Daniël 7: verschil tussen versies

6.580 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 6:
== 1 ==
<onlyinclude><sup>1</sup> In het eerste jaar van Belsazar, den koning van Babel, zag Daniël een droom, en gezichten zijns hoofds, op zijn leger; toen schreef hij dien droom, [en] hij zeide de hoofdsom der zaken. </onlyinclude>(SV)
'''In het eerste jaar van Belsazar.''' Ca. 552 v.C.<ref name=":5">549 v.C. volgens [[Roger Liebi]] (2014) ''[https://rogerliebi.ch/wp-content/uploads/material/RL-R000.04-2014-06-01-Dan_-Skript-Auslegung-Einfuehrung-Daniel-Folge-4-K7-8-.pdf Das Buch Daniel (7-8)]'', op Rogerliebi.ch. Transscript van een toespraak, juni 2014.</ref>.
{{Tijdbalk Israël 600-550 v.C.}}
'''Hoofdsom der zaken.''' Of: "der woorden". Het woord komt terug in het laatste vers van dit hoofdstuk.
Regel 132:
== 12 ==
<onlyinclude><sup>12</sup> Aangaande ook de overige dieren, men nam hun heerschappij weg, want verlenging van het leven was hun gegeven tot tijd en stonde toe. </onlyinclude>(SV)
InAl verliezen ze hun heerschappij, in een of andere vorm bestaan ze tot het einde. HetEn het Beest van de eindtijd heeft eigenschappen van hen: <blockquote>''Opb 13:2  En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag.'' (Telos)</blockquote>
 
== 13 ==
<onlyinclude><sup>13</sup> [Verder] zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken van de hemel, als een mensenzoon, en Hij kwam tot de Oude van dagen, en zij deden Hem voor Deze naderen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
[[Bestand:Daniël 7 mensenzoon op de wolken van hemel.jpg|geen|miniatuur|628x628px|(c) FreeBibleImages.org]]
Misschien ziet het nachtgezicht op de hemelvaart van Jezus, die met de wolken van de hemel wegging.
 
1. de hemelvaart van Jezus, die met de wolken van de hemel wegging;
 
2. Of de komst van Christus in de hemel na de opname van de gemeente; <blockquote>''1 Th 4:17  daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn.'' (Telos) </blockquote>3. Of de wederkomst van Christus in deze wereld<ref name=":5" />. Hiertegen pleit dat, in die vers, het komen van de Heer in de richting van God schijnt te gaan, niet naar de aarde.
 
'''Zij deden Hem voor Deze naderen.''' Hij werd voor God ontboden<ref>De werkwoordsvorm is Aphel en betekent: ontboden worden/zijn, aldus ''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>, moest voor Hem verschijnen, werd vóór Hem geleid.
Regel 149 ⟶ 153:
Zie over Daniëls aandoening ook vs. 28.
 
'''Verschrikten mij.''' Ook in vs. 28. Hij had zijn verstand echter niet verloren, hij wilde weten wat het gezicht betekende (vs. 16).
 
== Een engel verklaart het gezicht (16v.) ==
 
== 16 ==
<onlyinclude><sup>16</sup> Ik naderde tot een dergenen, die daar stonden, en verzocht van hem de zekerheid over dit alles; en hij zeide ze mij, en gaf mij de uitlegging dezer zaken te kennen. </onlyinclude>(SV)
'''En verzocht van hem de zekerheid over dit alles.''' Vergelijk: <blockquote>''1Pe 1:10 Over deze behoudenis hebben profeten onderzocht en nagevorst die van de voor u bestemde genade geprofeteerd hebben, 1Pe 1:11  terwijl zij navorsten welke of wat voor tijd de Geest van Christus die in hen was, aanduidde, toen Hij tevoren getuigde van het lijden dat over Christus zou komen en van de heerlijkheden daarna. 1Pe 1:12  Aan hen werd geopenbaard dat zij niet voor zichzelf, maar voor u de dingen bedienden die u nu zijn aangekondigd door hen die u het evangelie hebben verkondigd door de Heilige Geest die van de hemel is gezonden; dingen waarin engelen begerig zijn een blik te werpen.'' (Telos)</blockquote>
 
== 17 ==
<onlyinclude><sup>17</sup> Deze grote dieren, die vier zijn, zijn vier koningen, [die] uit de aarde opstaan zullen. </onlyinclude>(SV)
'''Vier koningen.''' Met hun machtige rijken. Bij 'koningen' denke men aan: 1. [[Nebukadnezar]], koning van het [[Babylonische rijk]]; 2. [[Kores]], van het [[Perzische Rijk|Medo-perzische rijk]]; 3. [[Alexander de Grote]], van het [[Griekse Rijk|Griekse rijk]]; 4. [[Augustus]], de eerste keizer (27 v.C. - 14 n.C.) van het Romeinse rijk.
'''Vier koningen.''' Met hun machtige rijken.
 
'''Die uit de aarde opstaan zullen.''' Daniël zag ze uit de zee opkomen, uit de door geestelijke machten bewerkte volkerenmassa. Maar ze zijn "uit de aarde", d.w.z. "van deze wereld", "van hier" (vgl. Joh. 18:36). <blockquote>''Joh 18:36  Jezus antwoordde: Mijn koninkrijk is niet van deze wereld. Als mijn koninkrijk van deze wereld was, zouden mijn dienaars hebben gestreden, opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd; maar nu is mijn koninkrijk niet van hier.'' (Telos)</blockquote>
Regel 167 ⟶ 175:
Misschien staat dit 'hoge', als het op plaatsen slaat, tegenover 'de aarde' (vs. 17), die lager gelegen is, waaruit de vier koningen zijn opgestaan. Het Beest zal zijn "hen die in de hemel wonen" lasteren.<blockquote>''Opb 13:6  En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen.'' ''(Telos)''</blockquote>Andere mogelijke vertalingen: 1. "van de Hoogste", d.i. Allerhoogste God, 2. "de hoogste heiligen", d.i. de voornaamste heiligen<ref>Aldus Adam Clarke in zijn commentaar op dit vers.</ref>.
 
Deze heiligen zijn zeker geen engelen, want de 11de hoorn is een mens die oorlog voert tegen die heilige mensen. De heiligen zijn Gode toegewijde mensen. Een verklaring zegt dat om wetsgetrouwe Joden gaat, die hun leven voor God over hebben<ref>Aantekening in de Willibrord-vertaling uit 1995.</ref>, de gelovigen uit Israël<ref name=":1" />. Een andere verklaring<ref name=":3">Willem J. Ouweneel, [https://www.youtube.com/watch?v=oKiVy50JChQ Wereldrijken gaan op en onder] (Youtube.com: Groeien in geloof, 22 kan. 2017. Lezing over Dan. 7 en 8, gehouden op 11 jan. 2017 te Vlaardingen. Duur: 53 min 3 sec. ).</ref> zegt dat het om Israël gaat, dat elders in de Schrift meermaals een 'heilig volk' wordt genoemd.
 
Vergelijk wat Antiochus IV Epifanes, een type van het Beest, zou doen: <blockquote>''Da 8:10  En hij werd groot tot aan <u>het heir des hemels</u>; en hij wierp er [sommigen] van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze.'' (SV) </blockquote>
 
== 19 ==
Regel 173 ⟶ 183:
Zie ook vs. 7.
 
'''Klauwen van koper.''' Deze bijzonderheid wordt niet vermeld in vers 7. Van koper was het deel van het standbeeld dat het Griekse rijk symboliseerde. Volgens een uitlegger<ref name=":1" /> beduiden de koperen klauwen op een erfenis van het Griekse rijk.
 
== 20 ==
<onlyinclude><sup>20</sup> En aangaande de tien hoornen die op zijn hoofd waren, en de andere, die opkwam, en waarvoor drie afgevallen waren, namelijk die hoorn welke ogen had, en een mond die grote dingen sprak, en wiens aanzien groter was dan van zijn metgezellen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Tien hoornen.''' Zie vs. 7. <blockquote>''Opb 17:12  En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar een uur gezag als koningen ontvangen met het beest. Opb 17:13  Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en gezag aan het beest.'' (Telos) </blockquote>'''De andere.''' Een "kleine hoorn" (8).
'''Tien hoornen.''' Zie vs. 7.
 
'''De andere.''' Een "kleine hoorn" (8).
 
'''En waarvoor drie afgevallen waren.''' "Uitgerukt" (8). Het zijn drie koningen die vernederd worden (24).
Regel 199 ⟶ 207:
== 22 ==
<onlyinclude><sup>22</sup> Totdat de Oude van dagen kwam, en het gericht gegeven werd aan de heiligen van de hoogste [plaatsen], en dat de bestemde tijd kwam, dat de heiligen het rijk bezaten. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Totdat de Oude van dagen kwam.''' In het hemelse gerechtshof kwam, zie vs. 9, waar staat dat Hij "Zich zette". Of in de wereld kwam (als de Zoon van God en dan, als de Zoon des mensen)? In het laatste Bijbelboek wordt God omschreven als Hij "die komt". <blockquote>''Opb 1:4  Johannes aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: genade zij u en vrede van Hem die is en die was en die komt, en van de zeven Geesten die voor zijn troon zijn,'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 1:8  Ik ben de alfa en de omega, zegt de Heer, God, Hij die is en die was en die komt, de Almachtige.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Opb 4:8  En de vier levende wezens hadden elk afzonderlijk zes vleugels, rondom en van binnen waren zij vol ogen en zij hebben geen rust, dag en nacht, en zeggen: Heilig, heilig, heilig, Heer, God de Almachtige, die was en die is en die komt.'' (Telos)</blockquote>Vergelijk het "totdat" in:<blockquote>''Ro 11:25  Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend is, opdat u niet wijs bent in eigen oog, dat er voor een deel over Israel verharding is gekomen, totdat de volheid van de volken is ingegaan;'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Mt 23:39  Want Ik zeg u: u zult Mij van nu aan geenszins zien, <u>totdat</u> u zegt: ‘Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer’.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Lu 21:24  En zij zullen vallen door het scherp van het zwaard en als gevangenen worden weggevoerd onder alle volken; en Jeruzalem zal door de volken worden vertrapt, <u>totdat</u> de tijden van de volken zijn vervuld.'' (Telos)</blockquote>Het Beest kan woeden - totdat God komt. '''Gericht werd gegeven aan de heiligen van de hoogste [plaatsen].''' Vs. 10: "het gerechtshof zette zich". De heiligen worden overwonnen (21), de heiligen van de hoogste [plaatsen] houden gericht. Het gaat om dezelfde groep, heiligen, want vs. 25 zegt dat de 11e hoorn de heiligen van de hoogste [plaatsen] zal vernielen. <blockquote>''1Co 6:2  Of weet u niet, dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En als door u de wereld wordt geoordeeld, bent u dan onwaardig voor de geringste rechtszaken?'' (Telos)</blockquote>'''De bestemde tijd kwam, dat de heiligen het rijk bezaten.''' Het koninkrijk van God.
 
== 23 ==
<onlyinclude><sup>23</sup> Hij zei aldus: Het vierde dier zal het vierde rijk op aarde zijn, dat verschillen zal van al die rijken, en het zal de ganse aarde opeten, en het zal ze vertreden, en het zal ze verbrijzelen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Dat verschillen zal van al die rijken.''' Van al die vorige rijken. Dat verschil wordt ook vermeld in vs. 7.
 
Misschien verschilt het ook hierin, dat het Beest, het hoofd van het herstelde Romeinse rijk, gezag krijgt "over elk geslacht en volk en taal en natie" (Opb. 13:7), en daarmee machtiger wordt de koningen van die andere rijken.
 
'''Het zal de ganse aarde opeten.''' In vs. 7 staat alleen "het at". In vs. 23 staat wat het at. Slaat dit op West-Europa (of ruimer: het 'christelijke' Westen<ref name=":3" />) en haar kolonialisme en verorbering van grondstoffen en etenswaren uit de rest van de wereld?
 
Merk ook op dat het Beest wereldwijd gezag krijgt:<blockquote>''Opb 13:7  En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie.'' (Telos)</blockquote>'''Vertreden.''' Vs. 7: "vertrad het overige met zijn voeten".
 
'''Verbrijzelen.''' Ook genoemd in vs. 7.
Regel 213 ⟶ 223:
== 24 ==
<onlyinclude><sup>24</sup> En de tien hoornen: uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en een ander zal na hen opstaan; en dat zal verschillen van de vorige, en het zal drie koningen vernederen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''De tien hoornen.''' Vs. 7-8.
 
Uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan. <blockquote>''Opb 13:1 En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering.'' (Telos) </blockquote><blockquote>''Opb 17:12  En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar een uur gezag als koningen ontvangen met het beest. Opb 17:13  Dezen hebben enerlei bedoeling en geven hun macht en gezag aan het beest.'' (Telos)</blockquote>'''Dat zal verschillen van de vorige.''' Het vierde rijk verschilt van de vorige (drie) rijken (23). De elfde koning verschilt van de vorige (tien) koningen.
 
'''Het zal drie koningen vernederen.''' Zie vs. 8, 20. De hoornen waren "uitgerukt" (8), "afgevallen" (20). Het vernederen is dus een ten val brengen, uit de weg ruimen. Canisius-vertaling: "Drie koningen zal hij doen vallen".
Regel 221 ⟶ 231:
== 25 ==
<onlyinclude><sup>25</sup> En het zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en het zal de heiligen van de hoogste [plaatsen] verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand overgegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Het zal woorden spreken tegen de Allerhoogste.''' Hij spreekt "grote dingen" (8, 20), "grote woorden" (11). <blockquote>''Opb 13:1  En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering.'' (...) ''Opb 13:5  En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden.'' (Telos)</blockquote>Vergelijk de houding van de Wetteloze: <blockquote>''2Th 2:4  die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is.'' (Telos)</blockquote>'''Het zal de heiligen van de Hoogste verstoren.''' Zie vs. 21. Het woord in de grondtekst vertaald door "de Hoogste" is een ander woord dan het woord vertaald door "de Allerhoogste". <blockquote>''Da 8:24  En zijn kracht zal sterk zijn (maar niet door eigen kracht) en op ontstellende wijze zal hij verderf brengen, en wat hij onderneemt zal hem gelukken; machtigen zal hij verderven, ook het volk der heiligen.'' (NBG51)</blockquote>'''Het zal menen de tijden en de wet te veranderen.''' Een verklaring<ref name=":1" /> zegt dat hij de Joodse feesten en offerdienst zal stoppen. vergelijk: <blockquote>''Da 9:27  En hij zal velen het verbond versterken een week; en [in] de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste.'' (SV)</blockquote>'''Zij zullen in zijn hand overgegeven worden.''' Zie vs. 21. Het gaat om de heiligen, ze worden aan zijn macht overgegeven.
 
Vergelijk de overwinning door het Beest:<blockquote>''Opb 13:7  En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie.'' (Telos)</blockquote>Misschien dat naar die heiligen ook wordt verwezen in:<blockquote>''Opb 15:2  En ik zag als een glazen zee met vuur gemengd, en hen die de overwinning behaald hadden over het beest en over zijn beeld en over het getal van zijn naam, op de glazen zee staan met harpen van God.'' (Telos)</blockquote>Het Beest dóódt zelfs de twee getuigen te Jeruzalem (Opb. 11:17).<blockquote>''Da 8:24  En zijn kracht zal sterk worden, doch niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk verderven, en zal geluk hebben, en zal het doen; en hij zal de sterken, mitsgaders het heilige volk verderven; Da 8:25  En door zijn kloekheid zo zal hij de bedriegerij doen gedijen in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart verheffen; en in stille rust zal hij er velen verderven, en zal staan tegen den Vorst der vorsten, doch hij zal zonder hand verbroken worden.'' (SV)</blockquote>'''Voor een tijd en tijden en een halve tijd.''' In het Aramees hier: ''iddan'' = tijd/jaar, hier wordt een jaar bedoeld<ref name=":1" />; ''iddajin'' = een dubbele tijd, een dubbeljaar. Drieëneenhalf jaar.
'''Zij zullen in zijn hand overgegeven worden.''' Zie vs. 21. Het gaat om de heiligen, ze worden aan zijn macht overgegeven.
 
Vergelijk de overwinning door het Beest:<blockquote>''Opb 13:7  En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie.'' (Telos)</blockquote>Het Beest dóódt zelfs de twee getuigen te Jeruzalem (Opb. 11:17).<blockquote>''Da 8:24  En zijn kracht zal sterk worden, doch niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk verderven, en zal geluk hebben, en zal het doen; en hij zal de sterken, mitsgaders het heilige volk verderven; Da 8:25  En door zijn kloekheid zo zal hij de bedriegerij doen gedijen in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart verheffen; en in stille rust zal hij er velen verderven, en zal staan tegen den Vorst der vorsten, doch hij zal zonder hand verbroken worden.'' (SV)</blockquote>'''Voor een tijd en tijden en een halve tijd.''' Zie voor dezedie uitdrukking ook Opb. 12:14. In Dan. 12:7: "een bestemde tijd, bestemde tijden en een helft". Dat is 3,5 tijden oftewel jaren, ze maken de tweede helft van Daniëls 70e jaarweek uit, de tijd van de 'grote verdrukking'. De tijd is gelijk aan 1260 dagen (Opb. 11:3; 12:6), en aan 42 maanden (Opb. 11:12; 13:5).<blockquote>''Opb 13:5  En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeënveertig maanden.'' (Telos) </blockquote>Merk op dat dit vers in verband staat met Opb. 13:7, hierboven aangehaald, dat spreekt van de oorlog van het Beest tegen de heiligen. Na de 3½ jaar komt het gericht van God (vs. 22).
 
== 26 ==
Regel 239 ⟶ 249:
Opmerkelijk is, dat waar in vs. 14 "heerschappij en eer en het Koninkrijk" aan de Mensenzoon worden geschonken, vs. 22 en ook de engel in vs. 27 meedelen dat het rijk aan het volk van de heiligen van de Hoogste wordt gegeven.
 
'''Het volk der heiligen van de hoogste [plaatsen].''' Zie vs. 18, 21, 22, 25. Zie vs. 18 voor de verklaring. In vs.27 komt het woord "volk" bij "de heiligen".
 
'''Welks rijk een eeuwig rijk zal zijn.''' Zie vs. 14.
Regel 251 ⟶ 261:
'''Gelaatskleur.''' Statenvertaling: "glans".
 
Het gezicht greep Daniël aan, in tegenstelling tot iemand als koning [[Jojakim]], die het boek van de profeet Jeremia stuksgewijs versneed en verbrandde. <blockquote>''Jer 36:23  En het geschiedde, als Jehudi drie stukken, of vier gelezen had, versneed hij ze met een schrijfmes, en wierp ze in het vuur, dat op den haard was, totdat de ganse rol verteerd was in het vuur, dat op den haard was.  Jer 36:24  En zij verschrikten niet, en scheurden hun klederen niet, de koning noch al zijn knechten, die al deze woorden gehoord hadden. Jer 36:25  Hoewel ook Elnathan, en Delaja, en Gemarja bij den koning daarvoor spraken, dat hij de rol niet zou verbranden; doch hij hoorde niet naar hen.'' (SV) </blockquote>'''Doch ik bewaarde de rede in mijn hart.''' <blockquote>''Lu 2:19  Maria echter bewaarde al deze dingen en overwoog ze in haar hart. (...) Lu 2:51  En Hij daalde met hen af en kwam in Nazareth en Hij was hun onderdanig. En zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart.'' (Telos) </blockquote>Met het vers 28 van hoofdstuk 7 eindigt het Aramese gedeelte van het boek Daniël.
Met die vers eindigt het Aramese gedeelte van het boek Daniël.
 
== Nabeschouwing ==
De geschiedenis van de menselijke rijken, van Babel tot het koninkrijk van God, in betrekking tot Israël. In hoofdstuk 2 worden de rijken voorgesteld als delen van een reusachtig beeld van een ''mens''. In hoofdstuk 7 als redeloze ''dieren,'' roofdieren zelfs. Misschien gaat het om twee gezichtspunten: het eerste gezichtspunt is de menselijke, waarbij grootheid voorop staat. Dat gezichtspunt past bij Nebukadnezar. <blockquote>''Lu 16:15  En Hij zei tot hen: U bent het die u rechtvaardig voordoet voor de mensen, maar God kent uw harten; want wat hoog is bij mensen, is een gruwel voor God.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''1Jo 2:16  Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.'' (Telos)</blockquote>Het tweede gezichtspunt is dat van de Godvrezende profeet Daniël, die ziet wat de rijken in Gods ogen zijn: redeloze beesten gelijk, die roven. In het volgende hoofdstuk echter worden twee van de vier rijken onder het beeld van en ram resp. een bok voorgesteld. Dit zijn getemde dieren, geen roofdieren.
 
Opmerkelijk is dat hoedanigheden van de drie eerste dieren terugkeren in het apocalyptische [[Beest uit de zee|Beest]], die het eindtijdse gedaante van het vierde dier is; anders gezegd, het rijk van de eindtijd verenigt de vier rijken uit het nachtgezicht van Daniël. <blockquote>''Opb 13:2  En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag.'' (Telos) </blockquote>De vier dieren hebben samen, opgeteld (1 +1 +4 +1), zeven koppen. De Draak en het Beest in de eindtijd hebben ook elk zeven koppen. De koppen van deze laatste dieren staan voor zeven bergen èn zeven koningen ( → [[Beest uit de zee|Beest]]).