondag', 'maandag' enz. zijn afkomstig uit de tijd dat onze voorouders, die heidenen waren, zon en maan en verschillende afgoden aanbaden. Het woord 'zondag' komt niet in het Nieuwe Testament voor.
| |||