De Didachè (Grieks: Διδαχή, "onderricht", "onderwijzing") is een vroegchristelijk Grieks geschrift, in de eerste helft van de tweede eeuw na Chr. geschreven door een onbekende auteur te Syrië.

De Didachè wordt gerekend tot de geschriften van de zogenaamde apostolische vaders.

De tekst werd ontdekt in 1873 door aartsbisschop Philotheos Bryennios in de bibliotheek van het Oosters-orthodox patriarchaat van Jeruzalem als onderdeel van de zogeheten Codex Hierosolymitanus.

De schrijver wil laten zien hoe de twaalf apostelen de zendingsopdracht van de Heer Jezus, "Gaat dan heen, maakt al de volken tot mijn discipelen" (Matt. 28:19), in praktijk brengen. Ook wordt er aandacht aan profetie gegeven. Het geschrift bevat nuttige informatie over het leven in de gemeenschap en is het oudst bewaarde buitenbijbelse document met voorschriften voor de christelijke eredienst en het kerkelijk leven.

Inhoud

De eerste zes hoofdstukken gaan vooral over de goede en de slechte weg waarop een christen kan wandelen (de 'twee wegen', die van het Leven en die van de Dood). Ze bevatten verschillende verwijzingen naar de Bergrede, Jezus Sirach en het boek Spreuken. Hoofdstuk 7 en 8 gaan hoofdzakelijk over de praktische aspecten van de doop en hoofdstuk 9 en 10 over de liturgie bij het avondmaal. De laatste hoofdstukken (11-15) gaan ten slotte over het beleid in de gemeenschap en hoofdstuk 16 over de toekomstverwachting van de christenen.

  • Hoofdstuk I t/m VI: De Leer van de Twee Wegen
    • Hoofdstuk I: Overzicht met toelichting van de Bergrede
    • Hoofdstuk II en III: Toelichting op enkele geboden en verboden
    • Hoofdstuk IV: Over het gedenken van de geloofsverkondigers en het nut van de goede werken
    • Hoofdstuk V: De weg ten kwade
    • Hoofdstuk VI: Over het onderhouden van het "juk des Heren"; onthouding van offervlees
  • Hoofdstuk VII t/m VIII: Praktische aspecten van de doop
    • Hoofdstuk VII: Over de doop
    • Hoofdstuk VIII: Over het vasten (voorafgaand aan de doop)
  • Hoofdstuk IX t/m X: eredienst en avondmaal
    • Hoofdstuk IX: Over het avondmaal
    • Hoofdstuk X: Eucharistisch/liturgisch gebed
  • Hoofdstuk XI t/m XV: Het beleid in de gemeenschap
    • Hoofdstuk XI en XII: Over profeten en charismatici
    • Hoofdstuk XIII: Over de plicht tot het onderhouden van profeten, leraren e.d. door de gemeenschap
    • Hoofdstuk XIV: Over de belijdenis van de zonden alvorens deel te nemen aan het avondmaal
    • Hoofdstuk XV: Over de aanstelling van opzieners en dienaars
  • Hoofdstuk XVI: De toekomstverwachting van de christenen; over de eindtijd

Ondanks dat de Didachè een hoogstaand werk kan worden genoemd, is het boek niet canoniek. Opvallende dingen in de Didachè:

  • Het boek leert de ‘rechtvaardiging door goede werken’ (Didachè 4:6; 6:2; 16:2),
  • Het strenge bevel voor de dopeling om minstens één dag te vasten voor zijn doop
  • Het bevel om drie keer per dag het Onze Vader te bidden (Didachè 7:4; 8:3).
  • De profeet heeft een bijzondere plaats in de Didachè en wordt zelfs als enige ‘hogepriester’ genoemd (Didachè 13:3).

Vertalingen

Sinds haar ontdekking in 1873 is de Didachè herhaaldelijk in het Nederlands vertaald[1]. De Griekse tekst met Nederlandse vertaling is te lezen op Bijbelaantekeningen.nl

Bron

Didachè, nl.wikipedia.org. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 2 aug. 2020.

Voetnoot

  1. Zie voor vertalingen: Didachè, nl.wikipedia.org