Doodstraf: verschil tussen versies

932 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''doodstraf''' is een straf die bestaat in terdoodbrenging. De wet van het [[Oude Testament]] gebiedt de doodstraf voor verschillende daden: moord (Exodus 21:12), ontvoering (Exodus 21:16), bestialiteit (Exodus 22:19); overspel (Leviticus 20:10); [[Homoseksualiteit|homoseksueel gedrag]] (Leviticus 20:13), een valse profeet zijn (Deuteronomium 13:5), [[prostitutie]] en verkrachting (Deuteronomium 22:4), en diverse andere misdaden.
 
'''Instelling'''. De dood als straf voor mensen werd '''ingesteld''' in de hof van Eden. God zei dat [[Adam (eerste mens)|Adam]] van alle bomen in de hof mocht eten, uitgezonderd de boom der kennis van goed en kwaad. Adam zou sterven ten dage als hij zou eten van die ene boom. Verleid door de slang (= satan) namen Eva en Adam helaas van de verboden vrucht. De dood trad in - in zeker zin<ref>Vergelijk:
 
''Ro 7:24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit dit lichaam van de dood?''
Regel 10:
</ref> - uiteindelijk gevolgd door de scheiding van lichaam en ziel. Het loon van de zonde is, nog altijd, de dood. De eerste generaties bereikten niettemin een héél hoge leeftijd op aarde, veel hoger dan die van ons (anno 2012).
 
'''Om eigen zonde'''. Koning [[Amazia]] van Juda paste de doodstraf toe op de moordenaars van zijn vader Joas. Hun kinderen, die onschuldig waren, bracht hij niet ter dood. <blockquote>''2Kon 14:5 En het gebeurde, toen hij het koningschap stevig in zijn hand had, dat hij zijn dienaren doodde die de koning, zijn vader, gedood hadden. 2Kon 14:6 Maar de kinderen van die moordenaars bracht hij niet ter dood, zoals geschreven staat in het wetboek van Mozes, waar de HEERE geboden heeft: De vaders mogen niet ter dood gebracht worden om de kinderen en de kinderen mogen niet ter dood gebracht worden om de vaders, maar ieder zal om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden. HSV)''</blockquote>
{| class="wikitable" style="border:1; float:right; width: 25%; margin-left: 20px;"
| style="padding: 15px;"|'''Executies Wit-Rusland'''
Regel 33 ⟶ 34:
''Radio Nederland Wereldomroep 21 januari 2009''
|}
'''Genade'''. God heeft vaak genade getoond wanneer de doodstraf verdiend werd. David pleegde overspel en moord, maar toch eiste God niet dat zijn leven hiervoor genomen zou worden (2 Samuël 11:1-5, 14-17; 2 Samuël 12:13). Uiteindelijk is het zo dat elke zonde die we begaan eigenlijk tot de doodstraf zou leiden (Romeinen 6:23). Gelukkig heeft God Zijn liefde voor ons getoond door ons niet te veroordelen (Romeinen 5:8).
 
'''De Heer Jezus'''. Toen de [[Farizeeën]] een vrouw naar Jezus brachten die betrapt was op het plegen van overspel en Hem vroegen of ze gestenigd moest worden, antwoordde Jezus: " Wie van u zonder zonde is, moet dan maar als eerste een steen op haar werpen" (Johannes 8:7). Dit moet niet opgevat worden alsof Jezus de doodstraf in alle gevallen zou afwijzen. Jezus bracht slechts de hypocrisie van de Farizeeën aan het licht. De Farizeeën wilden Jezus in een val laten lopen door Hem de Wet van het Oude Testament te laten overtreden...zij gaven er werkelijk niets om als de vrouw gestenigd zou worden (waar was de man die op het overspel met haar was betrapt?). God was degene die de doodstraf invoerde: “Het bloed van degene die het bloed van een mens vergiet, zal door mensen worden vergoten, want de mens is gemaakt naar het beeld van God” (Genesis 9:6). Jezus zou de doodstraf in sommige gevallen steunen. Jezus toonde ook genade toen de doodstraf zou moeten worden uitgevoerd (Johannes 8:1-11). De Apostel [[Paulus (apostel)|Paulus]] erkende ongetwijfeld de macht van de regering om de doodstraf in gepaste gevallen uit te voeren (Romeinen 13:1-5).
De Zoon van God onderging als mens plaatsvervangend (!) de doodstraf die wij om onze zonden verdienen. Hij deed dat uit liefde voor ons.
'''Apostel Paulus.''' De Apostel [[Paulus (apostel)|Paulus]] erkende ongetwijfeld de macht van de regering om de doodstraf in gepaste gevallen uit te voeren (Romeinen 13:1-5).
 
'''Christelijk standpunt'''. God staat de doodstraf toe. Maar tegelijkertijd eist God niet altijd dat de doodstraf wordt uitgevoerd wanneer deze op zijn plaats is. Wat moet een Christen dan over de doodstraf denken? Op de eerste plaats moeten we niet vergeten dat God de doodstraf in Zijn Woord heeft ingesteld; daarom zou het vooringenomen zijn als we zouden denken dat wij een hogere standaard dan Hem zouden kunnen instellen of dat wij zachtmoediger zouden kunnen zijn dan Hij is. God hanteert de hoogste standaarden van alle wezens omdat Hij perfect is. Deze standaard is niet alleen op ons maar ook op Hem Zelf van toepassing. Daarom zijn Zijn liefde en Zijn genade oneindig. Maar we zien ook dat Zijn toorn eveneens oneindig is, en dat al deze zaken perfect in balans worden gehouden.
 
Op de tweede plaats moeten we herkennen dat God de overheid de macht heeft gegeven om te bepalen of de doodstraf toegepast moet worden (Genesis 9:6; Romeinen 13:1-7). Het is onbijbels om te beweren dat God in alle gevallen tegen de doodstraf zou zijn. Christenen moeten zich nooit verheugen wanneer de doodstraf wordt toegepast, maar tegelijkertijd moeten Christenen het recht van een regering niet bestrijden om de plegers van de meest kwaadaardige straffen te executeren.