Doorn

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Dorens)

Een doorn (meervoud: doornen, doorns) is een scherppuntig vergroeid takje of blaadje van een plant[1].

Doorn (A) en stekel (B).

Aarde vervloekt. De aarde is een woonplaats van de mens. Zij is tevens een bron van voedsel. Wij eten van de opbrengst van de aarde. Omwille van de in zonde gevallen mens werd de aarde echter in het begin vervloekt.

Ge 3:17 En tot Adam zeide Hij: Dewijl gij geluisterd hebt naar de stem uwer vrouw, en van dien boom gegeten, waarvan Ik u gebood, zeggende: Gij zult daarvan niet eten; zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt; en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens. Ge 3:18 Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten. (SV)

Na de zondvloed en het offer van Noach:

Ge 8:21 En de HEERE rook dien liefelijken, reuk, en de HEERE zeide in Zijn hart: Ik zal voortaan den aardbodem niet meer vervloeken om des mensen wil; want het gedichtsel van ‘s mensen hart is boos van zijn jeugd aan; en Ik zal voortaan niet meer al het levende slaan, gelijk als Ik gedaan heb. (SV)

Het gevolg van de vloek is dat wij met smart eten van de aarde. De bebouwing van de aarde en het eten van de opbrengst gaat gepaard met smart. Een ander gevolg is dat de aarde doornen en distels zou voortbrengen.[2]

Doornen en distelen zijn de voortbrengselen van een vervloekte aarde. De wereld die uit de handen van God voortkwam was veel heerlijker dan zij nu is. Nu is de wereld, ten gevolge van de zondeval, beladen met de last van bederf, doornen, distels en andere ongemakken. Doornen en distels zijn merktekenen van de vloek die op de aarde rust. Trapp noemt de doornen en distels de eerstelingen van de vloek.

Doornen en distels geven ons moeite en zorg. Wanneer wij de aarde niet met alle vlijt bebouwen, zal verwildering de overhand hebben. Onkruid in de vorm van doornen en distels is een onuitroeibare vijand.

In figuurlijk zin zijn doornen en distels de stekelige werken van de zonde, of pijnlijke dingen op onze levensweg.

Spr 22:5 Doornen [en] strikken zijn in den weg des verkeerden; die zijn ziel bewaart, zal zich verre van die maken. (SV)

Een doornenkroon

Christus' doornenkroon. Mensen plaatsten merktekenen van de vloek, doornen, op het hoofd van Christus.

Μτ 27:29 en na een kroon van dorens gevlochten te hebben zetten zij die op zijn hoofd, en een rietstok in zijn rechterhand; en zij vielen op hun knieën voor Hem en bespotten Hem aldus: Gegroet, koning der Joden! (Telos)  

En aan het kruis werd Jezus vervloekt. Want, zegt de Schrift, vervloekt is een ieder die aan het kruis hangt. Ons, gelovigen, vloeit echter de zegen toe. Hij droeg een doornenkroon, Hij werd tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Christus. Hij stierf, opdat wij zouden leven.

" 'k Heb geloof in U, wie d'aarde
met haar doornen heeft gekroond,
maar die nu, gekroond met ere,
aan Gods rechterzijde troont. "

Op de nieuwe aarde zullen doornen en distels ontbreken.

Voetnoten

  1. Aldus Van Dale's online woordenboek, https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/Doorn, geraadpleegd 13 sept. 2018
  2. Een mogelijk ander gevolg is dat de mens ‘het kruid van het veld’ als hoofdvoedsel zou krijgen. Graan is het hoofdvoedsel van de mensheid. De mens zou niet langer voornamelijk eten van de vruchten van de hof van Eden. Hij zou, evenals de landdieren, voornamelijk eten van de kruiden van het veld. Dit is een vernedering voor de mens die over de aarde zou moeten heersen. De mens, die van de verboden vrucht at, werd verdreven uit de hof van Eden en raakte daardoor verstoken van alle vruchten van de hof.