Daniël 7: verschil tussen versies

9.355 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 19:
<onlyinclude><sup>3</sup>  En er klommen vier grote dieren op uit de zee, het ene van het andere verscheiden. </onlyinclude>(SV)
'''Vier grote dieren.''' Die vier grote rijken, wereldrijken, verzinnebeelden.
 
'''Uit de zee.''' Ook het apocalyptische Beest zal opkomen uit de zee (Opb.13).
[[Bestand:Daniel 4 Beasts.JPG|geen|miniatuur|468x468px|Fantasietekening uit 1912. Merk op de gezichten die de winden blazen, zinnebeeld van geestelijke invloeden door persoonlijke machten. ]]
[[Bestand:4beasts.png|geen|miniatuur|736x736px|Andere weergave. ]]
Regel 45 ⟶ 47:
<onlyinclude><sup>6</sup> Daarna zag ik, en ziet, er was een ander [dier], gelijk een luipaard, en het had vier vleugels eens vogels op zijn rug; ook had hetzelve dier vier hoofden, en aan hetzelve werd de heerschappij gegeven.</onlyinclude>(SV)
[[Bestand:Thoughts on the prophecies of Daniel; (1899) (14595885688).jpg|geen|miniatuur|765x765px]]
[[Bestand:Daniël 7 luipaard.jpg|geen|miniatuur|472x472px|Twee vleugels schijnenontbreken in deze afbeelding te ontbreken. (c) ''FreeBibleImages.org.'']]
Dit dier stelt het [[Grieks-Macedonische Rijk|Griekse rijk]] De luipaard is een snel roofdier. Het dier heeft hier vleugels. De gevleugelde luipaard symboliseert de ongelooflijke snelheid waarmee de Macedonische koning Alexander de Grote, in korte tijd (336-323 v.Chr.), een enorm groot gebied veroverde.
 
Regel 68 ⟶ 70:
'''IJzeren tanden.''' Zie ook vs.19. IJzer was ook het materiaal van de twee benen van het statenbeeld van [[Nebukadnezar]] in [[Daniël 2]].
 
'''Tien hoornen.''' "Die op zijn hoofd waren" (20). Ze stellen tien koningen voor (24).
 
Dit aantal komt overeen met de tien hoornen van het [[Beest uit de zee|Beest]] uit het boek Openbaring ([[Openbaring 17#12|Opb. 17:12]]) <blockquote>''Opb 17:12  En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar een uur gezag als koningen ontvangen met het beest.'' (Telos) </blockquote>Een andere uitlegger<ref>Amir Tsarfati, [https://www.youtube.com/watch?v=-9edPLNZyYs&t=26m50s Middle East Update: July, 27, 2020], vanaf ca. 26 min 50 sec.</ref> echter ziet in de tien horens tien (federaties van) stammen, waaruit West-Europa is voortgekomen: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Visigoten Visigoten](o.a. in Spanje), [https://nl.wikipedia.org/wiki/Angelsaksen Angelsaksen] (Engeland), [https://nl.wikipedia.org/wiki/Franken_(volk) Franken] (Frankrijk), [https://nl.wikipedia.org/wiki/Alemannen Alemannen] (Duitsland), [https://nl.wikipedia.org/wiki/Bourgondi%C3%ABrs Bourgondiërs] (Zwitserland), [https://nl.wikipedia.org/wiki/Longobarden Longobarden] (Italië), [https://nl.wikipedia.org/wiki/Sueben Sueben] (Portugal), [https://nl.wikipedia.org/wiki/Herulen Herulen], [https://nl.wikipedia.org/wiki/Ostrogoten Ostrogoten] en de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Vandalen Vandalen]. Volgens hem bestaan de Herulen, de Ostrogoten en de Vandalen niet meer.
Regel 88 ⟶ 90:
'''Een mond, grote dingen sprekende.''' Vs. 11, 20, 25. "Het zal woorden spreken tegen de Allerhoogste" (25).
[[Bestand:Daniël 7 kleine hoorn 1897.jpg|geen|miniatuur|716x716px]]
[[Bestand:Horriblebeast.png|geen|miniatuur|744x744px|"... een aanzien groter dan van zijn metgezellen" (vs. 20)]]
[[Bestand:Daniël 7 kleine hoorn.jpg|geen|miniatuur|940x940px|De kleine hoorn met een sprekende mond, te midden van de drie stompen van de afgebroken hoornen.(c) ''FreeBibleImages.org'']]
 
Regel 133 ⟶ 135:
<onlyinclude><sup>14</sup> En Hem werd gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natiën en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden. </onlyinclude>(SV)
'''Heerschappij en eer.''' In de hemel is Jezus gekroond met heerlijkheid en eer. <blockquote>''Heb 2:9  maar wij zien Jezus, die een weinig minder dan de engelen gemaakt was vanwege het lijden van de dood met heerlijkheid en eer gekroond, opdat Hij door de genade van God voor alles de dood smaakte.'' (Telos)</blockquote>'''Dat Hem alle volken, natiën en tongen eren zouden.''' <blockquote>''Flp 2:9  Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is, Flp 2:10  opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, Flp 2:11  en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader.'' (Telos)</blockquote>
 
== 15 ==
<onlyinclude><sup>15</sup> Mij Daniël werd mijn geest doorstoken in het midden van het lichaam, en de gezichten mijns hoofds verschrikten mij. </onlyinclude>(SV)
Zie over Daniëls aandoening ook vs. 28.
 
'''Verschrikten mij.''' Ook in vs. 28.
 
== Een engel verklaart het gezicht (16v.) ==
 
== 17 ==
Regel 142 ⟶ 152:
== 18 ==
<onlyinclude><sup>18</sup> Maar de heiligen der hoge [plaatsen] zullen dat Koninkrijk ontvangen, en zij zullen het Rijk bezitten tot in der eeuwigheid, ja, tot in eeuwigheid der eeuwigheden. </onlyinclude>(SV)
'''De heiligen der hoge [plaatsen].''' Of: de heiligen van de Allerhoogste (Canisius-vertaling, Leidse vertaling, NBG51, WV78, WV95, Naardense vertaling, HSV). Luther: "die Heiligen des Höhesten". "De heiligen van de hoogste God" lezen wij in de NBV'04-vertaling. Misschien staat dit 'hoge' tegenover 'de aarde' (vs. 17), die lager gelegen is, waaruit de vier koningen zijn opgestaan.
 
Ook in vs. 21, 22, 25, 27 worden deze heiligen genoemd. In vers 27 wordt gesproken van "het volk der heiligen van de Hoogste".
Het Beest zal zijn "hen die in de hemel wonen" lasteren. <blockquote>Opb 13:6  En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen. ''(Telos)''</blockquote>
 
Misschien staat dit 'hoge', als het op plaatsen slaat, tegenover 'de aarde' (vs. 17), die lager gelegen is, waaruit de vier koningen zijn opgestaan. Het Beest zal zijn "hen die in de hemel wonen" lasteren.<blockquote>''Opb 13:6  En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen.'' ''(Telos)''</blockquote>Waarschijnlijker echter zijn de vertalingen: 1. "van de Hoogste", d.i. Allerhoogste God, 2. "de hoogste heiligen", d.i. de voornaamste heiligen<ref>Aldus Adam Clarke in zijn commentaar op dit vers.</ref>.
 
Deze heiligen zijn geen engelen. want de 11de hoorn is een mens die oorlog voert tegen mensen. De heiligen zijn Gode toegewijde mensen. Een verklaring zegt dat om wetsgetrouwe Joden gaat, die hun leven voor God over hebben<ref>Aantekening in de Willibrord-vertaling uit 1995.</ref>
 
== 19 ==
Regel 153 ⟶ 167:
 
== 20 ==
<onlyinclude><sup>20</sup> En aangaande de tien hoornen die op zijn hoofd waren, en dende anderenandere, die opkwam, en voor denwelkenwaarvoor drie afgevallen waren, namelijk diendie hoorn, diewelke ogen had, en een mond, die grote dingen sprak, en wiens aanzien groter was, dan van zijn metgezellen. </onlyinclude>(SVCP<ref name=":0" />)
'''Tien hoornen.''' Zie vs. 7.
 
'''De andere.''' Een "kleine hoorn" (8).
 
'''En waarvoor drie afgevallen waren.''' "Uitgerukt" (8). Het zijn drie koningen die vernederd worden (24).
 
'''Welke ogen had.''' "Mensenogen" (8).
 
'''Een mond die grote dingen sprak.''' Ook in vs. 8.
 
'''Wiens aanzien groter was dan van zijn metgezellen.''' Een "kleine hoorn" (8) wordt groter dan de andere koningen. <blockquote>''Da 11:36  En die koning zal doen naar zijn welgevallen, en hij zal zichzelven verheffen, en groot maken boven allen God, en hij zal tegen den God der goden wonderlijke dingen spreken; en hij zal voorspoedig zijn, totdat de gramschap voleind zij, want het is vastelijk besloten, het zal geschieden. Da 11:37  En op de goden zijner vaderen zal hij geen acht geven, noch op de begeerte der vrouwen; hij zal ook op geen God acht geven, maar hij zal zich boven alles groot maken.'' (SV)</blockquote>
 
== 21 ==
<onlyinclude><sup>21</sup> Ik had gezien, dat die hoorn oorlog voerde tegen de heiligen, en dat hij die overmocht, </onlyinclude>(SV)
'''Ik had gezien, dat ...''' Dit vertelt Daniël nu voor het eerst.
 
'''De heiligen.''' Zie vs. 18, 22, 27.
 
'''Dat die hoorn oorlog voerde tegen de heiligen, en dat hij die overmocht.''' Zie ook vs. 25. Vergelijk ook de oorlog van die hoorn (= het apocalyptische [[Beest uit de zee|Beest]]) tegen de twee getuigen:<blockquote>''Opb 11:7  En wanneer zij hun getuigenis voleindigd zullen hebben, zal het beest dat uit de afgrond opstijgt, oorlog met hen voeren en hen overwinnen en hen doden.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 12:17  En de draak werd toornig op de vrouw en hij ging weg om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, hen die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; (12-18) en hij ging op het zand van de zee staan.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 13:7  En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie.'' (Telos)</blockquote>
 
== 22 ==
<onlyinclude><sup>22</sup> Totdat de Oude van dagen kwam, en het gericht gegeven werd aan de heiligen der hoge [plaatsen], en dat de bestemde tijd kwam, dat de heiligen het Rijk bezaten. </onlyinclude>(SV)
'''Totdat de Oude van dagen kwam.''' In de wereld kwam? In het hemelse gerechtshof kwam? In het laatste Bijbelboek wordt God omschreven als Hij "die komt". <blockquote>''Opb 1:4  Johannes aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: genade zij u en vrede van Hem die is en die was en die komt, en van de zeven Geesten die voor zijn troon zijn,'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 1:8  Ik ben de alfa en de omega, zegt de Heer, God, Hij die is en die was en die komt, de Almachtige.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 4:8  En de vier levende wezens hadden elk afzonderlijk zes vleugels, rondom en van binnen waren zij vol ogen en zij hebben geen rust, dag en nacht, en zeggen: Heilig, heilig, heilig, Heer, God de Almachtige, die was en die is en die komt.'' (Telos)</blockquote>'''Gericht werd gegeven aan de heiligen der hoge [plaatsen].''' <blockquote>''1Co 6:2  Of weet u niet, dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En als door u de wereld wordt geoordeeld, bent u dan onwaardig voor de geringste rechtszaken?'' (Telos)</blockquote>'''De bestemde tijd kwam, dat de heiligen het Rijk bezaten.''' Het koninkrijk van God.
 
== 23 ==
<onlyinclude><sup>23</sup> Hij zei aldus: Het vierde dier zal het vierde rijk op aarde zijn, dat verschillen zal van al die rijken, en het zal de ganse aarde opeten, en het zal ze vertreden, en het zal ze verbrijzelen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Dat verschillen zal van al die rijken.''' Van al die vorige rijken. Dat verschil wordt ook vermeld in vs. 7.
 
'''Het zal de ganse aarde opeten.''' In vs. 7 staat alleen "het at". In vs. 23 staat wat het at. Slaat dit op West-Europa (of ruimer: het 'christelijke' Westen) en haar kolonialisme en verorbering van grondstoffen en etenswaren uit de rest van de wereld?
 
'''Vertreden.''' Vs. 7: "vertrad het overige met zijn voeten".
 
'''Verbrijzelen.''' Ook genoemd in vs. 7.
 
== 24 ==
<onlyinclude><sup>24</sup> En de tien hoornen: uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en een ander zal na hen opstaan; en dat zal verschillen van de vorige, en het zal drie koningen vernederen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''De tien hoornen.''' Vs. 7-8.
 
'''Dat zal verschillen van de vorige.''' Het vierde rijk verschilt van de vorige (drie) rijken (23). De elfde koning verschilt van de vorige (tien) koningen.
 
'''Het zal drie koningen vernederen.''' Zie vs. 8, 20. De hoornen waren "uitgerukt" (8), "afgevallen" (20). Het vernederen is dus een ten val brengen, uit de weg ruimen. Canisius-vertaling: "Drie koningen zal hij doen vallen".
 
== 25 ==
<onlyinclude><sup>25</sup> En het zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en het zal de heiligen der hoge [plaatsen] verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand overgegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Het zal woorden spreken tegen de Allerhoogste.''' Hij spreekt "grote dingen" (8, 20), "grote woorden" (11). <blockquote>''Opb 13:5  En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden.'' (Telos)</blockquote>Vergelijk de houding van de Wetteloze: <blockquote>''2Th 2:4  die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is.'' (Telos)</blockquote>'''Het zal de heiligen der hoge [plaatsen] verstoren.''' Zie vs. 21.
 
'''Het zal menen de tijden en de wet te veranderen.'''
 
'''Zij zullen in zijn hand overgegeven worden.''' Zie vs. 21. Het gaat om de heiligen, ze worden aan zijn macht overgegeven.
 
Vergelijk de overwinning door het Beest:<blockquote>''Opb 13:7  En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie.'' (Telos)</blockquote>Het Beest dóódt zelfs de twee getuigen te Jeruzalem (Opb. 11:17).<blockquote>''Da 8:24  En zijn kracht zal sterk worden, doch niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk verderven, en zal geluk hebben, en zal het doen; en hij zal de sterken, mitsgaders het heilige volk verderven; Da 8:25  En door zijn kloekheid zo zal hij de bedriegerij doen gedijen in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart verheffen; en in stille rust zal hij er velen verderven, en zal staan tegen den Vorst der vorsten, doch hij zal zonder hand verbroken worden.'' (SV)</blockquote>'''Voor een tijd en tijden en een halve tijd.''' Zie voor deze uitdrukking ook Opb. 12:14. In Dan. 12:7: "een bestemde tijd, bestemde tijden en een helft". Dat is 3,5 tijden oftewel jaren, ze maken de tweede helft van Daniëls 70e jaarweek uit, de tijd van de 'grote verdrukking'. De tijd is gelijk aan 1260 dagen (Opb. 11:3; 12:6), 42 maanden (Opb. 11:12; 13:5).<blockquote>''Opb 13:5  En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeënveertig maanden.'' (Telos) </blockquote>Merk op dat dit vers in verband staat met Opb. 13:7, hierboven aangehaald, dat spreekt van de oorlog van het Beest tegen de heiligen.
 
== Nabeschouwing ==
In hoofdstuk 2 worden de rijken voorgesteld als delen van een reusachtig beeld. In hoofdstuk 7 als redeloze dieren. Misschien gaat het om twee gezichtspunten: het eerste gezichtspunt is de menselijke, waarbij grootheid voorop staat. Dat gezichtspunt past bij Nebukadnezar. <blockquote>''Lu 16:15  En Hij zei tot hen: U bent het die u rechtvaardig voordoet voor de mensen, maar God kent uw harten; want wat hoog is bij mensen, is een gruwel voor God.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''1Jo 2:16  Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.'' (Telos)</blockquote>Het tweede gezichtspunt is dat van de Godvrezende profeet Daniël, die ziet wat de rijken in Gods ogen zijn: redeloze beesten gelijk.
 
== Bron==