k
→6
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→6) |
||
Regel 48:
<onlyinclude><sup>6</sup> Daarna zag ik, en ziet, er was een ander [dier], gelijk een luipaard, en het had vier vleugels eens vogels op zijn rug; ook had hetzelve dier vier hoofden, en aan hetzelve werd de heerschappij gegeven.</onlyinclude>(SV)
[[Bestand:Thoughts on the prophecies of Daniel; (1899) (14595885688).jpg|geen|miniatuur|765x765px]]
'''Gelijk een luipaard.''' Of panter.
Dit dier stelt het [[Grieks-Macedonische Rijk|Griekse rijk]] De luipaard is een snel roofdier. Het dier heeft hier vleugels. De gevleugelde luipaard symboliseert de ongelooflijke snelheid waarmee de Macedonische koning Alexander de Grote, in korte tijd (336-323 v.Chr.), een enorm groot gebied veroverde.
Regel 58 ⟶ 60:
[[Bestand:Greekmap 01.png|geen|miniatuur|937x937px]]
Het Griekse rijk was van 334 – 30 v.Chr. In 30 v.C. werd Egypte door de Romeinen veroverd, de laatste rest van het Griekse rijk. Een andere uitlegger laat het rijk eindigen in 165 v.C.<ref name=":2" />
== 7 ==
Regel 92 ⟶ 94:
== 9 ==
<onlyinclude><sup>9</sup> [Dit] zag ik, totdat er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol; Zijn troon was vuurvlammen, en de wielen ervan brandend vuur. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Totdat er tronen gezet werden.''' Voor de leden van gerechtshof. Zie tronen rond Gods troon in [[Openbaring 4]]. Zowel Daniël en Johannes hadden een 'troonvisioen'.
'''Het haar van Zijn hoofd als zuivere wol.''' "Blank als wol", zegt de Canisius-vertaling. De kleur spreekt wellicht van hoge leeftijd.
Van de Heer Jezus, die aan Johannes verscheen, wordt gezegd: <blockquote>''Opb 1:14 en zijn hoofd en haar als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam'' <Telos)</blockquote>'''Zijn troon was vuurvlammen.''' En de wielen ervan brandend vuur, en een rivier van vuur stroomde en ging van voor Hem uit (10). Onze God is "een verterend vuur". <blockquote>''Ex 24:17 En het aanzien der heerlijkheid des HEEREN was als een verterend vuur, op het opperste diens bergs, in de ogen der kinderen Israëls.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Heb 12:29 Want onze God is een verterend vuur.'' (Telos)</blockquote>'''De wielen ervan.''' Ook de troonwagen die Ezechiël ziet heeft wielen.
Regel 110 ⟶ 112:
Hetzelfde aantal als in Opb. 5:11.
'''Het gerechtshof zette zich.''' Naar het schijnt, nadat de Oude van dagen zich gezet heeft (vs. 9). Er is niet één rechter, God, maar er zijn meer rechters, te weten de heiligen van de hoogste plaatsen (vs. 22).
'''En de boeken werden geopend.''' In Opb. 5 wordt als eerste het boek met de zeven zegels geopend (Opb. 5-6). In het gericht van de grote witte troon worden ook boeken geopend. <blockquote>''Opb 20:12 En ik zag de doden, de groten en de kleinen, voor de troon staan; en er werden boeken geopend. En een ander boek werd geopend, namelijk dat van het leven. En de doden werden geoordeeld volgens wat in de boeken geschreven was, naar hun werken. Opb 20:15 En als iemand niet geschreven gevonden werd in het boek van het leven, werd hij geworpen in de poel van vuur.'' (Telos)</blockquote>
Regel 118 ⟶ 120:
'''Grote woorden, welke die hoorn sprak.''' Vs. 8, 20, 25. "Het zal woorden spreken tegen de Allerhoogste" (25).
'''Dier gedood.''' De hoorn, deze koning, en zijn rijk vinden hun einde bij de wederkomst van Christus. <blockquote>''2Th 2:8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en ten niet doen door de verschijning van zijn komst;'' (Telos)</blockquote>'''En overgegeven om van het vuur verbrand te worden.''' <blockquote>''Opb 19:20 En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet die de tekenen in diens tegenwoordigheid had gedaan, waardoor hij hen misleidde die het merkteken van het beest ontvingen en die zijn beeld aanbaden. Levend werden deze twee geworpen in de poel van vuur die van zwavel brandt.'' (Telos)</blockquote>
== 12 ==
Regel 155 ⟶ 157:
Ook in vs. 21, 22, 25, 27 worden deze heiligen genoemd. In vers 27 wordt gesproken van "het volk der heiligen van de Hoogste".
Misschien staat dit 'hoge', als het op plaatsen slaat, tegenover 'de aarde' (vs. 17), die lager gelegen is, waaruit de vier koningen zijn opgestaan. Het Beest zal zijn "hen die in de hemel wonen" lasteren.<blockquote>''Opb 13:6 En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen.'' ''(Telos)''</blockquote>
Deze heiligen zijn zeker geen engelen
== 19 ==
Regel 189 ⟶ 191:
== 22 ==
<onlyinclude><sup>22</sup> Totdat de Oude van dagen kwam, en het gericht gegeven werd aan de heiligen van de hoogste [plaatsen], en dat de bestemde tijd kwam, dat de heiligen het rijk bezaten. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Totdat de Oude van dagen kwam.''' In het hemelse gerechtshof kwam, zie vs. 9, waar staat dat Hij "Zich zette". Of in de wereld kwam
== 23 ==
Regel 195 ⟶ 197:
'''Dat verschillen zal van al die rijken.''' Van al die vorige rijken. Dat verschil wordt ook vermeld in vs. 7.
'''Het zal de ganse aarde opeten.''' In vs. 7 staat alleen "het at". In vs. 23 staat wat het at. Slaat dit op West-Europa (of ruimer: het 'christelijke' Westen<ref name=":3" />) en haar kolonialisme en verorbering van grondstoffen en etenswaren uit de rest van de wereld?
'''Vertreden.''' Vs. 7: "vertrad het overige met zijn voeten".
Regel 233 ⟶ 235:
'''Welks rijk een eeuwig rijk zal zijn.''' Zie vs. 14.
'''Alle heerschappijen zullen het eren en gehoorzamen.''' Het volk der heiligen en hun rijk<ref
== 28 ==
|