Damaris
Dámaris was een vrouw te Athene, die op de prediking van de apostel Paulus tot geloof in de Heer Jezus kwam. Zij is verder niet bekend.
Naam. De Griekse naam in de brontekst van het Nieuwe Testament is δαμαρις, Damaris. De betekenis van de naam is onzeker: "een vaars"[1], of "antilope, gazelle"[2], of "echtgenote, geliefde"[2] In de uitspraak van de naam ligt de klemtoon op de eerste lettergreep Da. Het strongnummer is G1152. De naam komt alleen voor in Hand. 17:34.
Hnd 17:34 Sommige mannen echter sloten zich bij hem aan en geloofden, onder wie ook Dionysius de Areopagiet, en een vrouw genaamd Dámaris, en anderen met hen. (TELOS)
Zij kwam tot geloof, terwijl er onder de andere toehoorders ook openlijke spotters en twijfelaars waren (Hand. 17:32).
Bron
P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Damaris' is op 5 mei 2018 verwerkt.